Levende Talen. Jaargang 1933
(1933)– [tijdschrift] Levende Talen–Redactionele spelling in ‘Levende Talen’?Enige tijd geleden schreef een hooggeacht medewerker in een briefje dat zijn bijdrage begeleidde, de volgende merkwaardige woorden: ‘Ik zie dat mijn spelling (Terpstra) afwijkt van de in “Levende Talen” aangenomene of liever gezegd, dat “Levende Talen” niet de officieele spelling gebruikt. Mocht desondanks mijn stukje gebruikt kunnen worden, des te beter. Indien | |
[pagina 207]
| |
overbrenging in V.S. noodig mocht zijn, wilt u dan vermelden dat dit met toestemming van den recensent is geschied? ....’ Ik ken de geachte schrijver genoeg om te weten dat hij, als hij in het bovenstaande een gedeelte uit zijn brief herkent, niet boos op mij zal zijn, dat ik zijn woorden ‘merkwaardig’ noem en er aanleiding in vind er een beschouwinkje aan vast te knopen. Om de volgende redenen acht ik het epitheton op zijn plaats: 1) Er is dus een spelling-Terpstra! Alsof Z.E. met zijn aanschrijving aan een aantal scholen, waarin hij de eindexaminatoren het recht toekende bepaalde afwijkingen van het buigingssysteem en de voornaamwoordelike aanduiding die in de ‘officiële’ schrijfwijze gevolgd worden, niet fout te rekenen, ooit bedoeld heeft een nieuwe ‘spelling’ in te voeren! 2) Die ‘spelling-Terpstra’ is de officiële! Wel eigenaardig dat die officiële spelling aan de departementen (dat van Minister Terpstra incluis) verboden waar is! 3) De schrijver meent dat in ‘Levende Talen’ een bepaalde spelling gevolgd wordt. Niets is minder juist. Er zijn - verheugend verschijnsel - alleen vele medewerkers van ons tijdschrift die in de V.S. schrijven, zo vele, dat het misverstand van onze schrijver begrijpelik isGa naar voetnoot1). Iedere inzender is natuurlik vrij de spelling te gebruiken die hij verkiest: De Vries en Te Winkel, V.S., ‘Terpstra’, etc. Het idee, dat een stuk wordt opgenomen ‘ondanks’ een bepaald spellingssysteem, vind ik grappig. 4) ‘Indien overbrenging in de V.S. noodig mocht zijn...’! Wat een vreemde opvatting van de mentaliteit van de aanhangers van de V.S. Neen, waarde collega, die kleine politiek laten wij over aan de grote bladen! Wij zouden wel erg inconsequent zijn, als wij gingen doen wat wij de grote pers verwijten, nl. aan de beste spelling de kans onthouden om in een vrije concurrentie de strijd te winnen. Welke ‘de beste’ is? Wij menen | |
[pagina 208]
| |
het te weten, maar alleen de toekomst kan het leren, àls alle redacties ons liberale standpunt innemen: de corrector onthoudt zich, als de inzender een welgefundeerd en consequent toegepast systeem gebruikt. Dan kunnen wij wachten op ‘the survival of the fittest’.
w. van den ent. |
|