Vergadering van de Engelse sektie op dinsdag 6 juni.
Om kwart over tienen opent de voorzitter de vergadering, die ondanks de tropiese hitte door 7 dames en 7 heren wordt bijgewoond, en geeft onmiddellik het woord aan de heer Van Maanen voor het houden van zijn inleiding. Deze vindt men in enigszins beknopte vorm in dit nummer opgenomen. Het gesprokene, pakkend zowel wat inhoud als vorm betreft, en toegelicht met gelukkig gekozen voorbeelden, vindt een zeer aandachtig gehoor. Daarna geeft de voorzitter aan de hand van 4 stellingen, waarin de inleider zijn mening heeft samengevat, gelegenheid om opmerkingen te maken of vragen te stellen, waarvan door verscheidene leden gebruik wordt gemaakt. Hierbij blijkt duidelik dat, hoewel sommigen wèl er voor voelen de letterkunde van eigen tijd als uitgangspunt te kiezen, vrijwel allen het met de heer van Maanen oneens zijn, als hij ongeveer een vierde van de beschikbare tijd wil besteden aan de oudere litteratuur en drie vierden aan de letterkunde van de laatste dertig jaren. Men acht noch de ontoegankelikheid van de vorm, noch die van de materie een overwegend bezwaar voor het behandelen van de niet-moderne letterkunde. Ook tijdgenoten hebben veel moeieliks wat de vorm aangaat en ten opzichte van de stof zijn de verschillen niet zo groot: deze raakt toch de eeuwige waarheden en het eeuwig menselike. De gevaren: overschatting van eigen tijd, van eigen oordeel en de kans op vele vergissingen, zijn niet te omzeilen. De Heer Kruisinga dankt de inleider voor zijn voordracht, die voor de aanwezigen aanleiding is geweest nogmaals te overwegen hoe ze hun dageliks werk het best zullen verrichten, wat toch een ernstige bespreking alleszins waard is. Ook is het gewenst dat een docent die zijn opvattingen in een boek heeft verwerkt, hiervan in een kring van vakgenoten een uiteenzetting geeft, evenals een arts dit doet met een nieuwe behandelingsmethode. Toch zal dit nooit tot een universele methode kunnen leiden: ieder bereikt het meest met die wijze van lesgeven die het
meest strookt met zijn gehele persoonlikheid.
Dan krijgt Dr. Michelson gelegenheid om het gebruik van de gramofoon bij het onderwijs in het Engels te bespreken. De