Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 26 (1912-1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 26
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.82 MB)

Scans (97.14 MB)

ebook (7.93 MB)

XML (4.05 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 26

(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 756]
[p. 756]

Huichelarij.

Onze tijd is er een van leugen, bedrog, huichelarij. Niet alsof die ondeugden vroeger onbekende grootheden waren, maar de welbewuste huichelarij en de algemeene achting en hulp voor haar beoefenaars zijn thans sterker dan ooit.

Het streven van de meesten is gericht op geldbezit en macht, en dit streven schuilt achter een Christelijk masker. Men noemt zich Christen terwijl men alle eischen van den Christus onder den voet treedt; men predikt Vrede en laat de geweren zegenen door zijn priesters alvorens ze te gaan gebruiken ‘ter meerdere eer en glorie Gods’. Welk een combinatie!

Welk onzer bladen heeft protest aangeteekend, welke regeering is opgekomen tegen de verklaring der vier Balkanstaten, toen zij den ‘Kruistocht’ predikten?

Men trok uit op weloverwogen diefstal van land, op moord en doodslag, onder den zegen van den Paus en de leuze: vóór het Kruis, tégen de halve Maan.

De Kruisvaders der Middeleeuwen waren geen heilige boontjes; ook daar kwam lust tot avontuur voor, maar toch ook het naïeve geloof: het Heilige Graf te kunnen redden uit de handen der ongeloovigen.

Het gros van het volk, opgezweept door de priesters, meende werkelijk een plicht te vervullen door mee te trekken of geld bij te dragen voor deze tochten. Mannen als Wolfram van Eschenbach en Frederik II, die den Muzelman gelijk stelden met den Christen, waren verlichte geesten, die tot de uitzonderingen behoorden.

Thans is er geen regeerder of staatsman meer, die niet weet - althans weten kan en moet, - dat de Islam is een zedelijk hoogstaande leer, die staat boven of zeker gelijk met de Roomsche en boven de sterk met heidendom gemengde christelijke religie van het Oosten. In de manifesten verzuimt men den Islam als zuiver monotheïsme voor te stellen, evenals men verzuimt de ware bedoeling, den landhonger, te noemen.

Kruis tegen Halve Maan!

Aangenomen wordt dus, dat het Kruis staat hoog, en de Halve Maan als iets verachtelijks daartegenover.

Leugen en bedrog, huichelarij onder algemeen goedvinden!

Die arme christen-broeders in Turkije werden onderdrukt, soms vervolgd. En in eigen land, in Montenegro, Servië en Bulgarije is dat zoo heel anders, nietwaar!?

Hier wordt niet gemoord en geplunderd; in de ravijnen van den Olympus zijn rooverbenden onbekend, maar de Turk, dàt is een geboren misdadiger, die zijn andersdenkende medemenschen zonder reden of aanleiding slacht. De brave Rus ook al, die de niet orthodoxe onderdanen nooit lastig viel en zijn eed aan Finland nooit brak, zou wel willen helpen om die Turksche ongerechtigheid uit te roeien. In Rusland immers zijn ‘agents provocateurs’, ongemotiveerde verbanningen, mishandeling van politieke tegenstanders, zijn progroms en dergelijke verschrikkingen onbekend!

We zien een smetteloos Europa, dat uit menschlievendheid den Turk wil uitroeien of verdrijven.

Oostenrijk was plotseling ongelukkig in de gedachte aan het verbreken van den status quo en de integriteit van Turkije. Wàs... want nu is het dat nog alleen voor zooverre het de Albaneezen betreft en de zeehaven voor de jampotjes!

Zonder omwegen gezegd, blijkt Oostenrijk voorloopig nog zijn handen vol genoeg te hebben aan zijn kort geleden geannexeerde Zuid-Slavische provincies Bosnië en Herzogowina, maar daarom wil het toch de toekomstkans niet opgeven om zelf eens Turkije op te slokken, of althans Albanië. En als nu de Balkanstaten hem vóór zijn... 't gaat niet aan. Oostenrijk-Hongarije voelt den plicht de ‘beschaving’ oostelijk uit te breiden, anders niet.

En het ontstaan van den Balkanbond?

Daar is Rusland geheel onschuldig aan. ‘Toevallig’ was Tscharykow, de geestelijke vader van dien bond, door Rusland aldaar met een politieke zending belast.

Laat ons toch bekennen, dat Rusland er de hand in had, dat de vooruitgang en vrijheid der Balkanvolken het niets kon schelen, maar dat het 't wenschelijk vond den Oostenrijkschen mededinger in 't Zuid-Oosten wat in te metselen.

Frankrijk spreekt van Vrede, humaniteit en neutraliteit, - men moet dan vergeten de vele milliarden, die het leende aan Rusland en aan den Balkan, nog zoo lang niet geleden.

En het goede Engeland, steeds alleen geleid door ideale motieven, maakt zich in alle stilte op om voor platonische liefde als vergoeding de Soeda-baai op Kandia in den

[pagina 757]
[p. 757]

zak te steken; een steunpunt meer voor de Middellandsche Zee-vloot.

Politiek was en is een lichtschuw, egoïstisch baantje, waarin voor de moraal geen plaats is. Maar laat men dat dan erkennen en niet langer huichelen.

Wanneer echter elke regeering eerlijk weg haar wenschen zou formuleeren, zou al te duidelijk blijken dat in negen van de tien gevallen een oorlog niet was gerechtvaardigd door een werkelijk volksbelang, maar door het finantieele belang van weinigen. Dit zou dan door de massa worden ingezien, en mèt den oorlog zou het bereiken dier particuliere belangen onmogelijk worden. Dat mag niet, en daarom is huichelen in hooge eere.

Denkt men er over na, dan is geen conflikt te noemen, dat de kosten van een oorlog waard is; dan bestaat er geen politieke ‘noodzakelijkheid’, die ons kan dwingen als wilde dieren te handelen.

De balans van ons huichel-leven wijst op een groot tekort. Laten we het dan eens met oprechtheid probeeren en met waarheid. Die inzet alleen is reeds de proef waard. -

JOHANNES.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken