| |
Franse schoollectuur.
IJvonne Schultz, Le sampannier de la Baie d'Along. (Paris, Plon, 12 francs).
Verhaal over Annamitisch leven. Vooral over Annamitische liefdesgebruiken, bijgeloof en veel booze geesten.
Vlot geschreven en goed beschreven. En stellig niet onaangename reislectuur. Maar voor onze scholen ongeschikt. Tenzij men ‘alles’ laat lezen.
| |
| |
| |
Léon Guillet, Allez, mes enfants et vous serez des chefs. (Paris, Plon, geen prijs).
Een brave grootvader (de l'Institut!) schreef een boek speciaal bedoeld als levensleer voor zijn kleinkinderen, zooals Paul Doutner zijn Livre de mes fils schreef. De titel is duidelijk. In 14 hoofdstukken wekt hij op tot ouderliefde, werkzaamheid en gehoorzaamheid; geeft tal van aanwijzingen over vorming van karakter; geeft goede raad over beleefdheid, goede manieren, gebruik van geld; spoort aan tot vaderlandsliefde en correct spreken van de moedertaal enz. enz. Een boek vol wijze raad, vriendelijk geschreven. De Fransche jeugd zal het misschien méér apprecieeren dan de onze. Het Fransche onderwijs heeft stellig een méér opzettelijk-moraliseerend karakter. Echter ... herhaaldelijk richt de schrijver zich tot ouders en opvoeders en vergeet zijn kleine nakomelingen.
C.L. DE LIEFDE.
| |
Comte Serge Fleury, Le mur mitoyen, Plon, 12 frs., 257 pg.
Zooals vele van zijn landgenooten heeft Graaf Serge Fleury na den oorlog veel in Amerika en Engeland gereisd en zijn indrukken gepubliceerd. In het eerste deel van zijn jongste boek ‘Le mur mitoyen’ vertelt de schrijver, die een goed waarnemer is, op eenvoudige wijze, als in een prettige conversatie, verlevendigd door een welwillende ironie, van de Engelsche na-oorlogsche samenleving. Hij maakt daarbij gebruik van de anecdote en beschrijft vooral uiterlijke manifestaties. Niettemin gelukt het den schrijver, in korte hoofdstukken (religie, home, snobisme, humour, sport, de Engelschman aan tafel, letterkundige fetiches, vreugde en smart, enz.) een goed beeld te geven van de zeden en gewoonten der Engelschen. - Van boven van de ‘mur mitoyen’ kijkt de schrijver eenerzijds op Engeland, anderzijds op Frankrijk neer.
Het tweede deel van zijn boek is aan zijn eigen land gewijd. Dat gedeelte kan ons minder bekoren. Na het uitstapje in Engeland is de terugkeer naar Frankrijk te sentimenteel; de waarnemer heeft plaats gemaakt voor een eenigszins oppervlakkig oordeelende, te gevoelige landsman.
| |
Germaine Acremant, A l'ombre des célibataires, Plon, 12 francs, 263 pg.
Onder deze aardige titel heeft de schrijfster van ‘Ces dames aux chapeaux verts’ de lotgevallen beschreven van de kleine Jacqueline, die, enkele maanden na haar geboorte, in huis komt bij haar oom-vrijgezel Anselme Parchez en diens zuster Céline. Deze brave menschen omringen hun pleegkind met oude vrienden, een dokter, een apotheker, een notaris, eveneens vrijgezellen en allen met elkaar trachten zij Jacqueline op te voeden. Verwend door den een, vertroeteld door den ander, bezorgt zij hun veel angstige en ook veel gelukkige oogenblikken. Als eindelijk Jacqueline l'âge du mariage bereikt heeft, blijkt, dat elk der celibatairen een eigen candidaat heeft, hetgeen grappige conflicten met zich meebrengt. Jacqueline's liefde voor haar jeugdvriend Pierre, sterker en slimmer dan alle berekeningen van haar trouwe verzorgers, brengt een gelukkige oplossing.
Heel gaarne wordt dit amusante boek aanbevolen voor de hoogere klassen.
S. ELTE.
| |
| |
| |
Louis Guichard, Sainte Marine. Paris, librairie Plon. 1932.
Zonder veel zwaarwichtigheid of al te groote luchthartigheid weet de schrijver het leven van de marineofficieren aan boord van een kruiser en van hun eventueele familie in de trieste oorlogshavens te schetsen. In deze zeer juist geteekende sfeer komt tenslotte alles terecht tusschen den besluiteloozen luitenant Pierre Eudel en Hélène Audrain, dank zij de ‘esprit de corps’ die de officiersvrouwen aan den dag weten te leggen.
Voor een enkele oudere leerling is dit boek wel geschikt.
J.R.H. DE SMIDT.
| |
W.H. Slater, Les bandits rouges. Traduction de F. Laroche. Librairie Plon. Paris. 6 frs. rel. 252 blz.
Een Londensch journalist, die enkele vacantiedagen buiten Londen wil doorbrengen, springt op het nippertje uit zijn coupé, en neemt in de haast in plaats van zijn eigen valies, dat van een medereiziger mee. In zijn hotelkamer aangekomen, bemerkt hij de vergissing en constateert tot zijn groote verbazing, dat de koffer eenige duizenden splinternieuwe Engelsche bankbiljetten bevat. Hij keert onmiddellijk terug naar Londen en vertelt het geval aan een vriend, inspecteur van politie. Deze zegt hem, dat de bankbiljetten valsch zijn, en vervaardigd zijn door een internationale bende, waarmee de politie in alle landen zich al reeds geruimen tijd bezig houdt. Ziehier het uitgangspunt van een reeks spannende avonturen, waarvan het resultaat is de ontmaskering der bende. De held is een Amerikaansch detective, die geaccrediteerd is bij de Londensche politie in verband met deze kwestie. Hij kwijt zich schitterend van zijn taak, daarbij geholpen door den Londenschen journalist, en vooral door diens zuster.
Voor onze jongens, die van detectiveromans houden, een boekje om van te smullen!
| |
Le Voyage de René Caillié à Tombouctou, et à travers l'Afrique. 1824-1828. Publié par Jacques Boulenger. Librairie Plon. 16,50 frs. 239 blz.
René Caillié is een zoon van een bakker uit een dorpje in de Vendeé; hij is een zwak, maar intelligent ventje, heeft veel lust in de studie, maar is genoodzaakt het ambacht van schoenmaker te leeren. Men noemt hem in zijn dorpje ‘Robinson’, omdat hij verzot is op avontuurlijke verhalen, en aan niets anders denkt dan aan reizen: in allen ernst spreekt hij er steeds over, om naar Tombouctou te gaan. En inderdaad, in 1816 vertrekt hij, 16 jaar oud, als oppasser van een marineofficier, naar Senegal. Eenmaal in Afrika, laat het denkbeeld, om door te dringen tot in het hartje van dat werelddeel, hem niet meer los, Na herhaalde, maar vruchtelooze pogingen, om dat doel te bereiken met een karavaan, besluit hij er alleen op uit te gaan. Aangezien de fanatieke volksstammen zeer wantrouwend zijn jegens de christenen, wil hij zich voordoen als muzulman. Daartoe begeeft hij zich naar de Mooren, vooral om het Arabisch te leeren. Na een half jaar van geestelijk en lichamelijk lijden bij zijn leermeesters heeft hij zijn opvoeding als Arabier voltooid, en weet te ontsnappen. Nu begint pas zijn eigenlijke tocht naar Tombouctou, dat hij ten slotte, na veel inspanning en ontbering, in April 1828 bereikt.
Ziehier in groote trekken de inhoud van dit reisverhaal, dat we - hoewel het niet erg boeiend is geschreven - toch wel kunnen aanbevelen voor de schoolbibliotheek.
H. PANNEKOEK.
| |
| |
| |
Henry Holt, Le Train de Minuit; trad, de Georges Muller; Plon, Paris, 6 frs. rel.
Heeft men tegen vertaalde boeken geen bezwaar, dan is dit verhaal voor de hoogste klassen zeer zeker geschikt, als de lezer tenminste van avonturen houdt. Want die zijn er volop en wel van de eerste tot de laatste bladzijde. Als gewoonlijk een strijd tusschen Scotland Yard en 'n heer-dief; daarbij 'n detective, die verliefd wordt op 'n typiste van een in de zaak betrokken kantoor; slachtoffers - half of geheel van kant gemaakt - die helaas geen inlichtingen kunnen geven; scherpzinnige opmerkingen naast onverantwoordelijke dommigheden - beide wel eens 'n tikje gezocht. Dit alles leidt - met eenige seconden voorsprong op een hevige ontploffing - tot het arresteeren van ‘den dief’ en stelt 'n gelukkig huwelijk tusschen twee helden in 't uitzicht.
P. DE JONG.
|
|