Levende Talen. Jaargang 1930
(1930)– [tijdschrift] Levende Talen–Een nieuwe verklaring van de naam Germanen.Ga naar voetnoot1)Van de hand van de redakteur van de Zweedse Neophilologus, R.E. Zachrisson, vinden wij in het eerste nummer een interessante bijdrage over de naam Germanen, die aan de vele ver- | |
[pagina 13]
| |
klaringen die reeds gegeven zijn maar geen van alle bevredigen, de nieuwste toevoegt, De schrijver tracht de Keltiese oorsprong van de naam te bewijzen. Alle oude niet-samengestelde Germaanse stamnamen zijn van geografiese oorsprong. Dit geldt ook van vele Keltiese stamnamen, bijv. van de Morini, ‘zee-bewoners’ (van more, ‘zee’), de Ambiani, (van ambe, ‘rivier’), de Treveri, (van de Treva), de Sequani, (van de Sequana, de Seine), de Garunni, (van de Garunna, de Garonne). De schrijver knoopt voor de etymologie aan bij de verklaring van Schnetz (PBB. 47, p. 470 vlg.), die de naam afleidt van de Ide. wortel *gher(e)m-, ‘rumoer maken, bruisen’ (verwant zijn Gr. χρεμίζω, Os. grimman, ‘bruisen’, Noorw. dial. grimm, ‘het breken der golven tegen de rotsen’, Zw. dial. gorma, ‘lawaai maken’). Persoons- en plaatsnamen afgeleid van deze stam komen uitsluitend voor op het gebied waar vroeger Kelten woonden. Daaruit blijkt (1) dat de naam Germani waarschijnlik van Keltiese oorsprong is en (2) dat de betekenis samenhangt met woorden die betekenen ‘rumoer maken, bruisen’. De schr. gaat echter niet mee met Schnetz, wanneer die Germanen verklaart als ‘het vreeswekkende, krijgshaftige volk’, maar zoekt de verklaring in verband met het zoëven genoemde feit, dat oude niet-samengestelde volksnamen gewoonlik van geografiese oorsprong zijn, in een andere richting. Het trok zijn aandacht dat er op het oude Keltiese gebied, vooral in Frankrijk, veel riviernamen afgeleid zijn van de wortel *ghere(m). Wij noemen uit de vele die de schr. opsomt de volgende bergrivieren in Frankrijk: La Gere (Isère), Le Ger (Pyreneeën), Gere (Jura), Le Gyr (een zijtak van de Gironde). Met de m-uitbreiding en het suffix -ana: Germanasca (N.W. Italie), Germanieux (Isère), La Germe (zijrivier van Le Furon). De schrijver noemt vele dorpsnamen, alle in het bergachtige gedeelte van Z.W. Frankrijk gelegen, Germaine, Germanie, Germagne, aan of bij kleine bergstromen, waaraan zij waarschijnlik hun naam danken. Een groot aantal namen van de vorm Germana komt voor, waarvan een afleiding van de volksnaam onwaarschijnlik is wegens het ontbreken van een afleidingssuffix. Al die namen worden aangetroffen op oud Kelties gebied, nl. Frankrijk, Italië, Zuid-Beieren en misschien Zwitserland. De oude Kelten waren blijkbaar gewoon rivieren in bergachtige streken Germana ‘de bruisende stroom’ te noemen. | |
[pagina 14]
| |
Van deze riviernaam Germana is volgens de schr. de naam van een oude Keltiese stam Germani afgeleid, welke naamgeving geheel parallel loop met die van de Sequani naar de Sequana, de Garunni naar de Garunna. Zo betekent Germani dus: ‘het volk van de bruisende bergstroom’. De oorspronkelike woonplaats van deze Keltiese stam zoekt de schr. in de Frans of Italiaanse Alpen.Ga naar voetnoot1) In het biezonder denkt hij aan het dal van de Italiaanse Alpenstroom Germanasca.
Interessant is in dit verband de bekende inskriptie die keizer Augustus in 12 v. Chr. heeft laten aanbrengen ter herinnering aan de Romeinse overwinning bij Clastidium (222 v. Chr.) op de Galliese Insubres, waarin naast de Galli Insubres genoemd staan Germani.Ga naar voetnoot2) Er is over die Germani veel te doen geweest, maar de pogingen om ze te identificeren met de Germanen zijn als mislukt te beschouwen. Het is wel mogelik dat Augustus zelf of zijn historici in de mening verkeerden, dat men werkelik met de Germanen te doen had, maar de schr. maakt het aannemelik dat deze Germani verwant waren aan de Galliërs die zij te hulp kwamen, een Keltiese stam uit de Italiese Alpen.
Tot hiertoe lijkt mij het betoog van de schrijver overtuigend en met de slotsom, dat er een oude Keltiese stam bestaan heeft van de naam Germani, welke naam betekent ‘het volk van de bruisende bergstroom’, in de Italiese of Franse Alpen - een resultaat dat op zichzelf reeds belangwekkend is - kunnen wij meegaan. Er rest de schrijver echter nog een belangrijk deel van zijn bewijsvoering: nl. aannemelik te maken dat deze naam identiek is met die van onze stamvaders. En het schijnt mij toe dat dit deel van het betoog minder overtuigend is.
Caesar (De Bello Gall., 11,4) deelt mee dat de afgezanten van de Remi hem het volgende vertelden omtrent hun verwanten: de meerderheid van de Belgae was afkomstig van de Germani, die gelokt door de vruchtbaarheid van het land de Rijn waren overgestoken en de Galliërs hadden verdreven. Zij alleen hadden de aanvallen van de Teutonen en Cimbren weten te weerstaan. Zij | |
[pagina 15]
| |
waren in voortdurende oorlogen met de zuivere Germaanse stammen gewikkeld. Caesar noemt een aantal Belgiese stammen op, Eburones, Bellovaci, Menapii, Ambiani, Morini, enz., alle Keltiese namen. Het grootste deel van de ‘Germanen’ die België veroverden, waren Kelten. En de Remi zeiden de waarheid, toen zij vertelden dat België door de Germani veroverd was, maar Caesar identificeerde ten onrechte deze Germani met de Germanen van over de Rijn, de oude vijanden van de Romeinen.
De belangrijkste vraag is: hoe kon de Keltiese stamnaam Germani de naam worden van het grote Germaanse volk? Volgens de schrijver wordt dit verklaard door de bekende, veelbesproken passage in Tacitus, Germania, 2-4. Ceterum Germaniae vocabulum recens et nuper additum, quoniam qui primum Rhenum transgressi Gallos expulerint ac nunc Tungri, tunc Germani vocati sint. Ita nationis nomen, non gentis, evaluisse paulatim, ut omnes primum a victore ob metum, mox etiam a se ipsis invento nomine Germani vocarentur ... hetgeen betekent:Ga naar voetnoot1) Bovendien, de naam Germania is in de laatste tijd in gebruik gekomen, want zij die het eerst de Rijn overstaken en de Galliërs verdreven en nu Tungri genoemd worden, werden toen Germanen genoemd. Als een naam voor een volk, niet voor een stam, heeft de naam langzamerhand gangbaarheid gekregen, want alle Germanen (de onze!) werden het eerst zo genoemd door de veroveraar (nl. de Germani die de Galliërs in België onderwierpen), teneinde de Galliërs vrees in te boezemen, waarop de andere Germanen ook spoedig de naam gingen gebruiken. Als Tacitus in Germania 28 vertelt dat de Nervii en Treveri gewoon waren zich te beroemen op hun Germaanse oorsprong, gebruiken zij de naam Germanen in zijn oude betekenis als stamnaam, al zal Tacitus dit niet zo opgevat hebben. Er is meer Keltiese invloed op de Germanen geweest dan men wel heeft gedacht, vooral (zoals o.a. Bugge heeft aangetoond) op de Germaanse namen, welke invloed voor een deel berust op de hogere Keltiese beschaving, voor een ander op banden van huwelik en bondgenootschap tussen Keltiese en Germaanse stammen. | |
[pagina 16]
| |
Samenvatting:Germani was oorspronkelik de naam van een Keltiese stam, die enige eeuwen voor Christus in het Zuidelik Alpengebied woonde, misschien in het dal van de Italiaanse rivier Germanasca. De naam betekende ‘het volk van de bruisende bergstroom’. Mogelik hebben zij met de Galli Insubres in de slag bij Clastidium meegestreden. Zij zijn later naar het Noorden getrokken, en hebben, wellicht in bondgenootschap met zuiver Germaanse stammen, België veroverd. Hun Germaanse buren hebben uit respekt voor de kracht van hun wapenen in de loop der tijden hun naam overgenomen.
Men moge aarzelen om de konklusies van de Zweedse geleerde geheel te aanvaarden, men moet toegeven dat ze verrassend zijn en gegrond op een logies goed sluitend betoog, terwijl de kombinaties van de belezen schrijver van scherpzinnigheid getuigen.
W. VAN DEN ENT. |
|