| |
Engelse schoollectuur.
Treason under Seal, by W. Victor Cook. George Harrap & Co. Ltd. London. 288 p. 7/6.
Dit is een smokkelaarsverhaal uit den tijd van Napoleon, boeiend van 't begin tot 't einde. Een van die gezellige, ouderwetse vertellingen, vol spannende momenten, hairbreadth's escapes, onverwachte ontknopingen, en nog een mooie liefdesgeschiedenis op de koop toe.
Vraag niet naar moraal.
Er wordt hardgrondig gevloekt, ruwe taal gesproken door zeelui, smokkelaars en vechtersbazen; er wordt gesmokkeld en gespionneerd, en de smokkelaars en de spionnen krijgen niet eens hun gerechte straf.
De held van 't verhaal Peter Barton, een arme timmermans leerling op een Londense scheepswerf, slaat, bij een ongezoute, maar onrechtvaardige berisping van zijn baas Rosco Fleet, dezen tegen de grond. Denkend hem gedood te hebben, vlucht hij in doodsangst voor de galg, en valt, letterlijk
| |
| |
in de armen en ook in de handen van de, natuurlijk beeldschone, Leonie Lacroix, een Française en spion; zij en haar vader geven zich voor Engelsen uit.
Zij weet de arme Peter Barton dadelijk onder haar bekoring te brengen en zendt hem met een gevaarlijke opdracht naar Frankrijk. Dodelijk verliefd op de beeldschone Leonie gaat hij voor haar door het vuur en met leeuwenmoed en ten koste van de allerpijnlijkste lijfstraf verdedigt hij de brief, die hij voor haar uit Frankrijk terug moet brengen, wanneer hij in handen valt van een Engels scheepskapitein, die hem voor een spion houdt.
Na allerlei avonturen, waarbij Mariegold Fogden, de dochter van een methodisties prediker, die op haar beurt verliefd wordt op de interessante jongeling, hem helpt, loopt alles nog goed af met onze Peter Barton. Hij geneest van zijn eerst hopeloos schijnende verliefdheid op de schone doch valse Leonie, en gestaald en gelouterd door een leven vol moeilijkheden verkiest hij ten slotte de brave Marigold als levensgezellin.
Men vindt in dit boek prachtige beschrijvingen van de Sussex ‘Downs’ en de ‘Cliffs’, en krijgt ook nog even een kijkje op de grote en kinderlijke verering van de Engelsen voor Nelson. Zelfs ontmoet men Napoleon nog in levende lijve.
Ik zou mij zeer vergissen, als wat oudere leerlingen (de taal is niet zò eenvoudig) dit boek niet verslinden. Maar de prijs is 7/6.
Niettemin beveel ik het gaarne aan.
L. SNITSLAAR.
| |
H.A. Vache II: The Disappearance of Martha Penny. (Hodder & Stoughton Ltd. - London - 1934 - 352 pages. 7/6.)
De gemoedsrust van de dorpelingen van Nether-Applewhite wordt ondermijnd door de duistere en onnaspeurlijke gangen van een zigeunerin, Old Martha Penny. Wanneer Nancy White, de fleurige dorpsschoone, die het hart van den eenvoudigen, trouwen veldwachter, den jeugdigen, de-weten-schap-willende-dienen, arts, den protserigen groven William Budge, den dorps-Don-Juan Zed, ja zelfs het hart van den ascetisch-gezinden predikant sneller doet kloppen, meer te maken heeft gehad (- naar ‘men’ vermoedt en ‘men’ fluistert -) met Martha Penny dan haar goede naam zou gedoogen, en Martha Penny kort daarop spoorloos verdwijnt, is het met de gemoedsrust van Nether-Applewhite voorloopig geheel gedaan.
Of Martha al of niet vermoord is, zoo ja: door wie(n?) - en wat Nancy met dit alles te maken heeft, vormt een boeiend en vlot geschreven verhaal. In tegenstelling met veel, wat tegenwoordig aan de markt komt en gevoegelijk pathologisch genoemd kan worden, ademt deze roman een weldadige, gezonde sfeer. Naast humoristisch-critische opmerkingen aan 't 't adres van veldwachter - dokter - kroegbaas - dominé - Squire -, komt naar voren waardeering en begrip van ieders taak in deze dorpsche samenleving, terwijl een mild oordeel, waaruit liefde tot den mensch, intuïtie en wijsheid spreekt, deze schildering perspectief verleent.
Het is jammer, dat een van de gegevens van het verhaal (n.l. hoe Nancy haar leven te danken heeft aan den jongen arts, die, wanneer hij bij haar geroepen wordt, ontdekt dat ‘there had been an illegal operation’) - al zijn de bewoordingen nog zoo sober, dit boek stempelen tot een boek voor volwassenen en niet voor de schòòl-bibliotheek. Dat het voor de meer volwassenen onder onze 6e klassers ongeschikt is, zou ik niet durven
| |
| |
beweren, integendeel. Er komt - buiten de schoolbibliotheek om - meerderen heel wat anders onder de oogen, vandaar dat het jammer is, dat ik dit verder zoo buitengewoon aardige boek niet zonder meer kan aanbevelen.
N. SCHOKKING.
| |
Dickon, door Marjorie Bowen. Hodder & Stoughton, 316 pp. 3/6.
Boeiende lektuur, deze historische roman over Richard III en de Rozenoorlogen. Volgens de kritiek in Punch ‘Marjorie Bowen has laid the ghost of an ogre’. Dit moet wel zeer beslist de bedoeling van de schrijfster geweest zijn met haar werk: aan de naam van Richard III recht te doen wedervaren. Hier is niets van het monster van bloeddorstigheid van Shakespeare's drama. Zij ziet deze koning als een zacht, vredelievend en vergevensgezind mens, door het noodlot vervolgd en door de omstandigheden gedwongen tot hardheid, een man, die zich voor geen van zijn daden behoefde te schamen, een echt ridder, maar die zich achtervolgd voelt door de duivel. Of deze visie misschien door nieuwe geschiedkundige vondsten gestaafd wordt, kan ik niet beoordelen. De werken, die ik er op heb kunnen nalezen, geven alle meer grond aan Shakespeare's opvatting.
Overal vind ik vermeld als Richards ergste gruwel het vermoorden van zijn beide neefjes in de Tower en het is wel eigenaardig, dat dit hier in 't geheel niet voorkomt, terwijl het boek wel beschrijft, hoe die kinderen daar samen met hun moeder een heel genoeglijk leven leidden. Dit lijkt veel op verwringen van de geschiedkundige waarheid terwille van de bedoeling van de schrijfster met haar werk, op dergelijke wijs als Scott het deed in zijn historische romans. Toch zegt M.B. in 't voorbericht, dat ze geen enkel feit heeft verdraaid, hoewel ze veel in haar fantasie heeft moeten uitwerken. Uit de Appendix blijkt, dat ze zich biezonder in de warwinkel van historische namen uit deze tijd heeft ingewerkt. Ik begrijp niet, waarom ze zich dan ook niet de moeite getroost heeft, zich wat beter op de hoogte te stellen van de aardrijkskundige ligging en de verbindingen van onze Nederlandse steden, want wat daarover in dit boek voorkomt, is grotendeels onzin.
Om sfeer te wekken maakt de schrijfster overal, waar ze haar personen sprekend opvoert - en dit doet ze veelvuldig - gebruik van een pompeuse stijl met verouderde woorden, thou en ye, en de werkwoordsvormen op -st en -th, meestal raar dooreengebruikt (bijv. Sir, ye cannot take thy allegiance from your king - p. 77). Voor onze leerlingen lijkt me dit stellig een bezwaar. Mogelijk zal het interessante verhaal, steeds boeiend en af en toe ontroerend beschreven, hen hier overheen helpen.
| |
Journeyings Often, ed. by Bowman. Nelson & Sons, 242 pp. 1/3.
Dit net uitziende en toch goedkope boekje behoort tot de Teaching of English Series, een serie van wel haast 200 deeltjes voor Engels schoolgebruik, waarvan waarschijnlijk vele ook voor ons bruikbaar zijn. Dit hier is het stellig, zowel voor klassikaal gebruik, als ook, dunkt me, als bibliotheekboek, hoewel het niet één verhaal geeft, maar bestaat uit 17 reisverhalen, genomen uit de werken van bekende schrijvers. Dit is met zoveel inzicht gedaan, dat ze stuk voor stuk boeiend zijn. Laat ik enkele noemen:
| |
| |
een stuk uit Captain Singleton van Defoe, uit the Last of the Mohicans van Cooper, uit Peter Simple van Marryat, uit Travels with a Donkey van Stevenson, uit Tom Jones, Tom Brown, Guy Mannering, e.d.
| |
A Further Approach to Shakespeare. Nelson & Sons, zelfde serie, 281 pp. 1/3.
Over dit boekje ben ik niet erg enthousiast. Het zou misschien te gebruiken zijn voor leerlingen, die belangstelling hebben voor Shakespeare's werken en voor wie het zelfstandig lezen van de stukken toch nog te grote moeilijkheden meebrengt. Het is ook bedoeld voor Engelse jongens in een dergelijk geval.
Het bevat een korte inleiding van H.E. Marshall, die aan de hand van de weinige gegevens en z.g. inwendige getuigenis de bekende levensgeschiedenis opbouwt. Vervolgens wordt de inhoud weergegeven van Henry IV, Henry V, Coriolanus, The Winter's Tale, Romeo and Juliet, Hamlet en King Lear. De eerste drie zijn naverteld door Sir A.T. Quiller - Couch, de overige door Charles and Mary Lamb. Elk uittreksel wordt gevolgd door enkele typerende tonelen van het besproken werk.
Ik vind het een bezwaar, dat er zo weinig is van Shakespeare zelf, maar een 60 blz. in 't geheel. En van de rest is geen woord bespreking of kritiek, slechts weergave van ‘the stories of the plays’.
F. OSSENDORP.
|
|