[Vervolg van p. 519]
Chaireas en Kallirhoë (oorspronkelijk Kallirhoë), de Griekse roman van Chariton, dateert van de eerste eeuw en is de oudste volledig bewaard gebleven antieke roman. In Syracuse sterft kort na haar huwelijk de bijzonder mooie generaalsdochter Kallirhoë, maar ze is schijndood. Grafrovers verkopen haar aan een rijke Milesiër; hij is onmiddellijk verliefd op haar en omdat ze van Chaireas een kind verwacht, is ze tenslotte ook bereid met hem te trouwen. Chaireas gaat na de grafroof op zoek naar zijn vrouw, maar hij komt als slaaf terecht bij een satraap die de Milesiër kent en ook al verliefd is op Kallirhoë. Wanneer deze satraap de dood gewaande Chaireas een brief laat schrijven aan zijn vrouw, denkt de Milesiër dat het een valstrik is en klaagt hij de satraap aan bij de Perzische koning Artaxerxes. Deze zal beslissen aan wie Kallirhoë toekomt, maar hij neemt een maand bedenktijd om haar langer in zijn omgeving te hebben. Ondertussen moet Artaxerxes een opstand in Egypte onderdrukken en alle betrokkenen nemen aan de oorlog deel. Tijdens die oorlog kan Chaireas zijn vrouw heroveren.
Naast de typische kenmerken van het genre vertoont deze roman duidelijk invloeden van het drama en het epos. Ongeveer de helft van de tekst bestaat uit dialoog en monoloog en de personages hebben iets van de types van de Nieuwe Komedie, maar ze zijn wel grondiger uitgewerkt (tot ronde karakters). Tientallen keren neemt de auteur verzen van Homerus op, alsof hij een epos over mensen van zijn tijd wil schrijven; dat lijkt verwant met de televisieseries, maar die citaten laten wel een literair gevormd lezerspubliek veronderstellen.
De vlotte vertaling wekt de indruk dat we met een modern (intertextueel) romannetje met veel peripetieën te doen hebben. Ongewoon voor onze smaak zijn wel overdrijvingen en pathos, zoals de verlammende invloed van de liefde (een algemeen kenmerk van de antieke poëzie) en de talrijke zelfmoordpogingen. Storend is ook dat de auteur sommige verhaalde feiten nog eens door een personage laat vertellen.
In de tweede helft van de tweede eeuw schreef Achilleus Tatius Leukippe en Kleitofon, ook in het Grieks. Wanneer de twee hoofdpersonages samen betrapt worden, ontvluchten ze hun stad. Een zeestorm en piraten zorgen ervoor dat het paar gescheiden wordt. Een paar keer meent Kleitofon dat hij zijn geliefde ziet ombrengen; wanneer rovers haar als zoenoffer uitkiezen, zijn het zijn dood gewaande vrienden die met een toneeldolk en veel dierlijke ingewanden doen alsof ze haar slachtofferen. Beiden krijgen met aanbidders af te rekenen en tenslotte wijst een godsoordeel aan dat Leukippe ondanks alles nog maagd is. Ook hier volgt een happy end.
Achilleus Tatius werd door de retoriek van de zgn. tweede sofistiek beïnvloed. Dat komt tot uiting in de redevoeringen tijdens de processen en in de soms lange uitweidingen waarin hij het over mythologische, natuurwetenschappelijke en geografische onderwerpen heeft of over liefde en gevoelens reflecteert. De beschouwing over de voordelen van een homoseksuele liefde is door Plato's Symposium geïnspireerd, maar elders zijn ook andere auteurs geciteerd. De auteur vertelt zijn verhaal bijna uitsluitend in de ikvorm, hetgeen de levendigheid en de spanning (wegens het beperkte perspectief) ten goede komt.
Hoewel ook deze roman voortreffelijk vertaald is, leest hij toch minder vlot dan die van Chariton, omdat het verhaal te vaak door erudiete uitweidingen onderbroken is. De overdrijvingen komen tot uiting in veel bloed en tranen, en in overtrokken gemoedsaandoeningen. Het personele vertelstandpunt brengt mee dat hier het verhaal slechts uitzonderlijk door een personage herhaald wordt.
[Jef Ector]
Achilleus Tatius: De liefdesperikelen van Leukippe en Kleitofon
Athenaeum-Polak & Van Gennep, 175p., 1150F, ISBN 90-253-0173-8 |
Chariton van Aphrodisias: Chaireas en Kallirhoë
Athenaeum-Polak & Van Gennep. 159p., 1150F, ISBN 90-253-0642-X |
Niklas Holzberg: De roman in de Oudheid
Athenaeum-Polak & Van Gennep, 152 p., 799F, ISBN 90-253-2036-8 |