Levende Talen. Jaargang 1934
(1934)– [tijdschrift] Levende Talen–Aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.Excellentie,
Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekenden Dr. H. Sparnaay te Amersfoort en Dr. C.L. de Liefde te Zutphen, respectievelijk voorzitter en secretaris van het Hoofdbestuur der Vereeniging van Leeraren in Levende Talen: dat deze vereeniging op het oogenblik ongeveer 950 leden | |
[pagina 143]
| |
telt, alle leeraren in de Nederlandsche, Fransche, Duitsche en Engelsche talen aan scholen voor Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs, of althans bevoegd aan die scholen les te geven; dat zij door reeds verschenen Koninklijke Besluiten hebben kunnen constateeren, dat nog andere zullen moeten volgen, betrekking hebbende op dat onderwijs; dat de pers bovendien heeft vermeld, dat blijkens mededeeling van Uwe Excellentie een nieuw wetsontwerp op het Voorbereidend Hooger Onderwijs in voorbereiding is; dat zij om deze redenen aan Uwe Excellentie eerbiedig verzoeken hun vereeniging in de gelegenheid te willen stellen van advies te dienen in die plannen, waarbij het onderwijs in de levende talen direct betrokken is.
Amersfoort / Zutphen 12 April 1934. | |
Aan den Raad van Ministers. 's-Gravenhage.Excellenties,
Namens het Hoofdbestuur van de Vereeniging van Leeraren in Levende Talen, goedgekeurd bij K.B. van 6 Dec. 1912 en tellende ongeveer negen honderd en vijftig leden, werkzaam bij het Gymnasiaal, Middelbaar of daarmee gelijk te stellen onderwijs, hebben ondergeteekenden in hun qualiteit van voorzitter en secretaris, de eer U te berichten, dat genoemd bestuur met groote belangstelling heeft kennis genomen van het advies inzake de spelling van de Nederlandsche Taal door een daartoe ingestelde staatscommissie uitgebracht. Het Hoofdbestuur is overtuigd van de dringende noodzaak, dat onze taal weer één officiëele en voorgeschreven spelling krijgt. Het begrijpt, dat het een onmogelijkheid geacht moet worden te komen tot een voorstel, dat op alle punten algeheele instemming zou vinden in alle geledingen van ons volk. Het weet, dat ook onder de leden van de Vereeniging van Leeraren in Levende Talen verschil van meening bestaat ten opzichte van enkele onderdeden van het genoemde advies. Maar het is evenzeer de overtuiging toegedaan, dat het belang van onze taal, van ons onderwijs en ons volk bij de overgroote | |
[pagina 144]
| |
meerderheid der leden dezelfde bereidwilligheid schept tot aanvaarding van dit compromis, als gebleken is te bestaan bij de geleerden van zéér verschillende richting, die het gemeenschappelijk advies hebben uitgebracht. Daarom meent het Hoofdbestuur de hoop te mogen uitspreken, dat de Raad van Ministers op de basis van dit advies voor de Nederlandsche Taal zal besluiten tot de eenheid van spelling, die iedere andere levende taal in West Europa kent.
Namens het Hoofdbestuur van de Vereeniging van Leeraren in Levende Talen, De Voorzitter, H. SPARNAAY.
15 Mei 1934. De Secretaris, C.L. DE LIEFDE. |
|