Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor' (2013)

Informatie terzijde

Titelpagina van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'
Afbeelding van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'Toon afbeelding van titelpagina van De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.81 MB)

ebook (6.74 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Editeur

J.H. Winkelman



Genre

poëzie

Subgenre

ridderroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De fragmenten van de Limburgse 'Floyris en Blantsefluor'

(2013)–Anoniem Floyris, Trierse–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Fragment 7: Gesprek tussen de torenwachter en Floris

135[regelnummer]
in míme hus nů iet gescíet Ga naar voetnoot+
 
dat ug missevalle,
 
dat beteríc me talle. Ga naar voetnoot+
 
Havet er og hier gesoht,
 
des ic ug gehelpen mog,
140[regelnummer]
mit allen minen sinnen Ga naar voetnoot+
 
dat willic ug gewinnen.
 
Uwe ser dat is mie leit.
 
Gedenkit an uwer manheit
 
ende sagit mie al íwe tat.
145[regelnummer]
Of ic mac ic geve iu rat.’
 
Floyres die sprac do
 
mit sorgen den alden to:
 
‘Gir sprekit als ein gut man. Ga naar voetnoot+
 
Sint ic in uwe hus quam,
150[regelnummer]
mir negesciete nit mer wan gůet.
 
Andirs seric is min můet.
 
Here, ic sage iu wat mig wirre. Ga naar voetnoot+
 
Up disen selven turne
 
is Blant[seflůr ..... ,
155[regelnummer]
die na]m mir hat ende nit.
 
Duplike wart [......]

Vertaling

135[regelnummer]
‘[...] in mijn huis nu iets geschied
 
dat u niet bevalt, daarvoor
 
zal ik u helemaal schadeloos stellen.
 
Hebt u hier verder iets gezocht,
 
waaraan ik u kan helpen,
140[regelnummer]
dan wil ik mijn uiterste best doen
 
het voor u te verwerven.
 
Uw verdriet doet mij pijn.
 
Denk aan uw manhaftigheid
 
en vertel me alles wat u gedaan hebt.
145[regelnummer]
Als ik kan dan geef ik u raad.’
 
Floyris zei daarop
 
heel bezorgd tegen de oude heer:
 
‘U spreekt als een vriendelijk mens.
 
Sinds ik in uw huis gekomen ben,
150[regelnummer]
is mij uitsluitend goeds ten deel gevallen.
 
Mijn gemoed is om een andere reden bedroefd.
 
Heer, ik zeg u wat me dwars zit.
 
Bovenin deze toren
 
woont Blantsefluor [.....],
155[regelnummer]
die heeft men uit haat en nijd van mij afgenomen.
 
Door diefstal werd [......]

voetnoot+
135-137 Vgl. A, v. 1658-1660: ‘En’estes vos bien herbergiés?/ Se rien veés qui vos desplaise,/ amendé iert, se j’en ai aise’. (Vert.: Bent u niet goed ondergebracht? Als u iets ziet, wat u niet bevalt, zal dat verholpen worden, als ik daartoe in staat ben). Het opvallende verschil is echter dat in het Frans deze vriendelijke woorden door de bruggenwachter gesproken worden, terwijl ze in TR de torenwachter in de mond worden gelegd. (De Smet, 1962/1991, 207).
voetnoot+
137 ‘me talle’. Letterlijk: met al, geheel en al.
voetnoot+
140 ‘sinnen’. Mv. van ‘sin’, verstand.
voetnoot+
148-150 Vgl. A, v. 1661-1663: ‘Sire, fait il, vos dites bien,/ vostre merci. Mais nule rien/ d’endroit l’ostel ne me desplaist [...]’. (Vert.: Mijnheer, zegt hij, u spreekt vriendelijke woorden. Dank daarvoor. Maar wat dit verblijf betreft is er niets dat me niet bevalt). Floris spreekt in het Frans met deze woorden de bruggenwachter aan!
voetnoot+
152-155 Zie ook v. 3-5. Zowel in de bruggenwachter-episode als in de torenwachter-episode sluit Floris zijn verhaal af met een bijna gelijkluidende bekentenis. Vgl. A, v. 1761-1762: ‘et Blancheflor si est m‘amie./ Emblee me me fu par envie’. (Vert.: en Blancefoer is mijn vriendin. Ze werd door afgunst van mij afgenomen) en A, v. 2264-2268: ‘Lassus en la tor est m’amie,/ cele qui a non a Blanceflors./ [...] Emblee me fu par envie.’ (Vert.: Daarboven in de toren is mijn geliefde,/ die de naam Blancefloer draagt. [...] Ze werd door afgunst van mij afgenomen).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken