Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim (1757)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim
Afbeelding van Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luimToon afbeelding van titelpagina van Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.80 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim

(1757)–Anoniem Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim, Het–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De standvaste vrindshap,
Of De gehate ontrouw,

Herderszang.
Eerste uitkomst.

Philida, alleen.

Toon: Een Gelders Graaf, vermoeid van 't jagen.

 
ô Dood! moest gy zoo vroeg uw krachten
 
Betonen aan myn Hartsvrindin?
 
Moest zy, die nooit uw magt verächten,
 
Als een verlate Herderin,
[pagina 65]
[p. 65]
 
Vol hartzeer sterven?
 
Ach! geen groter pyn,
 
Dan haar te derven,
 
Kan voor my ooit zyn,
 
Die om haar afzyn kwyn.
2.
 
ô Min! wat heeft u doch bewogen
 
Om haar te schenken aan de dood?
 
Moest gy die levenwekkende oogen,
 
Waar meê zy ieder vrindschap bood;
 
Haar doen verstrekken,
 
Maar alleen tot smart,
 
En ramp verwekken
 
In dat zuiver hart,
 
't Geen de ondeugd heeft getart?
3.
 
Ontrouwe Filo, 'k zal u haten,
 
Zoo lang myn oog het licht geniet;
 
Hebt gy myn Galathee verlaten,
 
Denk vry dat kommer en verdriet,
 
U steeds zal volgen
 
Waar gy u begeeft;
 
De Deugd, verbolgen
 
Op die haar weêrstreefd,
 
Straffe u, zoo lang gy leefd.
[pagina 66]
[p. 66]
4.
 
Myn Galathee, 'k moet u beklagen,
 
My deerd uw ongelukkig lot;
 
Ik, ik kon u, gy my behagen,
 
Uw wil, was my een zoet gebod:
 
Uw geest en zeden,
 
Met uw lieve taal
 
En schone leden,
 
Zyn nu altemaal
 
De dood ten zegepraal.

Tweede uitkomst.
Celinde, Philida.

Celinde.

Toon: Hier heeft my Rozemond bescheiden.

1.
 
Zie ik daar Philida niet treden,
 
In schaduw van het digt geboomt?
 
ô Ja, zy koelt haar blanke leden
 
By 't ruisschend beekje dat daar stroomd.
2.
 
Zy schynd haar wollig vee ontweken,
 
Dat in de Klavervelden weid;
 
Ik nader om haar aan te spreken,
 
Wyl ik haar vinde in eenzaamheid.
[pagina 67]
[p. 67]

Toon: 'k Heb myn hart u opgedragen.

1.
 
Ik kom u myn dienst opdragen,
 
ô Puik der magen;
 
Ik kom u myn dienst opdragen,
 
ô Veldgodin!
 
Laat myn byzyn u behagen,
 
Als wel eer ô Herderin.
 
Laat myn &c.
2.
 
Maar, wat 's dit, ik hoor u zuchten,
 
Wat moet ik duchten?
 
Maar, wat 's dit, ik hoor u zuchten,
 
Zeg my de reên;
 
Word uw hart door ongenuchten,
 
Wreed gepynigt of bestreên?
 
Word uw &c.

Philida.

Toon: Aimable vainceur.

 
Celinde, de smart
 
Die my treft het hart,
 
En alle de klachten
 
En droeve gedachten
 
Ben ik in verward;
[pagina 68]
[p. 68]
 
Maar, 'k zal u de reden,
 
Zoo aanstonds ontleden
 
Van 't geen my benard:
 
Alleen Galathee
 
Haar byzyn te derven,
 
Doet my dus hier zwerven
 
Gescheiden van 't vee;
 
'k Beklaag hier het lot
 
En liefdens genot,
 
ô Waarde Celinde!
 
Van haar die 'k beminde.
 
Op 's Vrindschaps gebod,
 
Moet ik in een zee
 
Van rampen my vinden,
 
Zonder rust of vreê.

Celinde.

Toon: Vrinden wilt dit lied aanhoren.

1.
 
Philida, weêrhoud uw' klachten:
 
Ban de smart uit uw gedachten:
 
Laat de troost eens in uw hart
 
Overwinnen all' de smart.
2.
 
Wilt de droefheid doch verlaten;
 
Want zy kan u geenszins baten;
 
Vrindschap eischt niet, dat de dood
 
't Leven van haar rust ontbloot.
[pagina 69]
[p. 69]
3.
 
All' de Landjeugd heeft besloten,
 
Filo van ons te verstoten:
 
Hem te bannen uit het veld;
 
Dit heeft Damon my gemeld.

Philida.

Toon: Dio, myn snelle winden.

1.
 
Dit steld my wat te vreden,
 
Myn waarde Herderin!
 
Die straffe verdiend hy met reden
 
Voor zyn trouwloze min;
 
Dies laat ons te samen betrachten
 
Dat die word uitgevoerd;
 
Dan zult gy daar door de klachten,
 
En droefheid die my ontroerd,
 
Wat zien besnoerd.
 
Celinde.
 
'k Beloof het u, myn Philida,
 
Gy kunt 'er op vertrouwen.
 
Al wie voor hem smeekt om genaê,
 
Die zal het altoos rouwen.
[pagina 70]
[p. 70]

Philida.

2.
 
Ik dankje, myn lieve Celinde,
 
Dat gy my uw bystand bied;
 
'k Verheug my wyl ik u mogt vinden,
 
Van wie ik myn troost geniet;
 
En 'k zal my noch meerder verblyden,
 
Als ontrouwe Filo, dit dal
 
Wyl wy hem te samen benyden,
 
Voor altoos verlaten zal,
 
Tot zynen val.
 
Celinde.
 
Ik zie dat Cloris ons genaakt;
 
'k Weet dat hy in deez' streken,
 
Voor onzer aller welzyn waakt:
 
Zyn trouw is my gebleken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

lied

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank

  • Naar de Nederlandse Liederenbank