G. Chandon, Récits tirés de Corneille. Paris. Nathan, 1933. 253 p. ill. Rel. 15 frs.
Iedereen kent de prachtig-uitgegeven Hollandsche serie Mythen en Legenden; en de serie Verhalen uit Shakespeare, Verhalen uit Dante, enz. Ook in Frankrijk zijn, bij Nathan, dergelijke series uitgegeven, hoewel eenvoudiger van uitvoering, en daardoor veel matiger in prijs. We noemen Contes et Légendes du Moyen Age français, Contes et Légendes de Paris et de Montmartre, Contes et Légendes de Shakespeare. Voor ons ligt het deeltje met verhalen uit Corneille. De bedoeling is blijkens 't voorbericht dit boek aan 12-jarigen in handen te geven, opdat ze aldus met de helden van Corneille reeds vertrouwd zullen zijn, voordat ze met de lectuur der tragédies op school beginnen. Behalve de vier grootste meesterwerken, vindt men erin Le Mentier, Pompée, Rodogune en Nicomède. De verhalen zijn boeiend en levendig verteld, op klare, eenvoudige wijze. We zijn ervan overtuigd, dat de lezing ervan de tanende belangstelling voor Corneille kan doen herleven. Het schijnt trouwens, dat de bewogenheid der tijden Frankrijks grootsten psycholoog van het heroïsche weer nader tot de jeugd brengt, en speciaal Horace schijnt bij vele leerlingen in den smaak te vallen. Men kan dit deeltje aan vierde klassers gerust in handen geven, men kan eruit voorlezen, als inleiding tot de lectuur der verzen, 't zij dan dat men de tragedie geheel of in fragmenten met de klasse doorleest. Plaatsing in de schoolbibliotheek kan zeker worden aanbevolen.
Utrecht.
E.C. VAN BELLEN.