Zonder het onderwijs valt het niet te verwachten dat het verschil tussen 30 en 70% hetzelfde blijft. Toch wordt het schoolbibliotheekwerk veel zwaarder belast dan het jeugdbibliotheekwerk, terwijl het onderwijs gratis en wel heel wat meerwaarde aan het bibliotheekwerk toevoegt. Hoe kunt u dat rijmen met uw partij-achtergrond?
‘Het is nieuw voor mij om daar zo over te denken. Ik heb die consequentie nog nooit zo onder ogen gezien. Maar wat zijn volgens u dan de praktische problemen?’
- Scholen moeten voor wisselcollecties sterk oplopende prijzen gaan betalen: van ƒ 30,- naar ƒ 40, - tot, aangekondigd, ƒ 72,50. Zo prijst de dienstverlening zich zelf uit de markt en dwingt men de scholen wel om een eigen boekencollectie op te bouwen, ook al is dat veel minder doelmatig. Dat kan ook niet elke school. Intussen blijft het jeugdlidmaatschap gratis evenals de uitlening, maar de kans om leners en lezers voor het leven te winnen wordt zo op scholen stelselmatig kleiner. Raakt de verhouding tussen beide vormen van dienstverlening aan kinderen niet ietwat zoek?
‘De idee dat het bibliotheekwerk op scholen waar iedereen te bereiken valt, gratis is, vind ik vanuit mijn partijachtergrond uiterst aantrekkelijk.’
Bergmans: ‘We laten ons bij de bepaling waar middelen moeten worden ingezet ook leiden door de behoefte op lokaal niveau. Al lange tijd geven bibliotheken - onlangs nog in een enquête - te kennen dat ze niet zo'n behoefte aan schoolbibliotheekwerk hebben. Dat maakt het voor de Provinciale Bibliotheekcentrale moeilijk om tegen wil en dank een aanbod op te blijven dringen, zeker nu de zaken gedecentraliseerd gaan worden.
Vandaar ook de terughoudendheid. Dat het aanbod van ondersteuning van het management actiever plaats vindt, komt voort uit de Welzijnswet waarin directievoering een expliciete provinciale taak is. En willen we het management op lokaal niveau versterken, dan moeten we daar ook wat aan die deskundigheid doen. Maar dat is van tijdelijke aard.’
Baartmans: ‘De staten kunnen straks nog altijd zeggen dat er te weinig schoolbibliotheekwerk in het reorganisatieplan van de Provinciale Bibliotheekcentrale zit of dat de tarieven daar lager moeten. Al past dat slecht in bestuur op afstand met budgetfinanciering, marginale toetsing en initiatief aan het lokale niveau, we kunnen blijven wijzen op zaken die naar onze mening zijn blijven liggen en daarvoor ook jaarlijks geld reserveren.’
- Vloeken evaluatiecriteria voor het reorganisatieplan van de Provinciale Bibliotheekcentrale met het gekozen afstandelijk beleid?
‘Niet voor de overgangsperiode, omdat het doodnormaal is om de besteding van het overgangsgeld aan de aangegeven doelen te toetsen. Cruciaal is of de gemeenten voldoende perspectieven blijven bieden om die doelen ook in de toekomst te kunnen realiseren. Maar we hebben geen geld ter beschikking gesteld om dat werk op termijn af te schaffen. Het overgangsgeld wil daar juist een stevige stimulans in zijn.’