Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 17 (1903-1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.96 MB)

Scans (118.00 MB)

ebook (12.30 MB)

XML (4.35 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 17

(1903-1904)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Waarom Mei zich beterde. Een schalksch liedeke.

 
Ik heb twee zusters, beiden schoon
 
En beiden jong van dagen.
 
Toch heeft men over de eene nooit
 
En de andere veel te klagen.
 
Zij staan mij 't naaste. Zij aan zij
 
Gaan wij te zaam door 't leven,
 
Maar de eene heeft steeds veel meer liefs
 
Dan de andere ooit gegeven.
 
 
 
April, erg wispelturig, stout,
 
Houdt veel te veel van foppen;
 
Windt groene rankjes om het hout
 
En sneeuwt weêr op de toppen!
 
Zij lacht en schreit om beurte vaak,
 
Maakt dan eens droef dan blijde,
 
En doet door haar humeurigheid
 
Zichzelf en anderen lijden.
 
 
 
De andere, Juni, is een schat.
 
Wie zou van haar niet houwen!
 
Zij strooit met rozen kwistig rond.
 
(Als 'k man was, zou ik haar trouwen.)
 
Voor arm en rijk, voor groot en klein
 
Heeft zij haar lach ten beste.
 
Wat leeft heeft ze lief en wat dood was in 't rond
 
Ontwaakt in haar armen ten leste.
 
 
 
Ik zelf heet de Mei: 'k Sta tusschen ze in
 
En heb wat van de een en van de ander,
 
Soms lijk ik op Juni en soms op April,
 
Al lijken zij niet op elkander.
 
Ik word door de dichters het meeste geroemd,
 
Omdat ik zeer schoon pleeg te heeten.
 
In waarheid ben 'k ruw vaak en koud van gemoed,
 
Dat moesten de dichters eens weten!
 
 
 
Vaak griefde ik anderen, onnoodig en wreed,
 
En heel dikwijls vond ik dat aardig,
 
Totdat eens een jonkman mij zeide: ‘Och wat!
 
Dat plagen is uwer onwaardig!
 
Wees zacht en wees vriendlijk, barmhartig en mild,
 
Wie zou er dan niet van je houwen!
 
Al ben je geen Juni met rozen getooid
 
Ik zou dan heel graag met je trouwen!’
 
 
 
CHARLOTTE.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken