Goed gelezen
Uit de A-kast
Door Truusje Vrooland-Löb
Boeken voor (aanstaande) lezers van 0-8 jaar
Er is een nieuw soort generatieconflict aan het ontstaan waar zelfs de commercie al op afgesprongen is. Als U die rijstreclame kent, waarin van die hippe zestiger-jaren-ouders met de lelijke eend op bezoek komen bij hun ‘in orde’, nette, volwassen kinderen, dan weet u wat ik bedoel.
Boekengrootmoeders zijn een slag apart aan het worden en gaan steeds minder lijken op de echte oma's van kinderen. Daarover gaat Mijn grootmoeder heeft zwart haar, tekst van Mary Hoffman en tekeningen van Joanna Burroughes (De Dageraad 350 Bfr.).
De oma van het kleine meisje uit het boek heet Sylvia, heeft zwarte, geverfde lange krullen en geen lief grijs knotje, kan niet breien, geen koekjes bakken, is weerbaar en woont samen met een baardige opa.
‘Mijn grootmoeder wil niet dat ik grootmoe tegen haar zeg. Of grootje. Of Oma. Ze zegt dat ze zich dan oud voelt.
Daarom zeggen we Sylvia. Ze is de moeder van mijn mam, maar mijn mam is veel verstandiger. Die zegt dat Sylvia een warhoofd is.’
Maar één ding heeft die Sylvia gelukkig wel gemeen met al die ouderwetse oma's: ze kan prachtig vertellen over haar (bewogen) leven!
Beslist aardig prentenboekje voor 5 tot 6 jarigen waarin het verschijnsel/cliché oma luchtig en geestig wordt uitgewerkt. De tekeningen zijn niet onsympathiek, maar hebben, behalve als begeleiding van de tekst, waarschijnlijk ook geen verdere pretentie: ze zijn ‘gezellig’ en erg vormzwak. Van ‘the grand old man’ Leo Lionni (Amsterdam, 5-5-1910) verscheen dit jaar het twaalfde prentenboek De zes kraaien (Ankh-Hermes, ƒ 19,70, 370 Bfr.): een weinig opwindend verhaal over zes hongerige vogels die door de tussenkomst van een wijze uil vrede sluiten met de boer die ze telkens van zijn tarweveld wil verjagen. Maar wèl een fraai KIJK-boek waarin Lionni - schilder, graficus en bekend reclame-ontwerper - zich als prentenboekillustrator weer eens bewijst. Verrassend dynamisch en ‘jong’ zijn de illustraties over twee pagina's in een uitgebalanceerde vormgeving, van zwarte gestileerde vogels in een geel korenveld of in een boom (in zijn mensfiguren is hij wat minder overtuigend) die ontstonden in collage-verftechniek.
In tegenstelling tot het boek over ‘Grootmoe’ dat het vooral van het gegeven, de tekst moet hebben, ontleent dit prentenboek van Grootvader Lionni (want voor zijn kleinkinderen maakte hij in 1959 zijn eerste prentenboek: Blauwtje en geeltje) zijn kracht aan de illustraties.
Deze verdienen eigenlijk een sterkere tekst: kinderen zullen een paar keer de grafisch vergulde pil van de wijze les dateen-conflict-door-een-gesprek-valt-op-te-lossen, slikken en dan zal dit verhaal ze vermoedelijk gaan vervelen.
Nòg een conflict: David McKee laat in Twee monsters (La Rivière & Voorhoeve, ƒ 18,50, 340 Bfr.) een conflict met boekvechten en stenen smijten oplossen. Een blauw monster woont aan de westkant van de berg en een rood monster leeft aan de oostkant van diezelfde berg, en ze kunnen met elkaar spreken door een gat in die berg. Dan krijgen ze een meningsverschil over het feit of de dag ten einde loopt of dat de nacht begint. Schelden, en met stenen smijten is hun reactie, totdat door al dat gesmijt met rotsblokken de berg geslecht is, en de monsters elkaar voor het eerst ècht zien. Maar ze zien ook dat de dag aan het gaan is, en de nacht weer aan het komen is, en sluiten vrede. In de eerste zes, wat ‘cleane’ platen lijkt het even of McKee ons grafisch gaat teleurstellen, maar met het oplaaien van de ruzie worden eveneens de tekeningen feller en overtuigender. We hebben hier echt te doen met een geestig en geslaagd opgebouwd prentenboek, dat ook door de vele beschaafde scheldkreten en het vrolijke gesmijt door de gemiddelde kleuterschoolbezoeker gewaardeerd zal worden. En daarbij bevat de subtiele aanleiding voor de ruzie nog een extra dimensie voor het onderwijs: taalfilosofie voor de kleuterschool!
We blijven nog even overzee in Engeland, want ook van McKee's vriend, de super-productieve Tony Ross, verscheen weer een boek dat niet onvermeld mag blijven. Waarschijnlijk ergeren beide vrienden zich een beetje aan hoogbegaafde kleine meisjes, want liet McKee het vorig jaar slecht aflopen met de gedreven muzikale Victoria (van de viool), nu heeft Tony Ross het niet zo begrepen op Willemiene Wonder Wicht (Altamira, ƒ 19,50, 366 Bfr.).
Willemiene Wonder Wicht was altijd wonderbaarlijk netjes, braaf, schoon, de beste in alles, en won daarom medailles en bekers voor beleefdheid, netheid en behulpzaamheid. Ze krijgt zelfs een