Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leesgoed. Jaargang 15 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leesgoed. Jaargang 15
Afbeelding van Leesgoed. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Leesgoed. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.11 MB)

ebook (11.95 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leesgoed. Jaargang 15

(1988)– [tijdschrift] Leesgoed–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

Vakboeken

Alderson, Brian. Sing a song for sixpence: the English picture book tradition and Randolph Caldecott. - Londen: Cambridge University Press, 1986. - ISBN 0-521-33760-7. - ƒ 40,80.

Catalogus van een tentoonstelling in Londen (oktober '86) ter ere van Randolph Caldecott (1846-1886) over de typisch Engelsche traditie van het illustreren. In 14 hoofdstukken worden onder meer behandeld: de verschillende illustratie-technieken in historisch perspectief, de belangrijkste Engelse illustratoren en hun visie op illustreren. Opmerkelijk is de invloed die gerenommeerde illustratoren op elkaars werk hebben uitgeoefend. Soms wordt er met voorbeelden zelfs plagiaat aangetoond. (Sendak die Caldecott imiteert, p. 9.) Caldecott's invloed op Potter wordt genoemd en de vriendschap tussen Caldecott en Greenaway wordt humoristisch en levendig beschreven. De grote drie (volgens Alderson) Walter Crane, Kate Greenaway en Caldecott worden, met voorbeelden waaruit hun visie blijkt, uitvoerig besproken. Als een rode draad lopen door alle hoofdstukken Caldecott's uitgangspunten voor het illustreren. Merkwaardig dat zoveel kunstenaars steeds naar dezelfde onderwerpen grijpen: sprookjes, de bijbel en vooral bakerrijmpjes. Als uitgesproken voorbeeld daarvan zes verschillende illustraties bij ‘Sing a song of sixpence’.

Interessant is het hoofdstuk over het gebruik van kleuren naast de belijning. Quentin Blake staat een voorzichtig kleurgebruik voor en vraagt zich af of het soms ‘the icing on the cake’ is.

Jammer dat deze uitvoerig geïllustreerde catalogus toch erg flets van kleur is. Zelfs voor Blake nog te bleek, lijkt me.

Met bibliografie en index.

Overigens, hoewel het boek ‘Sing a song for sixpence’ heet, heet het liedje ‘sing a song of sixpence’ (zie boek’ p. 108).

- Cecile Beijk-van Daal

Bausinger, Hermann. Märchen, Phantasie und Wirklichkeit. - Frankfurt a/M.: dipa-Verlag, 1987. - (Jugend und Medien.). - ƒ 41,70. ISBN 3-7638-0126-X.

De in deze studie verzamelde artikelen, oogst van een dertigtal jaren, deels eerder, deels hier voor het eerst gepubliceerd, zijn niet in chronologische volgorde gerangschikt. Bausinger (of Kaminski, de ‘Herausgeber’?) heeft gestreefd naar een thematische rangschikking. In het eerste, algemene, hoofdstuk (‘Kultur für Kinder - Kultur der Kinder?’) gaat Bausinger in op de pessimistische ideeën van Neil Postman - niet voor niets is deze bundel de dertiende band van de reeks ‘Jugend und Medien’ - en verzet zich daartegen door te wijzen op het creatieve vermogen van kinderen. überhaupt speelt Postman ook in de andere opstellen een niet onaanzienlijke rol: aan kinderen en hun oppositionele vermogens wordt een grote kracht toegekend. Uit deze opmerking mag ook afgeleid worden dat een wat scherpere redactie op zijn plaats was geweest, want in de diverse artikelen is nogal eens van overlapping sprake, soms komt men woordelijk dezelfde uitspraken tegen, met name in het tweede blok (‘Märchen einst und jetzt’). In dit gedeelte staat de these centraal dat ‘sprookjes nooit verloren zullen gaan’, ook hedendaagse verhalen hebben dikwijls de structuur van (oude) sprookjes. In de derde thematische eenheid (‘Gängelung und Freiheit’) wijst Bausinger erop dat ‘avonturen’ in kinderboeken nog steeds de hoofdmoot vormen, maar dat de context in moderne kinderboeken bijna altijd een realistische is, in veel mindere mate een exotische. Tevens legt hij er hier de nadruk op, dat een scherp onderscheid tussen ‘lectuur’ en ‘literatuur’ voor kinderboeken in feite niet te maken is.

In het derde blok (‘Kritik der Fantasy’) tracht Bausinger eerst een omschrijving te geven van ‘fantastische jeugdliteratuur’ om van daaruit Michael Ende's Momo te kunnen behandelen. Zijn artikelen vormen een pleidooi voor een integratie van fantasie en realiteit (‘das Alltägliche und Wirkliche sollten nicht ignoriert und denunziert werden’).

In het laatste blok (‘Bücher und Medien’) keert, zoals de titel reeds aangeeft, Bausinger terug tot het in zijn inleiding gestelde. Ondanks televisie en video (en doemdenkers als Neil Postman) zal ‘lezen’ altijd zijn belangrijke culturele functie blijven behouden, al dienen het onderwijs (en bibliotheken) wel alert op nieuwe ontwikkelingen in te spelen.

Deze studie van Bausinger is het zoveelste bewijst dat de ‘Jugendbuchforschung’ gebaat is bij een multidisciplinaire benadering. Eén blik op de door Bausinger geraadpleegde literatuur - studies van diverse (literatuursociologie, psychologie, anthropologie, pedagogie, communicatietheorie) aard - bewijst dat.

- Harry Bekkering

Beatrixiana
Beatrix Potter 1866-1943: the artist and her world. London: F. Warne / The National Trust, 1987.

Naar aanleiding van een tentoonstelling van beeldend werk van Beatrix Potter belichten vier auteurs uitvoerig diverse aspecten van haar leven en werk. Deze auteurs maakten ook de selectie voor de grote tentoonstelling over Beatrix Potter, die in de winter van '87/'88 in de Tate Gallery in Londen te zien was. Het boek diende ook als catalogus voor de tentoonstelling. In 10 hoofdstukken schenken zij aandacht aan allerlei aspecten van het leven van Potter en de relatie met haar beeldend werk. Daarvan zijn niet alleen haar nu nog bekende Little Books (Peter Rabbit etc.) interessant, maar vooral ook haar werk als amateurnatuurtekenaar, talloze tekeningen van vogels, vliegen, schapen, vlinders, muizen, paddestoelen, fossielen, hagedissen, werk dat niet voldoende gewaardeerd werd. Ook in haar illustraties bij sprookjes, rijmpjes, fabels en fantasieverhalen (o.a. Alice in Wonderland, Oom Remus) die ze voor haar eigen plezier maakte, is haar aandacht voor details te vinden. Alle tekeningen in het boek zijn in kleur afgedrukt, naast een aantal studies in zwart-wit, foto's uit haar jeugd en kleurenfoto's van haar geliefde Lake District. Een lijst van de illustraties en een uitvoerige index is opgenomen, alsmede een biografie.

Buchan, Elizabeth. Beatrix Potter. - London: Hamish Hamilton, 1987.

Beknopte levensbeschrijving van de Engelse auteur/illustrator, die beroemd werd door haar Peter Rabbit boekjes. In 12 korte hoofdstukken vertelt de schrijfster de levensgeschiedenis van Beatrix Potter. Haar jeugd, de aanleiding tot het schrijven en tekenen van verhaaltjes, de problemen bij het uitgeven ervan en het succes ervan worden in vlot leesbaar Engels beschreven. Ook haar door haar ouders verboden liefde voor de jonggestorven Norman Warne, haar leven als ‘boerin’ en haar huwelijk met William Heelis komen aan de orde. Voor deze beknopte biografie heeft de schrijfster gebruik gemaakt van de biografie van Judy Taylor: Beatrix Potter, artist, storyteller and countrywoman (1986). De illustraties bestaan getekende zwart-wit weergaven van foto's en illustraties uit de boeken van Potter. Een titellijst van de serie kleine boekjes is opgenomen. Geschikt voor jonge lezers, die het Engels enigszins beheersen, en als eerste informatie. Voor middelgrote vakcollecties.

Dat was nog eens lezen 2 - Amsterdam: Querido, 1987. - ISBN 90-214-5916-7. - ƒ 15,-.

In dit veertigste jaarboek van uitgeverij Querido vertellen 29 auteurs over de boeken uit hun jeugd of over hun vroegste ervaringen met lezen. Soms gebeurt dat in de vorm van een gedicht, waarin heel vaak het heimwee naar het ‘kinderlezen’ toeslaat. We vinden oude bekenden terug, van Winnie de Poeh tot Tecumseh. Of er is verdriet over verdwenen boeken, die wel van de aardbodem verzwolgen lijken, alleen de herinnering is gebleven. Het ophalen van die herinneringen leidt een enkele maal tot nieuwe gezichtspunten en analyses. Zo heb ik bijvoorbeeld de beschouwing van de oude Classics-strips door Lloyd Haft geboeid gelezen, omdat hij stilstaat bij de motieven van de makers, iets wat je als kind niet veel doet. Belcampo beschrijft hoe het lezen zelf als vaardigheid en machtsmiddel diepe indruk op hem maakte. Wat kinderen lazen, blijken lang niet altijd kinderboeken te zijn. En daarmee is het boek ook een duidelijk pleidooi voor een ongelimiteerde, ongecensureerde keuze van boeken. Enkele schrijvers hebben niet zozeer hun kinderherinneringen als wel hun latere kennismaking met de grote literatuur beschreven. Daaronder valt de boeiende beschrijving van de eerste ontmoeting die Jaap Harten, als jonge dichter, met Gerrit Achterberg had.

Het boekje wordt gecompleteerd door veel bekende zwart-wit illustraties uit de besproken boeken en door een overzichtelijke bibliografie.

- Petra Barnard

Explorations in the field of nonsense / edited by Wim Tigges. - Amsterdam: Rodopi, 1987. - DQR Studies in Literature 3. - 255 p. - ISBN 90-6203-699-6.

Bundel van veertien opstellen over nonsensliteratuur, samengesteld op initiatief van de Dutch Quarterly Review of Anglo-American Letters, die al eerder een nummer (1986/3) aan nonsensliteratuur besteedde. Vier van de opstellen in deze bundel verschenen oorspronkelijk in dat nummer, twee andere kwamen elders vandaan, de rest werd voor deze bundel geschreven. Drie opstellen gaan over nonsensliteratuur in het algemeen (dat van samensteller Wim Tigges, ‘An Anatomy of Nonsense’, Anthony Burgess over ‘Nonsense’ tout court, en Stefan Themerson, ‘On Nonsense and on Logic-Fiction’), drie over bepaalde aspecten van nonsensliteratuur (Elizabeth Sewell, ‘Nonsense Verse and the Child’, Hendrik van Leeuwen, ‘The Liaison of Visual and Written Nonsense’ en Esther Peze, ‘Situational Nonsense in Postmodern American Fiction’), de overige gaan over een deel van het werk van bepaalde auteurs: Edward Lear, Lewis Carroll, John Donne, Brian O'Nolan, Flannery O'Connor,

[pagina 94]
[p. 94]

Stefan Themerson en last but not least de Marx Brothers.

Het is een zeer onderhoudende bundel. Alle bijdragen zijn de moeite van het lezen waard. Wie denkt aan het eind van de bundel een helder inzicht te hebben in de ‘sense’ van ‘nonsense’ komt bedrogen uit, maar dat neemt niet weg dat dan vele behartenswaardige bespiegelingen het oog hebben gepasseerd, al was het maar de waarschuwing van een der auteurs, Tysger Boelens, dat pogingen nonsensliteratuur in één zin te definiëren eerder tot vergroting (met één zin) dan verklaring van de nonsensliteratuur kan leiden. (Dat geldt m.i. ook voor andere definities.) Alle bijdragen zijn ook illustratief voor de in veel varianten geuite en niet onverwachte stelling dat het de ‘sense’ van ‘nonsense’ is die nonsensliteratuur genietbaar maakt. Het is de neiging van mensen om overal betekenis in te zoeken die nonsensliteratuur bekoring verleent; voor zover men bereid is, als in een doolhof, voortdurend fraaie dwaalwegen in te worden gestuurd.

Het is overigens jammer dat in geen der opstellen, zelfs niet dat van Sewell, iets over nursery rhymes te vinden is, toch een prachtig onderwerp in dit verband.

- Herman Verschuren

Townsend, John Rowe. Written for children. - 3rd. ed. - London: Penguin books, 1987. - ƒ 33,60. - ISBN 0-14-010688-X.

De eerste druk van deze geschiedenis van de engelstalige kinderliteratuur verscheen in 1965. in de loop der jaren is het boek uitgegroeid tot een van de meest geraadpleegde vakboeken, al was het alleen al vanwege een uitzonderlijke lage prijs voor zoveel informatie. Townsend heeft de geschiedenis in vier periodes onderverdeeld. Allereerst gaat hij in op de periode vòòr 1840 en bespreekt uitgebreid de invloed van Locke en Rousseau. In hoofdstuk 2 (1840-1915) worden de verschillende genres apart besproken. Veel auteurs en hun werk passeren de revue. De periode tussen de oorlogen wordt in hoofdstuk 3 behandeld: een periode van ‘Fantasy between the Wars’ en ‘Past into present’. Een breukvlak zonder een grote boekproduktie. Deze drie hoofdstukken zijn t.o.v. van de laatste editie weinig veranderd. Hier en daar een extra verwijzing naar literatuur en een auteur iets uitgebreider behandeld.

De periode na de oorlog (hoofdstuk 4) tot 1985 is voor het grootste deel herzien en verschillende aspecten zijn toegevoegd. Stond in de vorige editie het realisme nog centraal, in deze nieuwe uitgave wordt meer aandacht geschonken aan de fantastische vertellingen: verhalen waarin dieren menselijke eigenschappen vertonen, imaginaire werelden en fantastische elementen in een reeële wereld. Ook is een paragraaf over engelstalige jeugdliteratuur in Australië toegevoegd.

Written for Children is een uitstekende bron voor verder onderzoek. De relatie tussen geschiedenis, sociale werkelijkheid en kindbeeld wordt niet altijd even goed uitgewerkt. Deze nieuwe editie is verschenen als grote paperback: iets dat iedereen die de kleine lettertjes van de vorige editie kent met open armen zal verwelkomen. Een onmisbaar naslagwerk over de engelstalige jeugdliteratuur voor een breed publiek. Index en bibliografie maken het boek extra bruikbaar.

- Toin Duijx

Vreemd gespuis / Anne Frank Stichting. - Baarn: Ambo, ('s-Gravenhage): NOVIB, 1987. - 224 p. - ISBN 90-263-0839-6. - ƒ 32,50.

Van de meeste minderheidsgroeperingen in Nederland bestaat een negatieve stereotype beeldvorming. Deze beeldvorming ontstaat en verbreidt zich op veel manieren: door middel van kinderboeken, strips, tv-programma's, media, lesmateriaal, moppen, reisgidsen etc. Van jongs af aan wordt men ermee geconfronteerd en het is vrijwel onmogelijk je aan deze verwrongen beelden te onttrekken. De meeste stereotypen over de na-oorlogse immigranten zijn niet van vandaag of gisteren, maar hebben een lange voorgeschiedenis. De komst van vluchtelingen uit België, Duitsland, Hugenoten, zigeuners (1420-1730), joden (18e eeuw), buitenlanders (Polen) in de Limburgse mijnen, Chineze zeelieden, negers, ambonese KNIL-militairen, Indische nederlanders, en de reacties van de Hollanders hierop, wordt uitvoerig beschreven. Weliswaar gold Nederland als een vrijhaven en toevluchtsoord, maar de altijd zo geroemde verdraagzaamheid blijkt uit deze artikelen ver te zoeken. Altijd weer waren de vreemdelingen het mikpunt van hoon en spot. In het tweede gedeelte van deze bundel wordt ingegaan op de actuele beeldvorming van buitenlandse minderheden. Aan de orde komen: islamieten in schoolboeken; de neger in het beeldverhaal; zigeuners, Tamils, Turken in reisgidsen.

Het boek pretendeert niet volledig te zijn. Een aantal belangrijke immigrantengroepen als de Marokkanen, de joden vóór WO2 en de Vietnamezen worden niet genoemd. Alleen schriftelijk nederlandstalig materiaal is onderzocht. In de inleiding wordt deze beperking verantwoord. Dit uiterst boeiende boek geeft een uitstekend overzicht over het hoe en waarom van de (negatieve) stereotype beeldvorming van minderheden in Nederland. Het laat zich makkelijk lezen en is overvloedig geïllustreerd met veel voorbeelden van discriminerende teksten, strips, tekeningen, centsprenten, en vooral citaten uit o.a. oude archieven en volksliteratuur. Achterin een zéér uitgebreide literatuurlijst.

De bundel is geschikt voor een groot lezerspubliek maar zou eigenlijk door alle docenten en andere (professionele) opvoeders moeten worden gelezen.

De redactie was in handen van de Anne Frank Stichting.

- Wilma Bruins-Jorna



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Cecile Beijk

  • Harry Bekkering

  • Toin Duijx

  • Herman Verschuren

  • Petra Barnard

  • Wilma Bruins-Jorna