Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen (1531)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen
Afbeelding van Dits die Excellente Chronijcke van VlaenderenToon afbeelding van titelpagina van Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.95 MB)

ebook (36.62 MB)

XML (4.40 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dits die Excellente Chronijcke van Vlaenderen

(1531)–Anoniem Dits die excellente cronike van Vlaenderen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Beghinnende van Liederick Buck den eersten forestier tot den laetsten, die door haar Vrome feyten, namaels Grauen van Vlaenderen gemaect Worden [...]


Vorige Volgende

[Item als mijn here van Meerwede aldus Oostende in ghenomen hadde]

[Den.xvij.sten dach vander seluer maent en xxv.sten dach vander maent en den.xxij.sten dach als vore]

Item als mijn here van Meerwede aldus Oostende in ghenomen hadde, vp die condicie als voorseyde es, dat hi hemlieden niet mesdoen en soude, niet yeghenstaende dede terstont der contrarie, want hy wel.x.of.xij.vanden machtichsten van Oostende vinck, ende voerdese met hem ter Nieupoort, ende liet in Oostende wel.iiijc. Inghelschen. Ende den.xvij.sten dach vander seluer maent, so quam monseur de Cordes te Ipre wel met.xx.duysent mannen, onder te peerde ende te voet, ende met vele artijlgerye, ende met vele schone engienen, want in die engienen dye hi met hem brochte ghinghen grote menichte van peerden om die te trecken. Ende van Ipre quamen si terstont voor Oostende, ende vraechden of si hem ouer gheuen wilden behouden lijf ende goet. Het welcke si terstont deden, ende lieden die fransoysen binnen commen, ende die Inghelschen liepen al harer veerde ter Nieupoort waert. Ende monsuer de Cordes leyder inne tgarnisoen van sijnen volcke, ende trac terstont met al sijnder macht ligghen voor der Nyeupoort vp den xxv.sten dach vander maent, want alle die princepale capiteynen vanden westquartiere die waren binnen der Nyeupoort, ende en mochtender hiet huyt, want die macht vanden volcke wasser so groot ontrent datter nyement huyt noch in en mochte, te watere noch te lande, ende die fransoysen schoten so veruaerlic vp die stede van Nyeupoort dattet een wonder was, met diueersche engienen, ende schoten ooc griecx vier in dye stede, byden welcken datter sommege huysen verbarnden binnen der stede. Ende het lant ende die drie steden sonden die fransoysen so vele vytaelgien datter ghenouch was, maer daer en mochte nyement commen int heyr, hy en moeste draghen een wit recht cruyce, of si soudense doot ghesleghen hebben. Ende aldus daer liggende begonnen die van Nieupoort te parlementeren om hem lieden vp te gheuene, behoudende lijf ende goet. Twelcke monseur de Cordes nyet consenteren en wilde, maer abandonneirde.iij.steden, te wetene Nieupoort, Vuerne ende Dixmude te viere ende ten sweerde, waer of den.xxij.sten dach als voren, Nieupoort seere of gheschoten was poorten ende mueren al in morselinge aen die een sijde, om assault daer vp te gaen doene.

[Totten laetsten dach vander maent en den eersten dach van Hoymaent en totten sesten dach van Hoymaent en totten.viij.sten dach van Hoymaent en den.ix.sten dach]

¶ Item noch volgende totten laetsten dach vander maent souden die fransoysen assault doen vp Nieuwpoort, maer die Zwitsen die waren qualic versien van harnassche, ende die vander nieupoort scoten so seer dat si deysen moesten

[Folio CC.lxij.v]
[fol. CC.lxij.v]

ende vp houden vanden assaulte dat si hadden beghinnen doen, ende bleuen daer also ligghende tot den eersten dach van Hoymaent. Ende quamen doe wedere van danen te Oostende, ende bleuen daer ligghende totten sesten dach van Hoymaent. Maer daer deden dye fransoysen den schamele lieden vele onghelijcx van thare te nemene, daer men lettel wercx of maeckte, ende lettel of gheene iusticie of en dede. Ende om dat si haren wille niet vulbringhen en consten, so begheerde monseur de cordes, ende mijn heere van Vendomme, als dat die stede van Brugghe die zwitsen betalen soude van een maent saults. Twelck die stede van Brugghe dede, ende die somme drouch.xvicponden groten, het welcke ghegheuen was terstont. Ende dye pennighen ontfanghen hebbende, trocken naer Duynkercke om siedge daer voren te legghene, soe ghebuerde dat die Zwitsers ende die fransoysen worden vechtende yegens malcanderen, soe datter wel drie hondert zwitsers doot bleuen. Ende metsgaders dat gheschil, so quam theyr weder ouer twatere, ende quamen ligghen te Coekelare, ende waren daer totten.viij.sten dach van Hoymaent. Ende trocken den.ix.sten dach met engienen ende alle die artijlgerye tot Ypre toe, sonder te segghene waer omme dat sijt daden, of wat causen dat si daer toe hadden, aenghesien dat men hem lieden wel voorsach van vitaelgie ende van andere saken dies hem lieden behoufde. Waer omme mijn here vanden Gruythuyse, mer Ian van Nieuwenhoue ende Willem Moreel, mijn here van Raseghem, ende meer andere notable personen hem lieden volchden, biddende omme te wetene die cause van huerlider vertrecken. Waer of die laetste antwoorde ende deerste was, als dat monseur de Cordes hadde vernomen dat dye van sint Omaers huyte waren, omme in te nemene die stede van Aryen, ende van Bethune inder ghelijcke. Waer omme hy haestelicke sijne gaerde moeste seynden omme dat te belettene, ende bleuen aldus Typre totten.xij.sten dach vander maent. Ende binnen der middelen tijt, so verbarnden die vander Nyeupoort ende van Dixmude die stede van Oostende, metsgaders datter mijn heer van Meerwe weder voren quam, ende si gauen hem die stede ouere. Ende als hy daer binnen was met menichte van volcke, so pilgierde hi die stede, ende nam die rijcste gheuanghen ende voerdese ter Nyeupoort, ende si staken tvier in Oostende. Maer hadden si wel toe ghesien, ten hadde gheenen noot gheweist.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Duitsland

  • Frankrijk

  • Spanje

  • Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


Over dit hoofdstuk/artikel

plaatsen

  • Oostende


datums

  • 17 juni 1489

  • 22 juni 1489

  • 25 juni 1489

  • 30 juni 1489

  • 1 juli 1489

  • 6 juli 1489

  • 8 juli 1489

  • 9 juli 1489