[Ten oorlog]
Naar verluidt wou regisseur Luk Perceval van de Blauwe Maandag Compagnie het stuk Richard III programmeren en kwam hij tot de vaststelling dat dit stuk, dat midden in de Rozenoorlog gesitueerd is, beter te begrijpen zou zijn door ook meteen de hele voorgeschiedenis te spelen. Vandaar de idee om een achttal koningsdrama's samen te nemen en te laten bewerken tot drie avondvullende stukken (die door het gezelschap bijwijlen in één trek tijdens een marathonvoorstelling werden gespeeld). De Blauwe Maandag Compagnie heeft aan dit project langer dan een jaar gewerkt en gerepeteerd, en de voorstelling is beslist indrukwekkend. Voor mij blijft het echter een open vraag, of de kwaliteit van de voorstelling ook te danken is aan de kwaliteit van de bewerking.
Persoonlijk ben ik niet zo'n liefhebber van Shakespeare's Rozenoorlog-drama's (met een uitzondering van Richard III). Net als zovele oorlogsfilms zijn ze voor mij te chaotisch, te anekdotisch, te rommelig. En in de vele voorbesprekingen en interviews met de bewerkers Tom Lanoye en Luk Perceval lees ik dat het o.m. de opzet van de bewerking was om deze stukken doorzichtiger, duidelijker te maken. Ik vrees dat dit slechts gedeeltelijk geslaagd is.
Het eerste deel van het eerste boekdeel, ‘In de naam van de vader en de zoon’, is gebaseerd op Shakespeare's Richard III en de twee Hendrik IV-stukken. Tijdens het repetitieproces besloot men om ook het eerste gedeelte van de tweede aflevering, gebaseerd op Hendrik V, bij de eerste aflevering te voegen. Nu behoren deze vier koningsdrama's tot Shakespeare's betere van dit genre en heb ik helaas niet de indruk dat ze door de bewerking duidelijker zijn geworden. De familierelaties blijven een puzzel, de intriges schematisch. En de figuur van Falstaff, bij Shakespeare een volkse lolbroek met inderdaad vaak een soort vulgaire humor, wordt getransformeerd tot een soort travestierol met een goedkope, studentikoze humor. Ik prefereer de eerste, die misschien wel even vulgair, maar toch authentieker is.
Het tweede boekdeel heet ‘Zie de dienstmaagd des heren’. Het tweede gedeelte ervan werd als ‘Margaretha di Napoli’ gespeeld en is gebaseerd op de drie Hendrik VI-stukken, meteen de eerste drie stukken die Shakespeare als toneelauteur geproduceerd heeft. Zij werden door Shakespeare nog onhandig gestructureerd, geven een rommelige indruk, en stellen ook op het gebied van karaktertekening niet zo bijster veel voor. Hier hebben de bewerkers wél een behoorlijk resultaat behaald. ‘Margaretha di Napoli’ vind ik inderdaad beter dan Shakespeare's originelen. Het is gebald, brengt op een duidelijke en boeiende manier de rivaliteit tussen de verwante (politieke) families in beeld, en maakt van koningin Margaretha een intrigerende, demonische persoonlijkheid.
Het derde boekdeel ‘En verlos ons van het kwade’ omvat de laatste episode van Shakespeare's Hendrik VI en de bloedige geschiedenis van Richard III. Dit deel stelt teleur. Ik heb de indruk dat de auteurs van ‘Risjaar modderfokker den derde’ iets hebben willen verbeteren dat niet zo makkelijk te verbeteren is. Ook heb ik het moeilijk met de taal. Tom Lanoye heeft naar eigen zeggen bewust het eerste deel in een archaïsche taal geschreven, het tweede deel in een moderne taal en het derde deel in een artificieel jargon, dat opgebouwd is uit o.m. modern Vlaams en een Engels klinkend samenraapsel van wat volgens hem in ons collectief geheugen zit, zoals Amerikaanse rocksongs, soapseries, enz. In het begin heeft dit procédé een hilarische uitwerking, maar al spoedig wordt al dat ‘gemodderfokking klote’ wat hinderlijk, flauw, en zelfs vervelend. Bij Shakespeare is Richard III een niets of niemand ontziende machtsgeile politicus, die echter niet als een lafaard maar als een moedig man ten onder gaat. Bij Lanoye-Perceval is hij een superschurk, die verwatert tot een lallende café-filosoof. Ten oorlog is als geheel beslist imponerend, maar heeft naast een aantal sterke, ook vele zwakke punten. Wellicht hebben Lanoye en Perceval met hun ambitieuze opzet net iets te hoog gegrepen. En dan bedoel ik uiteraard: met hun herschrijven van Shakespeare. Dat de voorstelling toch een boeiende belevenis werd, is veeleer te danken aan de regie en de acteursprestaties dan aan deze tekst. [Toon Brouwers]
W. Shakespeare, L. Perceval, T. Lanoye (bew)
Ten oorlog
Prometheus, 3 dln., 900 F
ISBN 90-5333-622-2