Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handboek voor den soldaat (KMA Breda) (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handboek voor den soldaat (KMA Breda)
Afbeelding van Handboek voor den soldaat (KMA Breda)Toon afbeelding van titelpagina van Handboek voor den soldaat (KMA Breda)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.50 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handboek voor den soldaat (KMA Breda)

(1937)–Anoniem Handboek voor den soldaat–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

Hoofdstuk IX. Handgranaten.

De scherpe handgranaat dient:

a.voor bestrijding van levende doelen op korten afstand, ook wanneer deze verticaal zijn gedekt; zij kan nog met kans op goeden uitslag worden gebruikt, wanneer wegens gevaar voor eigen troepen geschutvuur of ander vuur moet worden gestaakt;
b.voor bestrijding van vecht- en pantserwagens;
c.voor het leggen van een klein mijnenveld.

De eisch, dat de handgranaten zoo min mogelijk gevaar mogen opleveren voor de werpers zelven, heeft er toe geleid, twee soorten samen te stellen, namelijk:

a. Aanvalshandgranaten.

De uitwerking op levende doelen berust op gasdruk en scherfwerking. De gasdruk is beperkt tot ongeveer 1 meter, de scherfwerking tot ongeveer 10 meter van het springpunt. De moreele werking van deze handgranaten is groot.

Door de beperkte werkingssfeer kunnen zij worden gebruikt, wanneer de werpers geen voldoende dekking tegen scherfwerking hebben, dus in het algemeen bij den aanval.

Tot deze soort behoort de scherpe eihandgranaat No. 3.

b. Verdedigingshandgranaten.

De uitwerking berust op scherfwerking tot op vrij grooten afstand van het springpunt en is verder van moreelen aard. Deze handgranaten worden gebruikt, wanneer de werpers voldoende dekking hebben, dus in het algemeen bij de verdediging.

Tot deze soort behoort de scherpe eihandgranaat No. 1.

De scherpe handgranaten bevatten:

een ontstekingsinrichting,
een beveiliging tegen ontijdige werking,
een slagpijpje en
een springlading.
Zoowel de scherpe eihandgranaat no. 1 als de No. 3 zijn z.g.n. tijdhandgranaten; zij worden ontstoken even vóór, dan wel op het oogenblik, waarop het projectiel de hand verlaat; zij branden door, totdat het vuur de springstof in het slagpijpje bereikt, waarna zij springen.
[pagina 57]
[p. 57]

Beschrijving en werking van de handgranaten.

Eihandgranaten No. 1.

Scherpe Eihandgranaat No. 1.

Het uitwendig zwart geverfde, holle granaatlichaam is van gietijzer, eivormig, met kop, waarop aan den buitenkant een grove schroefdraad. Het is in den kop en aan de onderzijde open; het gat aan de onderzijde heeft inwendig schroefdraad en wordt afgesloten door een sluitschroef met looden ring.

De sluitschroef is voorzien van een vilten schijfje; dit schijfje dient om te voorkomen, dat trotyl in de messingen huls komt.

Voor het afsluiten van den kop wordt een blikken sluitdop gebruikt met schroefdraad gelijk aan dien om den kop.

De sluitdop doet tevens dienst als veiligheidsinrichting.

De luchtdichte afsluiting wordt hier verkregen door een ring van caoutchouc, welke op den kop van de granaat is vastgeplakt.

In den kop van de granaat is een messingen huls geplaatst, welke, onder den kop vernauwd, tot aan den sluitschroef reikt.

De ontstekingsinrichting bestaat uit:

a.Een houten klosje, waarin een koperen hoedje met wrijvingssas.Ga naar voetnoot1)
Door de sas loopt een trekker van ijzerdraad; deze is buiten de granaat tot een oog gebogen, waaraan een aftreklijn met looden knoop is bevestigd.
De onderzijde van den trekker is van hakkels voorzien.
Het houten klosje is geplaatst in het wijde gedeelte van de messingen huls.
Het oog van den trekker, de aftreklijn en de looden knoop zijn ondergebracht in den sluitdop.
b.Een zundertje, zijnde een koperen hulsje, volgeperst met buskruit, en geplaatst in de messingen huls onder het houten klosje.
c.Het slagpijpje No. 6, bestaande uit een koperen huls met bodem, van onderen naar boven gevuld met ± 0,5 gram tetryl, ± 1 gram slagkwik, een messingen binnenhulsje, gevuld met sasringenkruit en een weinig meelpulver als aanvuring.Ga naar voetnoot1)

De springlading bestaat uit ± 65 gram los trotyl.

Het gewicht van de gereed zijnde handgranaat is 0,7 kg.

De brandtijd van het zundertje en het slagpijpje is ± 3,4 sec. Dit is

[pagina 58]
[p. 58]

de tijd, welke verloopt tusschen het uittrekken van den trekker en het springen van de handgranaat en dient tot vertraging van de ontsteking en daardoor tot het verkrijgen van de noodige veiligheid voor den werper.

Bij het voor gebruik gereedmaken van de handgranaat wordt zij, terwijl de kop naar beneden is gekeerd, met den wand - niet te hard - tegen een houten voorwerp gestooten, waardoor de springlading trotyl van den bodem wordt verwijderd en in elkaar wordt gewerkt. Dit dient om te voorkomen, dat, bij het uitdraaien van de sluitschroef, trotyl in de messingen huls komt.

Mocht toch - bij uitzondering - trotyl in de messingen huls komen, dan verwijdert men dit met behulp van een ontlaadschroef.

Deze schroef is een doorboorde sluitschroef van een scherpe eihandgranaat No. 1, voorzien van een buisje, dat juist past om de messingen huls.

Bij gebruik wordt de ontlaadschroef op de handgranaat gedraaid en deze daarna omgekeerd.

Op overeenkomstige wijze verwijdert men het slagpijpje uit de handgranaat.

Na het uitdraaien van de sluitschroef wordt het slagpijpje zoodanig ingebracht, dat zijn bodem ongeveer gelijk komt met het uiteinde van de messingen huls; daarna wordt de sluitschroef weder, met behulp van een schroevedraaier, zoo vast mogelijk ingedraaid.

Werking. Het uittrekken van den trekker veroorzaakt het ontbranden van de wrijvingssas, waarna de vulling van het zundertje en het sasringenkruit (c.q. meelpulver) in het slagpijpje, verbrandt.

Zoodra het vuur op het slagkwik is overgegaan, ontploffen het slagpijpje en de springlading, wat het springen van de granaat tengevolge heeft.

Halfscherpe Eihandgranaat No. 1.

Deze komt overeen met de scherpe eihandgranaat No. 1, doch bevat in de plaats van de springlading zand en zaagsel.

Ter herkenning is om het projectiel een gele band geverfd.

Zij dient om in de plaats van de scherpe eihandgranaat No. 1 te worden gebruikt, teneinde met de wijze van ontsteking en met de werking vertrouwd te geraken.

Het voor gebruik gereedmaken van de handgranaat en, zoo noodig, het verwijderen van het slagpijpje, geschiedt zooals voor de scherpe eihandgranaat No. 1 is aangegeven.

Op overeenkomstige wijze heeft het verwijderen van zand en zaagsel uit de messingen huls plaats.

[pagina 59]
[p. 59]

Oefeningseihandgranaat No. 1A.

Deze komt, wat de uitwendige vorm betreft, overeen met de scherpe eihandgranaat No. 1; zij is geheel rood geverfd.

De aftrekinrichting bestaat uit een stalen splitveer met aftreklijn en looden knoop, aangebracht in een ijzeren afsluitstop, welke in de bovenopening der granaat met een bevestigingsschroefje is vastgezet.

De granaat is overigens ledig.

Het gewicht is 0,6-0,65 kg.

De granaat dient om bij oefeningen in het werpen tevens vaardigheid in het uittrekken van den trekker te verkrijgen.

Oefeningseihandgranaat No. 1B.

Deze heeft geen aftrekinrichting, is voorzien van een ijzeren bout met moer, en met ijzerdraaisel op gewicht gebracht; zij is geheel rood geverfd.

Eihandgranaten No. 3.

Scherpe Eihandgranaat No. 3.

Deze is gevernist in goudgele kleur (nieuwe aanmaak dof olijfgroene kleur). Zij komt, voor wat de algemeene inrichting betreft overeen met de scherpe eihandgranaat No. 1, het granaatlichaam en de sluitschroef zijn echter van blik, ter dikte van 0,3 mm.

De springlading bestaat uit ± 120 gram los trotyl.

Het gewicht van de gereed zijnde granaat is ± 0,215 kg.

Het voor gebruik gereedmaken van de handgranaat en zoo noodig, het verwijderen van het slagpijpje, geschiedt op gelijke wijze als voor de scherpe eihandgranaat No. 1 is aangegeven; zoo noodig maakt men hierbij gebruik van een ontlaadschroef, vervaardigd van een blikken sluitschroef van een scherpe eihandgranaat No. 3.

Werking. Het tot springen brengen geschiedt op dezelfde wijze als bij de scherpe eihandgranaat No. 1.

Halfscherpe Eihandgranaat No. 3.

Deze komt overeen met de scherpe eihandgranaat No. 3, doch bevat, in de plaats van de springlading zand en zaagsel.

Ter herkenning is om het projectiel een zwarte band geverfd.

Zij dient om in de plaats van de scherpe eihandgranaat No. 3 te worden gebruikt teneinde met de wijze van ontsteking en met de werking vertrouwd te geraken.

Het voor gebruik gereedmaken van de handgranaat en, zoo noodig,

[pagina 60]
[p. 60]

het verwijderen van het slagpijpje, geschiedt zooals voor de scherpe eihandgranaat No. 3 is aangegeven.

Op overeenkomstige wijze heeft het verwijderen van zand en zaagsel uit de messingen huls plaats.

Oefeningseihandgranaat No. 3 A.

Deze is vervaardigd van hout en is rood geverfd. Zij komt, wat den uitwendigen vorm betreft, nagenoeg overeen met de scherpe eihandgranaat No. 3 en is door een looden kern op gewicht gebracht. De aftrekinrichting bestaat uit een stalen splitveer met aftreklijn en looden knoop aangebracht in een doorboord stukje messing, dat in de bovenzijde van de granaat is bevestigd.

De kop is bekleed met een blikken wand, voorzien van schroefdraad, waarop de blikken sluitdop kan worden geschroefd.

De granaat dient om bij oefeningen in het werpen tevens vaardigheid in het uittrekken van den trekker te verkrijgen.

Oefeningseihandgranaat No. 3 B.

Deze komt overeen met de oefenings-eihandgranaat No. 3 A., doch is niet voorzien van aftrekinrichting, schroefdraad en sluitdop.

Zij dient om de wijze van werpen te leeren.

voetnoot1)
De slagpijpjes No. 6 van vóór 1927 zijn niet voorzien van een messingen binnenhulsje met sasringenkruit, doch zijn boven het slagkwik volgeperst met meelpulver.
voetnoot1)
De slagpijpjes No. 6 van vóór 1927 zijn niet voorzien van een messingen binnenhulsje met sasringenkruit, doch zijn boven het slagkwik volgeperst met meelpulver.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken