Dat was nog eens lezen 2 - Amsterdam: Querido, 1987. - ISBN 90-214-5916-7. - ƒ 15,-.
In dit veertigste jaarboek van uitgeverij Querido vertellen 29 auteurs over de boeken uit hun jeugd of over hun vroegste ervaringen met lezen. Soms gebeurt dat in de vorm van een gedicht, waarin heel vaak het heimwee naar het ‘kinderlezen’ toeslaat. We vinden oude bekenden terug, van Winnie de Poeh tot Tecumseh.
Of er is verdriet over verdwenen boeken, die wel van de aardbodem verzwolgen lijken, alleen de herinnering is gebleven. Het ophalen van die herinneringen leidt een enkele maal tot nieuwe gezichtspunten en analyses. Zo heb ik bijvoorbeeld de beschouwing van de oude Classics-strips door Lloyd Haft geboeid gelezen, omdat hij stilstaat bij de motieven van de makers, iets wat je als kind niet veel doet. Belcampo beschrijft hoe het lezen zelf als vaardigheid en machtsmiddel diepe indruk op hem maakte.
Wat kinderen lazen, blijken lang niet altijd kinderboeken te zijn. En daarmee is het boek ook een duidelijk pleidooi voor een ongelimiteerde, ongecensureerde keuze van boeken.
Enkele schrijvers hebben niet zozeer hun kinderherinneringen als wel hun latere kennismaking met de grote literatuur beschreven. Daaronder valt de boeiende beschrijving van de eerste ontmoeting die Jaap Harten, als jonge dichter, met Gerrit Achterberg had.
Het boekje wordt gecompleteerd door veel bekende zwart-wit illustraties uit de besproken boeken en door een overzichtelijke bibliografie.
- Petra Barnard