Goed gelezen
Uit de A-kast
Door Truusje Vrooland-Löb
Boeken voor (aanstaande) lezers van 0-8 jaar
Nu bijna winterse stormen de laatste blaadjes van de bomen plukken en harde regenstralen dit karwei helpen afmaken, zodat het straks echt winter lijkt, is ook definitief de periode voorbij waarin u geconfronteerd had kunnen worden met uit het nest gevallen / verstoten / door de kat geroofde jonge vogels.
Over zo'n typische voorjaars- en zomerrelatie met een jonge eend heeft Gerard Brands een ogenschijnlijk ‘onderkoeld’ maar ontroerend verslag geschreven. De oorspronkelijke versie van dit dagboek verscheen in 1970 onder de titel Een witte eend in het Barbarberboek Kraaien tellen tot vier, maar in een wat herziene vorm verscheen het als Bolletje (Querido, ƒ 18,90, Bfr 378) met pentekeningen van Peter Vos.
Eind mei wordt er bij Brands een plastic bakje gebracht met daarin een eendje van een paar dagen oud. Daarmee beginnen de pogingen van de auteur om het diertje in leven te houden. En tot zijn eigen verbazing blijkt het ook te lukken, en ontstaat er een tijdelijke zomer-relatie tussen mens en eendekuiken, waarvan hij verslag doet in een dagboek dat zich eigenlijk in al zijn eenvoud laat lezen als een korte roman met een ‘happy end’, want tenslotte blijkt dit Bolletje zó goed geresocialiseerd te zijn, dat hij in de herfst volledig opgenomen wordt in een troepje eenden.
‘1 oktober. Nog één keer naar de hoofdvaart. Ik wacht even tot er niemand in de buurt is en roep dan: “Bolletje!”. De eenden kijken naar me, maar als ze merken dat ik geen brood in het water gooi, verliezen ze hun belangstelling. Ik draai me om en wandel naar huis. Vanaf vandaag heten alle witte eenden Bolletje.’
Een einde, dat wellicht bij mensen met soortgelijke ervaringen - ondergetekende leeft ook al vier jaar samen met een eigenhandig opgefokte muis - een brok in de keel doet schieten.
Voor kinderen vanaf een jaar of acht, die al echte belangstelling voor dieren beginnen te krijgen (biologieles!) en ouder heeft dit boek ook sterk informatieve kanten. Tot zover de tekst. Zoals al gezegd, maakte Peter Vos de tekeningen. en het zijn deze op ijselijk scherpe observaties steunende maar toch op zeer eigen wijze weergegeven vogelstudies die de tekst een extra dimensie geven. Op elke pagina komen we een steeds groter wordend eendje tegen, in allerlei karakteristieke houdingen, dat niet alleen vertedert en de tekst verlevendigt, maar dat ook veel visuele informatie geeft. We weten dat Peter Vos al jarenlang (onder andere in Artis) vogels observeert en tekent. We kennen zijn schitterende tekeningen van uilen in Ziezo van A.M.G. Schmidt, maar met deze kleine, losse en rake penkrabbels tussen de tekst toont hij zich weer eens de meester van de tekenpen.
Gelukkig wisten ze dit bij de uitgeverij ook al, en staken ze tekst en tekeningen niet alleen in een prima band (Vos / Tapperwijn), maar ook in een harmonieuze lay-out waarin dit alles volledig tot zijn recht komt!
Niet alleen lijkt elke herfst wat op die van het jaar daarvoor: ook een boekenoogst roept weleens een déja-vu gevoel op. Om in deze rubriek niet al te veel herhalingen te vervallen nu in vogelvlucht even aangekondigd dat er van Jenny Dalenoord en Jetty Krever weer een heerlijk boek over muis, mol en rat is verschenen (Kom gouw, mol!, Leopold, ƒ 24,50, Bfr 490), dat de beide beren van G. Vincent creatief bezig zijn in Brammert en Tissie maken er iets moois van (Lemniscaat, ƒ 19,90, Bfr 398), dat er bij Bekadidact weer twee boeken over die domme beer Kummeling verschenen zijn (f 20,-, Bfr 400), en dat Max Velthuijs Een taart voor kleine Beer laat bakken (Leopold, ƒ 18,90, Bfr 378). Duidelijk een aantal gerenommeerde auteurs/illustratoren met nieuwe produkten die niet voor die van voorgaande jaren onderdoen.
Wat spelen er toch veel beren een hoofdrol in kinderboekenland, op de voet gevolgd door rijen varkens en een fiks aantal draken (om kinderangsten ‘klein’ te krijgen?). Desondanks is het soms moeilijk om niet voor deze dieren te bezwijken: zoals voor die lieve vaderbeer in Welterusten... Kleine Beer (Lemniscaat, ƒ 19,90, Bfr 398) van Martin Waddell met tekeningen van Barbara Firth. In dit vertederende prentenboek is er een kleine beer die niet kan slapen vanwege Het Donker en een Grote Beer die rustig wil zitten lezen in de stoel bij het vuur. Grote Beer zet een klein lantaarntje neer bij het bed van de Kleine Beer om het donker wat te verjagen. Maar omdat dit niet voldoende helpt, zet hij er een nog grotere lantaarn bij. En even later hangt hij een heel grote lantaarn aan het plafond. En nòg kan het beertje niet slapen uit angst voor het donker. Dan gaat Grote Beer met Kleine Beer het hol uit, naar buiten in de donkere nacht, en toont hem de reuzelantaarn: de volle maan en alle sterren. Waarop Kleine Beer in slaap valt in de armen van Grote Beer. Een ontroerend en goeddoordacht verhaaltje met een repeteerelement, dat uitstekend geïllustreerd werd. Op de warme krijtaquarelplaten in het besloten kader van het berehol zien we de beren een avond lang tobben. Met het toenemen van de hoeveelheid licht in het verhaal worden ook de vele details - spullen, speelgoed - van het interieur duidelijker. De illustratrice kan uitstekend tekenen en is zo vaardig bezig ons te vertederen met kleine grapjes en haar bewegelijke, wollige lijnen dat als het geheel niet zo liefdevol en eerlijk gedaan was, ik haar haast wat illustratief behaagziek zou kunnen noemen. Ze heeft de beren in hun berensnoet een mensenmimiek gegeven, maar daarbij ook een deel van de echte berenmotoriek weergegeven, zodat ze zo wel vertederen en toch als beerfiguur nog overtuigen.
Een aanwinst voor het bedrand-repertoire. Ook over Lars, de kleine ijsbeer van Hans de Beer, die voor het eerste deel een Vlag en Wimpel kreeg, is weer een prentenboek gemaakt. Kleine IJsbeer, waar ga je naar toe? (De Vier Windstreken, ƒ 21,50, Bfr 430) eveneens met een tekst van Burny Bos. In verrukkelijke pen-aquarelplaten, waarin Hans de Beer nog meer van zijn grafisch kunnen toont dan in zijn andere boeken, laat hij zien hoe de jonge ijsbeer in het net van een grote vissersboot terechtkomt. Aan boord verstopt IJsbeer