Met de recensie in de hand naar de winkel
Recensies en hun invloed, een interview met een boekhandelaar
Door Max Verbeek
Of en hoeveel invloed recensies hebben valt natuurlijk niet precies te meten, niet alleen omdat daarvoor geen goede meetapparaten zijn, maar ook omdat moeilijk is te omschrijven wat invloed is. Invloed zou natuurlijk kunnen zijn dat mensen zich direct door een gunstige bespreking van een boek tot kopen laten verleiden. Wie merkt dat het eerst? De boekverkoper. Hier een interview met één van hen, verkoper in en mede-eigenaar van de Kinderboekwinkel in Amsterdam. Interviewer is docent Nederlands aan een instelling voor voortgezet onderwijs, recensent, en lid van de redactie van Leesgoed. Hij toetste de uitkomst van het interview in een gesprek met een tweede boekverkoper, van de Haarlemse kinderboekwinkel.
Een actief clubje, die werkgroep kinderboekencritici: zie elders in dit nummer over hun activiteiten. Het streven van de werkgroep is de kwaliteit en kwantiteit te verbeteren van de kinderboekkritiek. Dat zou namelijk ook weer invloed kunnen hebben op de kwaliteit van het nederlandstalig kinderboek, hoopt de werkgroep.
Toekomstmuziek. En bovendien gaat de werkgroep ervan uit dat recensies invloed hebben. Is dat zo? Ik legde enige vragen voor aan Guillaume Nivard, van de Kinderboekwinkel te Amsterdam.
- Hebben kinderboekrecensies invloed op klanten van jouw winkel? Zo ja, welke invloed, van welke recensenten vooral, en hoe merk je dat precies?
Guillaume Nivard: ‘De grootste invloed heeft Rindert Kromhout in de Volkskrant, daarna Bregje Boonstra in NRC-Handelsblad. Waarschijnlijk omdat deze kranten veel gelezen worden door kinderboekkopers, en omdat hun recensies met grote regelmaat verschijnen. Vervolgens Gertie Evenhuis in Trouw, zij het minder in Amsterdam. Van Jonneke Krans en Jos van Hest in Het Parool merk je zo goed als niets. Vrij Nederland en de andere weekbladen hebben geen invloed van betekenis.
Vroeger recenseerde Mischa de Vreede in NRC-Handelsblad. Dat was niks, dat had ook geen enkele invloed. De kwaliteit van de recensie is doorslaggevend. Iemand die zomaar opsomt, zoals Jonneke Krans in Het Parool, dat werkt niet. Belangrijk is ook vastigheid. Jan Paul Bresser had vroeger in de Volkskrant wel invloed, maar hij verscheen niet regelmatig genoeg. Verder is ook belangrijk dat je erover kan discussiëren. Daarom merkte je vroeger wel wat van Els de Groen in Algemeen Dagblad, want die had vaak van die extreme meningen. Nu Joke Linders in het AD schrijft hoor je er nooit meer iets van.’
- En radio en televisie?
‘In het algemeen is er geen regelmaat in de boekbesprekingen op radio en tv. Dat tv-programma Lange Jaap had duidelijk invloed; daarna verkocht je stapels. Rietje (Nivard, MV) bespreekt elke week een boek op Radio Stad Amsterdam. Daarop komen altijd mensen, maar niet omdat ze weten dat Rietje hier in de winkel staat, dat hebben ze zelden door. Je hoort nog wel reacties op haar optreden in de Teleaccursus over kinderboeken.
Als er een erg gunstige recensie is verschenen merk je dat meteen. Mensen komen met die recensie in hun hand of in hun hoofd in de winkel. De invloed van ronduit ongunstige recensies is ook direct merkbaar. Als je zo'n boek wil verkopen is het heel moeilijk om daar door heen te breken. Gevangenis met een open deur van Jan Terlouw was bijvoorbeeld bijna niet te verkopen. Pas na een paar maanden begon het boek wat te lopen, toen de van-mond-tot-mond reclame van kinderen van invloed werd. Kinderen van Moeder Aarde van Thea Beckman ging eveneens door de slechte recensies erg moeilijk. Het gekke is dat de boeken van Jan Terlouw in de jaren '70 geprezen werden, terwijl die boeken echt niet beter zijn dan zijn recente boeken. Recensenten kunnen de goede naam van schrijvers langzaam afbreken. Met Kuijer zou het op den lange duur ook zo kunnen gaan, omdat de verwachtingen ten aanzien van elk nieuw boek van hem zo hoog gespannen zijn.
Een recent voorbeeld is de kinderboekenweekuitgave van 1987, Die van hiernaast en van de overkant. Als gevolg van de slechte recensie van Rindert Kromhout hielden we er van de 1000 bijna 700 over.
Dat was toch een aardig boekje, maar mensen nemen nauwelijks de moeite zo'n recensie aan hun eigen oordeel te toetsen. Nog een merkwaardig voorbeeld is de nieuwe vertaling van Winnie-de-Poeh. Het oude boek met de vertaling van Nienke van Hichtum werd niet meer verkocht. De nieuwe vertaling van Mies Bouhuys is uitvoerig besproken door Kasper Jansen in NRC-Handelsblad. Hij vond de vertaling minder geslaagd. Het gevolg is dat nu een heleboel mensen die oude vertaling willen, niet omdat ze Winnie-de-Poeh zo graag willen hebben, maar uit snobisme.’
- Jullie kiezen bepaalde recensies uit voor jullie prikbord. Wat bepaalt je keuze en wat voor effect hebben ze?
‘We kiezen alleen gunstige recensies, met ongunstige weten we ons geen raad. Als we de recensie niet alleen gunstig maar ook goed geschreven vinden, dan stoppen we hem ook in de mailing naar scholen. Dat zijn meestal alleen Bregje Boonstra en Rindert Kromhout. Een voorbeeld is die prachtige bespreking door Bregje Boonstra van Annetje Lie in het holst van de nacht van Imme Dros. Dat boek werd geprezen om zijn literaire kwaliteiten. Dat verkopen we prompt dagelijks aan andere recensenten en auteurs. Niet aan het grote publiek, want dat valt niet op literaire kwaliteiten. Die kopen bijvoorbeeld wel De rode prinses van Paul Biegel, omdat dat in de recensie spannend genoemd werd.’
- Merk je wel eens dat kinderen zo'n recensie gelezen hebben?
‘Nooit. Ja, een heel enkele keer De blauw geruite kiel. Goochem, die jongerenpagina van Het Parool, niet. Beïnvloed worden kinderen in de eerste plaats door elkaar, op de tweede plaats door de bibliotheek, en op de derde plaats door de Lemniscaatkrant, en soms door de Boekenmolen voor de jeugd.’
- Uit de enquête onder recensenten blijkt dat zij nauwelijks aandacht besteden aan Vlaamse kinderboeken en aan non-fictie. Merk je daarvan iets in je verkoop?
‘Non-fictie voor kinderen verschijnt nauwelijks. Vlaamse kinderboeken doen het helemaal niet goed, maar ik geloof niet dat er echt een relatie met de recensies is. Ik ben het wel eens met de kritiek dat de problematiek van Vlaamse kinderboeken verouderd is; dat hoeft echter nog niet te betekenen dat het slechte boeken zijn. Ze zien er lelijk uit, dat speelt ook een rol.’
- Heb je nog een goede raad voor recensenten?
‘Het lijkt mij niet juist als een recensent alleen literaire criteria hanteert. Hij zou ook moeten letten op de bruikbaarheid voor kinderen. Dat boek van Jan Terlouw werd literair laag gewaardeerd, maar de recensent had kunnen vermelden dat het voor kinderen van een bepaalde leeftijd een zekere waarde heeft. Je zou dat in je overwegingen kunnen meenemen: je leeft met een heel andere kennis van zaken.
Wat voor ons oude koek is, is voor kinderen nieuw. Klanten vraken vaak ‘Heeft u