Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!' (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van 'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'
Afbeelding van 'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'Toon afbeelding van titelpagina van 'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.53 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Editeur

S.A.J. van Faassen



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

'Wat een degradatie, om van een Forum op een blad vol wijven terecht te komen!'

(1996)– [tijdschrift] Groot Nederland–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Briefwisseling tussen Menno ter Braak, Frans Coenen, J. Greshoff, Van Holkema & Warendorf, H. Marsman en S. Vestdijk over de reorganisatie van het letterkundig maandschrift Groot Nederland in 1935


Vorige Volgende

43 (XXVI) J. Greshoff aan Frans Coenen, 10 november 1935

Laten we dus deze zaak vootloopig even laten rusten. Ik ben je zeer erkentelijk voor je uiteenzetting, maar je zult wel begrijpen, dat je mij niet overtuigd hebt. Eén ding moet ik ter sprake brengen. Mijn bezwaar ging niet tegen het al of niet levendige der schrijfwijze van de critiekjes, maar tegen de substantie. Maar laten we hierover niet verder redekavelen. Wel doet je brief mij vermoeden, dat het noodzakelijk is nog eenige dingen duidelijk te zeggen.

Volgens jou zijn zakelijke en persoonlijke argumenten niet te scheiden, volgens mij wel. Volgens anderen ook, want ik heb indertijd toen A. Roland Holst, een van mijn oudste en beste vrienden, nog redacteur van De Gids was, meermalen verzen teruggekregen. Hier was de persoonlijke verhouding van geen enkele waarde voor het zakelijke oordeel. Ik heb er nooit over gedacht Roland Holst dit kwalijk te nemen. Door de redactie van Forum zijn bijdragen geweigerd van Slauerhoff, Du Perron, Helman, van tal van vrienden en medestanders, omdat men ze niet op peil achtte. Mij lijkt het de normale toestand. De omstandigheid, dat de auteur een van onze vrienden is, die in behoeftige

[pagina 77]
[p. 77]

omstandigheden verkeert, moreele steun noodig heeft, mag niet meetellen bij de beslissing over een plaatsing. Er is maar één criterium: het belang van het tijdschrift. Van dat ik door jouw vriendschappelijk vertrouwen in de redactie van G.N. geroepen ben, heb ik telkens waargenomen, hoe extra-litteraire motieven beslissend bleken. Ik geloof, zooals ik je al zeide, werkelijk dat het mogelijk is zakelijk te zijn en wanneer ik morgen als redacteur van G.N. mijn oordeel moet uitspreken over een bijdrage van een van mijn vrienden en ik acht die mislukt, dan belet niets mij om tegen te stemmen.

Dan nog iets. Denk er vooral om, dat er zich geen verkeerde meening bij je mag postvatten: het ligt niet in mij bedoeling om van G.N. een filiaal van Forum te maken. Forum was een strijdtijdschrift met een zeer bepaalde beteekenis in een bepaalde periode; G.N. daarentegen mag geen strijdtijdschrift worden. Het moet zoo algemeen mogelijk een beeld geven van de actualiteit der Nederlandsche litteratuur. Iedere eenzijdigheid is uit den booze. Het mag niet afhankelijk gesteld worden van een richting, een strooming, een school, een groep, een vriendenkring. Hoe bonter, hoe beter, maar: in alle richtingen moeten wij naar de kwaliteit zoeken. Ik zou dan ook altijd stemmen voor een bijdrage, die geheel tegen mijn persoonlijke concepties gaat, mits ik erken, dat ze in hun soort goed zijn. Ik kan je zonder overleg gepleegd te hebben, wel haast zeker zeggen, dat zoowel van Nijlen als Vestdijk deze opvatting volkomen deelt. Je behoeft dus nooit bezorgd te zijn, dat G.N. in een bepaald vaarwater komt.

Mijn bezwaren tegen Eva Raedt zijn dan ook absoluut geen richtingsbezwaren, maar kwaliteitsbezwaren.

Ik hoop, dat hiermede aan onze omvangrijke correspondentie een einde is gekomen. Ik moet je zeggen, dat die mijnerzijds gevoerd werd met hetzelfde gevoel van zakelijkheid, dat ik hierboven omschreef. Ik heb gemeend - terecht of ten onrechte - maar met mijn volle overtuiging, dat een radicale verandering in G.N. voor de toekomst van het blad noodig was. Ik heb daarbij voortdurend geprobeerd onze persoonlijke verhouding buiten spel te laten. Ik heb de alleraangenaamste herinnering aan de uren, die ik in je gezelschap heb doorgebracht en het denkbeeld je onaangenaam te zijn, heeft mij meermalen gekweld. Meer dan eens ook heb ik de neiging gevoeld deze correspondentie

[pagina 78]
[p. 78]


illustratie
Omslag van de eerste aflevering van Groot Nederland met vermelding van de redactiesamenstelling na de reorganisatie, januari 1936.


[pagina 79]
[p. 79]

stop te zetten en je te schrijven: laten we het maar bij het oude houden, maar telkens kreeg toch mijn gevoel van de noodzakelijkheid om G.N. te bestendigen door een verjongingskuur de overhand. Ik hoop van ganscher harte, dat je deze gansche geschiedenis, ook al ben je het in menig opzicht niet met mij eens, op de juiste wijze zult willen beoordeelen, nl. even zakelijk als mijn opzet was, wees daarvan overtuigd, waarde vriend, dat nooit om je onaangenaam te zijn, omdat ik meende niet anders te kunnen onderhandelen. Het heeft mij kopzorgen genoeg gekost omdat ik nog altijd bezield ben met dezelfde gevoelens van kameraadschappelijkheid, waardeering en erkentelijkheid te jouwen opzichte.

Meldt mij even op een briefkaartje of je Vrijdagmiddag in Dordt kunt komen, 22 November, b.v. om een uur of vier, dan kan ik er 's avonds om een uur of tien weer uit naar Brussel. Schrijf mij p.o. dan kan ik Vestdijk en Van Nijlen verwittigen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • S.A.J. van Faassen

  • Jan Greshoff

  • Menno ter Braak

  • Frans Coenen

  • Simon Vestdijk

  • H. Marsman

  • Jan van Nijlen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 10 november 1935