Fédération Internationale des professeurs de Langues Vivantes.
In verband met de verschijning van de Compte rendu des séances du Comité du 15 juillet 1934, heeft het zin hier uit de verslagen van de werkzaamheden in het jaar 1933-1934 zeer in het kort enige mededelingen te doen.
Gedurende dit jaar heeft de Fédération haar werkzaamheden eerder beperkt dan uitgebreid. Door de toetreding van Bulgarije en Spanje telt ze nu wel 17 leden. Maar de verschillende commissies (Phonographe, Radio, Théâtre, Phonétique, Pédagogie, Cinéma sonore, Voeux du Congrès) hebben behoudens enige uitzonderingen niets van zich laten horen. Een Bulletin de renseignements is niet verschenen, daar alleen Frankrijk 2 essais de bibliographie de l'enseignement des langues vivantes had ingezonden. Ze zijn in deze Compte rendu opgenomen.
Hoewel de financiën van de Fédération goed staan, zal over 1935 en 1936 dezelfde bijdrage aan de verenigingen worden gevraagd, om de reserve te verhogen in verband met te houden bijeenkomsten. Het ligt n.l. in de bedoeling in Juli 1935 een vergadering te houden te Brussel ter voorbereiding van een wereldcongres te Weenen, dat men denkt bijeen te roepen in 1936 en waarvan de Oostenrijkse philologen bereids verklaard hebben de leiding op zich te willen nemen.
Aangezien de zittingsperiode van het huidige bestuur is afgelopen, hebben de Heren Roger en Roy, die respectievelijk voorzitter en secretaris waren, opgehouden die functies te bekleden en is vanaf 1 Februari 1935 als voorzitter opgetreden Direktor Dr. E. Springer te Weenen en als secretaris Prof. Dr. A. Voill eveneens te Weenen. Een vice-presidentschap bekleden: Frankrijk, Holland, Polen en de Verenigde Staten; een vice-secretarisfunctie: Engeland, Hongarije en België.
In het afgelopen jaar is één daad verricht, die van algemeen nut mag genoemd worden, te weten: de stichting van een Centre International de Documentation, gevestigd in het Musée Pédagogique, Salle 109, 29 Rue d'Ulm, Paris. Daar zullen verzameld worden: alle documenten, leerboeken, handboeken en verdere hulpmiddelen voor de studie van de levende talen. Op het ogenblik zijn er reeds de in Frankrijk gebruikte leerboeken en enkele Oostenrijkse aanwezig. Maar, wil het Centre aan zijn doel beantwoorden, zo is het wenselijk, dat het alle boeken bevat, die in de aangesloten landen worden gebruikt en die daar dan kunnen worden geraadpleegd.
Daarom vraagt het bestuur van de Fédération alle aangesloten verenigingen aan het Centre International te doen toekomen:
a. | een bibliographie van het onderwijs in de levende talen in hun land; |
b. | een exemplaar van de voornaamste leerboeken voor de levende talen: |
c. | een exemplaar van de tijdschriften, die betrekking hebben op het onderwijs in de levende talen; |