Levende Talen. Jaargang 1932
(1932)– [tijdschrift] Levende Talen–Kleine Bijdragen tot de Engelse syntaxis.
| |
[pagina 182]
| |
zal steeds de moedertaal van grote betekenis zijn: omdat het de enige taal is die men ooit min of meer volledig als levende taal kan kennen, en beleven. De vergelijking met de moedertaal is allerminst een nieuwigheid: praktiese schoolmannen hebben het steeds gedaan; hun doel was natuurlik niet de bevordering van wetenschappelik inzicht, maar de beheersing van een vreemde taal. Het is echter een vergissing die twee: wetenschap en praktijk, als noodzakelike tegenstellingen te zien. In talrijke gevallen, in de meeste gevallen, is er geen tegenspraak; wanneer men tegenspraak ziet, berust dat maar al te vaak op gebrekkige kennis, hetzij van wetenschap of van praktijk, zo niet van beide. Een belangrijk voorbeeld van dit samengaan van wetenschap en praktijk levert een bestudering van de wijzen waarop het Engels en het Nederlands de omstandigheden uitdrukken die een handeling begeleiden. Allereerst is het nodig een mogelik misverstand uit de weg te ruimen. Men moet de begeleidende omstandigheden van een handeling onderscheiden van twee gelijktijdige handelingen of gebeurtenissen. In dat laatste opzicht verschillen de beide talen niet veel: wij hebben het voegwoord terwijl, het Engels while, whilst; is het een tijdstip (niet een tijdperk) dan hebben wij meest toen, Eng. as, and when. In the fifteenth century, whilst Englishmen had been invading France or killing one another in the Wars of the Roses, the adventurers of Portugal had been doing something more promising. Under the inspiration of their Prince Henry ‘the Navigator’ they had explored the west coast of Africa. Williamson, Evolution of England p. 180. Het is duidelik dat het onderschikkend karakter van deze bijzinnen niet sterk uitkomt; wanneer dat wel het geval is, wordt de bijzin een aanduiding van de omstandigheden van de handeling of gebeurtenis in de hoofdzin. Voor deze funktie heeft het Engels geen algemeen gebruikelike bijzinsvorm; het heeft dan in veel gevallen een bepaling in wat naar de vorm een enkel- | |
[pagina 183]
| |
voudige zin is, ofschoon de bepaling vrijwel dezelfde funktie vervult als bij ons de bijzin, en dan ook meest door een duidelike pauze van de rest van de zin gescheiden is. In de Engelse grammatika spreekt men dan meest van free adjuncts; feitelik is het een bepaalde soort van attributieve of predikatieve bepaling. Een enkel voorbeeld is voldoende: A pleasant, happy child, little Jack was welcome everywhere (Handbook 2091). Hier zou men ook wel kunnen spreken van een bepaling van gesteldheid. Anders wordt het als deze bepaling een gebeurtenis uitdrukt: Mr. Gordon, holding the swing door a little farther open, but not yet advancing to the top of the stairs, turned his head and shouted over his shoulder into the darkness of the basement. Royde-Smith, Incredible Tale p. 58f. Deze zin is ook om een andere reden leerzaam: hij illustreert een van de wijzen waarop het Engels de afwezigheid van begeleidende omstandigheden kan uitdrukken; but not yet etc. zouden wij weergeven met: zonder echter met een infinitief. Het is juist in dit opzicht dat het Engels op merkwaardige wijze verschilt van de meeste omliggende talen: het heeft geen voegwoord dat equivalent is met ons zonder dat, Duits ohne dass, Frans sans que. Het lijkt mij niet onnut om eens na te gaan op welke manieren het Engels deze laatste soort bijzinnen zo al weergeeft, en in de tweede plaats de oorzaken op te sporen, die geleid hebben tot de tegenwoordige toestand, want het is opmerkelik dat het oudere Engels wel een voegwoord van dit karakter kende.Ga naar voetnoot1) Onder de equivalenten voor ons voegwoord zonder dat is without met een verbaal ing de meest voor de hand liggende: No history of English foreign policy can be written without his name filling a large space in it (Times Lit. 31/10, 1929 p. 853/2). Minder vaak wordt er de aandacht op gevestigd dat without ook met een ander verbaalabstrakt kan worden gebruikt: Markham waited until the two figures had become indistinguishable in the mist that still hid the iron girders of the bridge toward which they went, and then, without any intention of catching them up, resumed his homeward way (Incredible Tale p. 25); het Nederl. | |
[pagina 184]
| |
zou zetten: zonder dat hij bedoelde, enz. Maar ook andere konstrukties zijn mogelik: And he climbed down from his chair, and crept unnoticed towards the front (Walpole, Fortitude I, ch. 13 p. 23); het enkele unnoticed is in de vertaling: zonder opgemerkt te worden. Behalve de boven geciteerde zin met koordinerend but, komt ook and veel voor: Not for a moment did it seem at all strange to Peter that Urquhart should have had this knowledge and given no sign till now (Rose Macaulay, The Lee Shore p. 11). Andere voorbeelden in mijn Handbook 2453. Is de eerste zin ontkennend dan kan onderschikkend but gebruikt worden; voorbeelden lijken overbodig (Grammar and Idiom 290). Het merkwaardige is nu dat in het oudere Engels en dialekties ook nu wèl een voegwoord met deze betekenis bestaat: without that, of without. Voor de moderne dialekten hoeft men slechts Wrights woordenboek op te slaan; de aanhalingen in Handbook 1846 bewijzen dat ook beschaafden without wel als voegwoord gebruiken, zij het dan onder lokale invloed. Voor het oudere Engels kan men natuurlik bij Mätzner terecht (III bl. 511), en bij het New English Dictionary. De vraag rijst waarom het beschaafde Engels een konstruktie die oorspronkelik bestond, en blijkens de verwante talen een nuttige funktie vervult, heeft laten varen. Misschien is daarvoor een opmerking van Johnson van waarde, die door het New Engl. Dict. wordt geciteerd: hij verklaart dat without als voegwoord is ‘not in use, except in conversation’. Wij zouden zeggen: gebruikelik, maar in schrijftaal vermeden. Wanneer we bedenken dat de konstruktie met een ‘free adjunct’ in hoofdzaak tot de literaire taal is beperkt, en ook de konstruktie met without en een verbaalabstractum hetzij in ing of met een andere vorm, vrij ongemeenzaam is, schijnt het me niet gewaagd te veronderstellen dat het in onbruik raken een resultaat is van literaire willekeur, zoals ze legio zijn in het Frans, maar veel weiniger talrijk in het Engels. Het voorbeeld van without is nog in een ander opzicht leerzaam: het zou voor onze kennis van het Engels, en tegelijk uit algemeen-taalkundig oogpunt, van nut zijn als iemand eens een nauwkeurig onderzoek deed naar het verdwijnen en opkomen van konjunkties in de loop van de Engelse taalgeschiedenis. Weinig delen van de grammatika die zo nauw verband houden met de sociale en intellektuele geschiedenis van de sprekers van een taal. Dat de nevenschikkende voegwoorden | |
[pagina 185]
| |
niet zo sterk aan slijtage onderhevig zijn als de onderschikkende, is in dit verband zo vanzelfsprekend dat kommentaar overbodig is; hun aantal is trouwens uiterst klein.
e. kruisinga. |
|