Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 12 (1994) (1995)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 12 (1994)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 12 (1994)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 12 (1994)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 12 (1994)

(1995)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Nederlands in culturele context. Handelingen twaalfde Colloquium Neerlandicum


Vorige Volgende
[pagina 109]
[p. 109]

De dynamiek tussen heden en verleden in Het vijfde zegel en De nadagen van Pilatus van S. Vestdijk
Jane Fenoulhet (Londen)

‘A much neglected aspect of the historical novel is the rich tension between the novel's past and the novelist's present.’ (Humphrey, 1986)

De spanning tussen heden en verleden is een van de aspecten van de historische roman waarnaar gekeken wordt in eigen recent onderzoek naar enkele historische romans die in de jaren dertig in Nederland verschenen zijn. In het project worden de romans onderzocht op de manier waarop uiting gegeven wordt aan het bewustzijn van het tijdsverschil tussen de periode in het verleden die uitgebeeld wordt en de tijd waarin de roman geschreven is. Er kunnen hierbij twee aspecten onderscheiden worden:

1.De verhouding tussen heden en verleden die de diachronische as vormt van de historische roman en die door David Roberts in zijn inleiding tot The Modern German Historical Novel. Paradigms, Problems and Perspectives ook aangeduid wordt als het externe historische hiaat (‘external historical hiatus’; Roberts en Thomson, 1991, p. 3).
2.De verhouding tussen historisch feit en fictie - de synchronische as - die in hetzelfde artikel als het interne poëticale hiaat (‘internal poetic hiatus’) beschreven wordt.

Samen kunnen deze twee aspecten misschien gebruikt worden om een descriptief kader te ontwikkelen voor het in kaart brengen van de historische roman sinds ongeveer 1930. Men kan zich een typologie van de historische

[pagina 110]
[p. 110]

roman indenken met drie of vier in elkaar overlopende categorieën met aan het ene uiterste escapisme, of ontkenning van het heden waarbij het tijdsverschil niet als problematisch ervaren wordt; en aan het andere transformatie van het nu; met daartussenin afstand van het nu.

 

In deze bijdrage wordt slechts naar het eerste aspect - het externe historische hiaat - gekeken. Een hiaat signaleert een leemte, een kloof, en de schrijver van een historische roman voelt zich gedwongen om een dubbel hiaat te overbruggen. Dit feit leidt tot verschillende oplossingen. In ‘Over de historische roman’, een lezing die Vestdijk in 1966 in Groningen hield, (Vestdijk 1968, p. 206) betreurde de auteur zelf deze kloof als oorzaak van de tekortkomingen van de historische roman. Kort samengevat: de noodzaak om het verleden door middel van beschrijvingen in het heden op te roepen overbelast de roman. Terzelfder tijd maakt een te weinig kennis omtrent het innerlijke leven van mensen uit het verleden een ‘zakelijk verantwoorde psychologie’ onmogelijk, volgens Vestdijk.

 

Het problematische van de historische roman wordt hier vanuit een andere invalshoek benaderd: die van de dynamiek die ontstaat als gevolg van de kloof tussen heden en verleden - het ‘externe historische hiaat’. Misschien valt er heel wat meer te ontdekken in een historische roman als men negatieve uitspraken zoals die van Vestdijk dat ‘de historische roman altijd te kort zal moeten schieten’ even opzij zet.

 

Menno ter Braak, geen liefhebber van historische romans, laat zich over Het vijfde zegel in De duivelskunstenaar enigszins positief uit. Hij contrasteert de ‘goedkope illusie’ van ‘de Ina Boudiers en Maurits Dekkers die ... alle tijden in wezen identiek ... stellen’ met Het vijfde zegel: ‘hier het besef van alle barrières, die tussen 1600 en 1937 liggen opgeworpen’ (Ter Braak, 1951, p. 234). Om de uitspraak van Ter Braak in termen van de bovengeschetste categorieën uit te drukken: het werk van de eerste twee auteurs kunnen we

[pagina 111]
[p. 111]

als escapistische beschouwen, terwijl Vestdijk zich bewust toont van de afstand tussen nu en toen.

De dynamiek tussen heden en verleden ontstaat uit verkeer in beide richtingen.

Verleden naar heden

Dit aspect benadrukt continuïteit in onze culturele geschiedenis, hierbij de kloof tussen verleden en heden feilloos overbruggend. El Greco, de hoofdpersoon van Het vijfde zegel, heeft een plaats in de Europese cultuur van nu, en de schilderijen waaraan hij in de roman werkt bestaan nog, zijn èn van toen èn van nu. De Spaanse Inquisitie, hoewel tot het verleden behorend, is een levend begrip - leidt nu nog een eigen bestaan als symbool van machtsmisbruik op grote schaal in naam van een geloofsstelsel met als doel het elimineren van alle oppositie.

 

Als men naar De nadagen van Pilatus kijkt, moet men constateren dat de drie hoofdfiguren ook buiten de roman als vertegenwoordigers fungeren van bepaalde menselijke hoedanigheden. De bestaande associaties worden opgeroepen door de namen alleen: Pilatus - gezichtsloos instrument van de macht van Rome, zelf machteloos; Maria Magdalena - de ‘gevallen vrouw’; Caligula - de krankzinnige tiran met echte macht. Vestdijk speelt met deze zelfstandige betekenis door de bekende figuren te laten optreden in overeenstemming met hun typische eigenschappen, maar tegelijkertijd schept hij een driehoeksverhouding die inbreuk doet op de overlevering. (Een mooi voorbeeld van de spanningen die veroorzaakt worden door het interne hiaat, de confrontatie tussen feit en fictie.)

[pagina 112]
[p. 112]

Heden naar verleden

Met het heden wordt de tijd bedoeld waarin de romans geschreven werden, die intussen zelf geschiedenis is geworden: dat wil zeggen de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog. Als het heden een moeilijk onderwerp voor openbare discussie is, omdat de meningen over de gebeurtenissen sterk uiteenlopen, kunnen ideeën soms beter geuit worden door huidige preoccupaties naar een andere tijd te transponeren. In de jaren dertig ziet men een opleving van de historische roman onder Duitse schrijvers zoals Heinrich Mann, Leon Feuchtwanger en veel anderen. In Vestdijks romans uit deze tijd zijn ook de sporen te ontdekken van wat er op Europees niveau gebeurt, en ook op het beperktere Nederlandse literaire niveau.

Europese gebeurtenissen

Als ik nu enkele karakteristieken opsom van het beeld dat van het zestiendeeeuwse Spanje in Het vijfde zegel wordt gegeven, kan men zelf de parallellen zoeken met Duitsland in de jaren dertig. De uitbeelding van de Inquisitie laat de werking van deze organisatie en de psychologie van belangrijke machtsfiguren zien, en toont het cynische misbruik van macht. Vestdijk schildert de Inquisitie als instrument van politieke macht dat optreedt onder het mom van instrument van de kerk. Erger nog: de organisatie is onderhevig aan de grillen van machtswellustige individuen, en het resulterende willekeurige optreden vergroot de sfeer van terreur. De plaatselijke Inquisiteur, Don Pedro Moya de Contreras, een decadent individu, leidt een gevarieerd leven op seksueel gebied. Moorse jongetjes zowel als onwillige vrouwen genieten de voorkeur. Het is juist het feit dat El Greco zijn vrouw Geronima niet aan hem wil afstaan dat de doorslag geeft bij het besluit om Greco door de Inquisitie te laten vervolgen. Het systeem is zo cynisch en corrupt dat Don Pedro zich vanzelfsprekend van vals bewijsmateriaal bedient.

[pagina 113]
[p. 113]

Naast individuen worden ook groepen vervolgd, met name de joden:

‘... hier in Toledo zijn we overvoerd met werk en de gevangenissen zijn vol ... - alleen voor Judaïsme is nog een gaatje te vinden.’ (Hvz, p. 297)

In feite gaat de roman verder en biedt een vrij gedetailleerd en analytisch inzicht in totalitaire methodes zoals massamanipulatie of vervolging van dissidenten. De roman opent met een verhaal van een auto-de-fe dat de lichamelijke wreedheid en het ontmenselijkend effect van de Inquisitie benadrukt. Het auto-de-fe blijkt hier een geschikt middel te zijn om de massa's te manipuleren door hun een wreed spektakel aan te bieden dat ze op grond van religie kunnen rechtvaardigen. Dus spreekt het gebeuren niet alleen de ‘lagere’ instincten aan zoals bloeddorst, maar ook ‘hogere’ geloofsidealen. Ook belangrijk voor dit manipuleren van de massa is de leider, in dit geval de koning, Filips II, die een rol speelt bij de rituelen:

‘... het door de koning ontblote zwaard trilde niet, zijn gezicht leek van was ... en het ‘amen’ van het volk ... werd gevolgd door de frenetieke kreet: ‘Viva El Rey!’.’ (Hvz, p. 13)

Er is nog een opvallend voorbeeld van massaregie: de straatpredikatie over de joden op een feestdag. De parallellen met de propaganda van de nazi's zijn overduidelijk:

‘... De Joden ruïneren ons. Zij verbergen hun geld ... De heilige moederkerk wordt ondermijnd door geheim Judaïsme. Er is onder deze duivels zeker nog wel deze of gene, geloof mij vrij, die crucifixen vernielt en gestolen hostiën ontheiligt ...’ (Hvz, p. 201)

Het spreekt vanzelf dat elementen van het Nationaal Socialisme in essentie overgebracht worden op de historische setting. We hebben hier niet te

[pagina 114]
[p. 114]

maken met het Duitsland van de jaren dertig zomaar overgeplant naar zestiende-eeuws Spanje. Historische en poëticale overwegingen bepalen in hoeverre elementen uit het heden in het verleden vertaald kunnen worden.

 

De nadagen van Pilatus biedt ook geen systematische transformatie van het nu. De verhaallijn, personages, en de sfeer die hun hoogtepunt bereiken met een orgie van moord grijpen de lezer intens aan. Weer hebben we te maken met resonanties uit het nu, waarbij huidige preoccupaties via de schijnbare veiligheid van het verleden geuit worden. Zo veilig blijkt deze afstand niet te zijn - veel minder dan in Het vijfde zegel . De wrede gewelddadige scènes uit het verleden waarmee het boek eindigt, dienen gelezen te worden in het licht van de confrontatie met het heden.

 

Er is al gewezen op ‘de parallel Caligula-Hitler’ (Van der Paardt, 1983). De machtswellust van Caligula die verantwoordelijk is voor het martelen en moorden van velen, waaronder joden, roept onvermijdelijk vergelijking met de figuur van Hitler op. Juist de keuze van Caligula houdt al een uiterst negatief oordeel over Hitler in, namelijk dat hij krankzinnig is. De analyse van Caligula die de roman bevat kan ook op Hitler betrokken worden: de hang naar sterkte gaat gepaard met lichamelijke zwakheid; de machtswil dekt een minderwaardigheidsgevoel; en om zijn groeiende megalomanie te voeden, moet hij zich tot ‘de menselijke of goddelijke historie’ (NvP, p. 123) wenden.

 

Pilatus lijkt in één opzicht het tegenovergestelde te zijn van Caligula: hij is lichamelijk sterk, maar geestelijk zwak. Hoewel hij de functie heeft van machtsinstrument, zwicht hij voor de joden die Christus dood willen zien: publieke opinie weegt zwaarder dan het verre Rome. In zijn verhouding met Maria Magdalena, ‘de Joodse vrouw’, blijkt hij impotent op seksueel en op moreel gebied door haar aan Caligula af te staan en door haar aan haar vreselijk lot over te laten. Tirannen zoals Caligula hebben naast beulen ook slappelingen zoals Pilatus nodig die niet ingrijpen. Als Pilatus een tegenhanger heeft in het nu, lijkt het eerder een collectieve dan een individuele.

[pagina 115]
[p. 115]

Maria Magdalena lijkt een positiever personage te zijn omdat zij onafhankelijk is en haar idealen niet wil compromitteren. Het diepe pessimisme waarvan de roman doordrongen is, komt tot uiting in het feit dat Maria hieraan ten onder gaat op de meest gruwelijke en vernederende wijze. Gaat het te ver in dit slachtoffer een symbool van de joodse slachtoffers van het Nationaal Socialisme te zien? Ze wordt wel door andere romanpersonages als de ‘Joodse vrouw’ gezien, hoewel zij zelf onafhankelijk wil zijn van beide groepen - de joden en de christenen. Vestdijk laat duidelijk zien dat de vroegste christenen nog geen aparte identiteit hadden - de groep bestaat uit joden en Grieken. Voor de joden die Christus lieten kruisigen en voor Pilatus bleef deze ook een ‘gekruisigde Jood’. De roman toont het begin van een leer die het joods-zijn als niet wenselijk beschouwt - de kiem van het antisemitisme misschien.

De Nederlandse literaire wereld

Naast een heden op het niveau van een historisch wereldgebeuren, vindt men in Het vijfde zegel ook een heden dat het debat over de functie van kunst en de rol van de kunstenaar weergeeft. De roman speelt precies in de periode van de crisis die Greco als kunstenaar doormaakt, en de oplossing ervan blijkt een bevestiging te zijn van continuïteit met het verleden. Uiteindelijk wijst El Greco het soort artistieke vernieuwing af dat een volledige breuk met de traditie betekent.

Aan het begin van het verhaal hanteert El Greco een traditionele schilderstijl. Ontevredenheid hiermee doet hem experimenteren met een uiterst subjectieve aanpak waarbij de inhoud, die door zijn diepste gevoelens ingegeven wordt, de vorm bepaalt. El Greco ervaart deze aanpak als een soort waanzin, en komt ervan terug.

 

Oorspronkelijk reageerde El Greco tegen de beperkingen die door de traditie aan een kunstenaar worden opgelegd. Financiële afhankelijkheid van op-

[pagina 116]
[p. 116]

drachten van koning en kerk legde beperkingen op de inhoud en de vorm van zijn schilderijen. Zijn reactie hiertegen leidde tot een emotioneel in plaats van rationeel geïnspireerde kunst, en ‘het schone’ werd niet meer nagestreefd.

‘Het is nieuw, men moet breken met de klassieke canon, waarvan de laatste resten onder alle schilders van deze tijd rondspoken, breken met het schone, dat nergens bestaat, wáár men het oog ook heen wendt op de wereld; daarmee af te rekenen.’ (Hvz, p. 172)

El Greco zocht zijn modellen niet meer onder de heersende klasse, maar onder de armen en uitgestotenen. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is De Opening van het vijfde zegel:

‘... het waren de losgebroken oerkrachten in gepijnigde wezens, die God zijn lankmoedigheid verweten ...’ (Hvz, p. 265)

Later, na de twee grote confrontaties met de Inquisitie en de ‘spion’ Esquerrer, ontdekt El Greco dat het schilderij hem koud laat: ‘Hadden deze werken alleen waarde, aanschouwd in dezelfde toestand van inspiratie waarin ze geschilderd waren?’ (p. 386). Hij concludeert dat het beter zou zijn de ‘vormloosheid, wanorde en vooral willekeur’ (p. 413) te ruilen voor een sociaal geïntegreerd leven - ‘een gemiddelde kunstbeoefening, een rustiger middenstand, klassieke harmonie ...’ (p. 388).

 

Hella Haasse (1970) vermoedt dat Vestdijk met dit boek kritiek levert op de ‘te eenzijdige waardering van de destijds toonaangevende letterkundigen, met name Menno ter Braak, voor de realistische, psychologisch-analyserende aanpak van materiaal dat men ‘dicht bij huis’ kan noemen’. Haasse legt de nadruk op de geestesgesteldheid waarin De opening van het vijfde zegel geschilderd werd, maar schenkt geen aandacht aan de ontwikkeling die El Greco doormaakt. Als men het verhaal van zijn kunstenaarschap in zijn

[pagina 117]
[p. 117]

geheel neemt, moet men, mijns inziens, constateren dat de roman lijkt te pleiten voor een terugkeer naar traditioneler vormen na een overwegend subjectivistische aanpak met te veel nadruk op het individu: liever vorm dan ‘vent’, of, beter gezegd, een evenwicht tussen de twee.

Bibliografie

BRAAK, Menno ter. ‘De duivelskunstenaar’, in: Verzameld werk, vol. 4. Amsterdam, 1951.
ROERMAN, Bruce M. The German Historical Novel in Exile after 1933. Calliope Contra Clio. University Park & London, 1986.
HAASSE, Hella S. Tweemaal Vestdijk. Amsterdam, 1970.
HUMPHREY, Richard. The Historical Novel as Philosophy of History. London, 1986.
PAARDT, Rudi van der. ‘In het spoor van Nellie. Over Vestdijks antieke romans en verhalen’, in: Vestdijkkroniek. December 1983, no. 41.
ROBERTS, David en Philip THOMPSON. The Modern German Historical Novel. Paradigms, Problems and Perspectives. New York/Oxford, 1991.
VESTDIJK, S. De nadagen van Pilatus. Amsterdam, 1959.
VESTDIJK, S. Het vijfde zegel. 's-Gravenhage-Rotterdam, 1979.
VESTDIJK, S. ‘Over de historische roman’, in: Gallische facetten. Den Haag, 1968.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 3 september 1994

  • 2 september 1994

  • 1 september 1994

  • 31 augustus 1994

  • 30 augustus 1994

  • 29 augustus 1994

  • 28 augustus 1994


Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Het vijfde zegel

  • over De nadagen van Pilatus


auteurs

  • Jane Fenoulhet

  • over Simon Vestdijk