Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Colloquium Neerlandicum 14 (2000) (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Colloquium Neerlandicum 14 (2000)
Afbeelding van Colloquium Neerlandicum 14 (2000)Toon afbeelding van titelpagina van Colloquium Neerlandicum 14 (2000)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
lezing / voordracht


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Colloquium Neerlandicum 14 (2000)

(2001)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Perspectieven voor de internationale neerlandistiek in de 21ste eeuw. Handelingen Veertiende Colloquium Neerlandicum


Vorige Volgende
[pagina 291]
[p. 291]

De toekomst ligt in de bronnen van het verleden
Piet Verkruijsse (Amsterdam)

Wie geschiedenis wil schrijven, moet zijn bronnen kennen. Dat betekent dat men in staat moet zijn die bronnen op te sporen, te beschrijven, op hun waarde (autoriteit) te schatten en ze te interpreteren. De omgang met bronnen uit het verleden is een arbeidsintensieve bezigheid die steeds meer in het gedrang komt door de kortere studieduur en daarbinnen door een meer brede dan diepe opleiding in een bepaalde discipline. Voor basisvaardigheden als codicologie, paleografie en analytische bibliografie, die men pas goed onder de knie krijgt door er veel mee te oefenen, is steeds minder plaats ingeruimd in het universitaire curriculum.

 

Er is alle aanleiding om naar andere middelen te zoeken om studenten vertrouwd te maken met de bronnenproblematiek. De automatisering maakt het mogelijk websites of cd-rom's te maken die zeer veel informatie, waaronder ook beeldmateriaal, kunnen bevatten en onderwijs op afstand tot de mogelijkheden doen behoren.

 

Op het Veertiende Colloquium Neerlandicum te Leuven heb ik een prototype gedemonstreerd van een cd-rom, Ad Fontes , die een mogelijke structuur geeft voor een cursus Nederlands als bronnentaal. De inhoud daarvan is grotendeels gebaseerd op materiaal dat bij de opleiding Nederlandse taal en cultuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam tot voor kort werd gebruikt in de vorm van syllabi. Voor de afzonderlijke modules ‘Paleografie’, ‘Archivistiek’ en ‘Analytische Bibliografie’ was geen ruimte meer in het nieuwe studieprogramma, zodat er ook vanuit de eigen opleiding behoefte ontstond om te experimenteren met de nieuwe media.

 

Voor onderwijs in het Nederlands als bronnentaal elders - met name in die gebieden waar men zonder veel kennis van het moderne Nederlands bronnen moet bestuderen die gesteld zijn in het Nederlands van de 16de tot de 18de eeuw - zal een andere didactische en inhoudelijke aanpak nodig

[pagina 292]
[p. 292]

zijn dan voor studenten Nederlands hier. Ik vertrouw erop dat dáár, met name in Indonesië, én hier, met name bij deskundigen in tweedetaalverwerving (zie het artikel Het ‘hoe’ en ‘wat’: inventarisatie en didactiek van Nederlands als bronnentaal van Van Kalsbeek in deze bundel), voldoende expertise aanwezig is om mij te informeren over een aangepaste vorm en inhoud van het materiaal. Een cursus zoals die van Erasmus Educatief, Bahasa Belanda sebagai Bahasa Sumber, zou zonder al te veel moeite aangepast kunnen worden voor opname op de cd-rom Ad Fontes. Het toevoegen van geluid (gesproken woord, muziekfragmenten) behoort uiteraard ook tot de mogelijkheden.

 

De structuur die op de demonstratie-cd-rom aanwezig is, is de volgende:

Inhoud NBT
Colofon
Termenlijst
Problematiek van geschreven, gedrukte en geëditeerde bronnen
Het systematisch opsporen van bronnen
>Het opsporen van gedrukte bronnen
>> Systematische bibliografie
>> Titelbeschrijving
>Het opsporen van geschreven bronnen
>> Archivistiek
>> Manuscripten en brieven
De materiële bronnenproblematiek
>Gedrukte bronnen
>> Paleotypie
>> Analytische bibliografie
[pagina 293]
[p. 293]
>Geschreven bronnen
>> Paleografie
>> Manuscriptografie
>Geëditeerde bronnen
>> Bronnenuitgaven
>> Tekstedities
De immateriële bronnenproblematiek
>16de- en 17de-eeuws Nederlands
>Woordenboekgebruik

Ad Fontes biedt in principe een complete cursus - nu nog toegespitst op studenten Nederlands intra en wellicht ook op docenten extra muros - voor de omgang met Nederlands bronnenmateriaal uit de periode van de 16de tot de 19de eeuw, van de heuristiek (het opsporen van bronnen), via de bestudering van de materiële en de inhoudelijke problematiek, tot het inleiden in het editeren en publiceren. De belangrijkste vragen bij de bestudering van alle categorieën bronnen, die naar de autorisatie van het materiaal, staan daarbij steeds centraal:

•wie is de samensteller van de tekst: een auteur, een bewerker, een vertaler, een instantie, een editeur?
•wie is de samensteller van de bron: een auteur, een bewerker, een vertaler, een instantie, een editeur, een drukker-uitgever?
•wanneer is de tekst geschreven, bewerkt, vertaald, gedrukt, uitgegeven, geëditeerd?
•welke vorm heeft de bron: archiefstuk, autograaf, apograaf, klad, kopij, drukproef, druk, herdruk, editie?
•welke vorm heeft de tekst: een literaire vorm, een niet-literaire vorm, een archivalische vorm?
•in welke taal is de tekst gesteld: 16de-eeuws, 17de-eeuws, 18de-eeuws Nederlands?
•met welke bedoeling zal de tekst geschreven, bewerkt, vertaald, uitgegeven en geëditeerd zijn?
[pagina 294]
[p. 294]

In de inhoudsopgave links in het frame kunnen de onderdelen aangeklikt worden die bij het opsporen en bestuderen van bronnen nodig zijn. Door de modulaire opzet is het mogelijk de gehele cursus systematisch door te lopen of een bepaald onderdeel daarvan te kiezen. Verschillende onderdelen hebben weer onderverdelingen die telkens op de desbetreffende pagina's worden aangegeven en die via hyperlinks bereikbaar zijn. In een aantal onderdelen zijn hyperlinks naar relevante websites op het internet aangebracht en is beeldmateriaal verwerkt ter illustratie en om mee te oefenen. Gemaakte oefeningen kunnen desgewenst naar een docent per email verstuurd worden. Afbeeldingen van archivalia kunnen via Acrobat Reader afzonderlijk gemanipuleerd (vergroot, verkleind) en afgedrukt worden.

 

Binnen Ad Fontes zijn - in het onderdeel ‘Systematische Bibliografie’ - twee andere webs geïntegreerd: BIZON en KARBOUW, beide nog in het ontwerpstadium. BIZON - Bibliografisch Zoekprogramma Nederlandse letterkunde - is al langer afzonderlijk verkrijgbaar, maar nog steeds als DOS-programma. Het ligt in mijn voornemen dat de komende tijd om te bouwen tot een Windows-versie, waarvan op de cd-rom een eerste opzet te zien is. KARBOUW - Koloniale en postkoloniale literatuur: ARchieven, Boeken, Onderzoeksinstituten, Universiteitsbibliotheken, Wetenschappelijke instellingen - moet een met BIZON vergelijkbaar programma worden voor de koloniale en postkoloniale literatuur, samen te stellen door dr. A.N. Paasman. Meer van dergelijke heuristische gidsen voor andere vakgebieden die worden opgesomd in de module ‘Systematische Bibliografie Vakspecifiek’, zouden zonder al te veel inspanning gedigitaliseerd kunnen worden.

 

De demonstratieversie van Ad Fontes is in korte tijd tot stand gekomen omdat er vrij veel eigen materiaal digitaal beschikbaar was. Daarnaast hebben Annet de Korne en Tineke Rinkel toestemming gegeven om hun Cursus zestiende- en zeventiende-eeuws Nederlands voor dit doel te digitaliseren. Het onderdeel daarvan met teksten en bijbehorende vragen kan wellicht in de toekomst aan het nieuwe medium aangepast worden. Drs. Paul Dijstelberge van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam heeft veel tijd besteed aan het scannen van tekst, het digitaal fotograferen van illustraties en het branden van de cd-rom.

[pagina 295]
[p. 295]

Als er echter een voor zeer diverse doelgroepen hoogwaardig product op de markt moet komen, dan zal er nog veel tijd in Ad Fontes geïnvesteerd moeten worden. Ik denk aan een redactiecommissie met vertegenwoordigers van de diverse doelgroepen die vooral op inhoudelijk terrein suggesties en materiaal zou moeten leveren. Ook een financiële investering is nodig, in de eerste plaats om de demoversie extra en intra muros zijn weg te laten vinden, wat de enige manier is om feedback op Ad Fontes te krijgen.

 

Technische gegevens: de cd-rom dient geraadpleegd te worden via Internet Explorer. Deze browser kan - indien niet aanwezig - geïnstalleerd worden vanaf Ad Fontes. Hetzelfde geldt voor Acrobat Reader dat meegeleverd wordt op de cd-rom. De cd-rom kan geraadpleegd worden in een Macintosh-, OS2-, Unix- en Windows-omgeving.

 

Voor nadere informatie kan men contact opnemen met P.J. Verkruijsse, Leerstoelgroep Historische Nederlandse Letterkunde <http://www.hum.uva.nl/nhl> Afdeling Nederlandse Taal en Cultuur, Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam, Spuistraat 134, 1012. VB Amsterdam, +31 (0)20 5254717, e-mail: piet.verkruijsse@hum.uva.nl.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

datums

  • 2 september 2000

  • 1 september 2000

  • 31 augustus 2000

  • 30 augustus 2000

  • 29 augustus 2000

  • 28 augustus 2000

  • 27 augustus 2000


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • P.J. Verkruijsse