Den kluchtigen bancket-kramer of 't leven en bedrijf van Frans de Gek

87. Hout dat ghy hebt

Als priester Arlottus^* - van welk de Italiaensche schrijvers vele genoeglike dingen verhalen - van

* Arlottus: Arlotto Mainardi (1396-1484), Florentijns plebaan, vooral bekend om zijn postuum uitgegeven anecdotenverzameling

[p. 25]

eenige vrienden geraden wierd dat hy eenige van sijne beneficiën^* aen een ander overgeven sou, verhaelde hy haerlieden dese navolgende vertelling.

Daer was een sekeren reyser welk met een ander in een herberg quam en nae 't avondmael met hem in dezelfde kamer sliep. Hy was noch niet in slaep of hy hoorde dat sijn kameraet - welck gesien had dat hy sijn beurs, daer sijn reysgelt in was, onder sijn hoofdenend geleyt had - sich begon te roeren en van 't bed gaven^* om sonder twijfel achter dat gelt te wesen. Waerom hy begon te hoesten en te spuwen opdat hy bewijsen zoude dat hy noch niet in slaep was. Den ander ging weder stil op sijn bed en quam een weynich daerna al weder, maer hy wierd al op de eyghen manier afgheweert, want den armen reyser, vresende voor sijn beurs, braght den gehelen nacht sonder slapen overigh. Des anderen nachts heeft hy sijn beurs niet onder sijn hooftpeuluw maer midden op de vloer geleyt, oordelende dat het beter was sijn gelt te verliesen als met vreesen en sonder slapen den nacht door te brengen, waerom hy den gehelen nacht door gerustlijck sliep maer 's morgens sagh hy dat sijn beurs geluyst^* was.

‘Insgelijcks,’ sey Arlottus, ‘sou ick met mijn beneficie doen. Ick sou het aen de voeten van den paus leggen met voorwaerd dat mijne onkosten wederbetaelt worden noch my sou er niet aen gelegen zijn wie 't zelve daerna hebben soude, gelijck de huydensdaegsche loop is. Daerom twijfel ik er aen of ik 't doen wil.’

* beneficiën: geestelijke waardigheden met daaraan verbonden inkomsten

* van 't bed gaven: opstond

* geluyst: gestolen