| |
| |
| |
Leerboeken.
Marianne ou Le Français par enchantement par C. Tielrooy-de Gruyter. Uitg.: Tjeenk Willink en Zoon, Haarlem, 1936. (ƒ 0,75).
L'histoire se répète. Voor het onderwijs in vaardigheid en idioom heeft Mevrouw Tielrooy weer naar een middel gegrepen, dat op onze 16e en 17e-eeuwse Franse scholen zeer in trek was, maar sedert erg op de achtergrond is geraakt: kleine dialogen door de leerlingen voor te dragen. Zelfs de titel met zijn ‘Marianne ou’ doet wat ouderwets aan, al herinnert die dan eerder aan de 18e of begin 19e eeuw. We haasten ons er bij te voegen dat taal en stijl echter wel degelijk van onze tijd zijn, vol levendigheid en geestigheid, met hier en daar wat precieusheid die het boekje meer voor meisjes dan voor jongens geschikt maakt. Toch zullen ook de meisjes, die het weten te appreciëren, niet al te oud moeten zijn. De niet gemakkelijke taal verhindert echter het al heel vroeg te plaatsen; wellicht kan het omstreeks de derde klas van een meisjesschool het best tot zijn recht komen en daar inderdaad een kostelijk en weinig kostbaar hulpmiddel zijn.
K.J. RIEMENS.
| |
Deutsche Epik des 19. und 20. Jahrhunderts, gesammelt von Drs. J. Karsten. Verlag von J.B. Wolters - Groningen, Batavia. 1935. ƒ 1,40 (geb. ƒ 1,80).
De samensteller van dit vertaalboekje met de enigszins misleidende titel wil het vertalen uit het Duits aan de letterkunde dienstbaar maken door fragmenten te geven uit de werken der meest bekende schrijvers van Novalis tot Schweitzer. Door korte inleidingen over den schrijver en zijn werk tracht de samensteller de belangstelling der leerlingen te wekken, zodat zij naar het werk zelf, waaruit het fragment is genomen, zullen grijpen. Daarom lijkt het mij inconsequent, om fragmenten uit romans te kiezen, waarvan in de inleiding gezegd wordt, dat zij ‘im ganzen eine unerfreuliche Lektüre’ zijn (bl. 155). De stukken zijn bijna alle aan verschillende inrichtingen van onderwijs (meestal kweekscholen) als examenopgaven vertaald, zodat zij hun waarde voor de praktijk al bewezen hebben. Het boekje zal voor de leerlingen zeker interessant en ‘anregend’ zijn, ofschoon door het doel, dat de samensteller zich gesteld heeft, de keuze der fragmenten enigszins eenzijdig heeft moeten zijn. Portretten der schrijvers verhogen de aantrekkelijkheid.
Arnhem.
R.G.C. BELZ.
| |
200 Sätze und Fragmente zum Übersetzen ins Holländische, gesammelt und herausgegeben von J.A. Verdenius und Th.A. Verdenius. Verlag von J.B. Wolters - Groningen, Batavia. 1935. (Prijs: ing. ƒ 0,80; geb. ƒ 1,00).
Grote samenhangende fragmenten hebben gewoonlijk het nadeel, dat ze door de gedeelten, die te weinig moeilijkheden bevatten, het vertaaluur te weinig efficiënt doen zijn. Losse zinnen hangen dikwijls te veel in de lucht, waardoor het begrijpen van de tekst bemoeilijkt wordt. De samenstellers van dit werkje hebben daarom ‘de middenweg gekozen en de losse zinnen, die op zich zelf duidelijk zijn, met langere fragmenten afgewisseld.’
| |
| |
Men kan slechts bewondering hebben voor de wijze waarop het hun gelukt is een buitengewoon rijke, uit de meest verschillende sfeer afkomstige hoeveelheid moeilijke woorden en zeer vele en veelsoortige lastige zinsconstructies in een betrekkelijk klein bestek zodanig samen te persen, dat de betekenis van de tekst volkomen tot haar recht komt. Voor de leerlingen onzer hoogste klassen en voor candidaten L.O. en M.O. A een vertaalboek, dat wel héél recht op het doel afgaat.
P. KIEFT.
| |
P. Westra, Grammatisch-Idiomatische Übungen für Kandidaten Deutsch L.O. Zutphen, W.J. Thieme en Cie. 1935. ƒ 1,40.
Onder deze titel geeft de schrijver een reeks oefeningen ter vertaling in het Duits, bestaande uit losse zinnen, waarin hij de moeilijkheden, die de Duitse Spraakkunst voor den studerende biedt, zoveel mogelijk hoofdstuksgewijze behandelt. Inderdaad een goede oefening voor diegenen, die zich voor het examen Duits L.O. voorbereiden. In dergelijke zinnen zal echter uit den aard het Nederlands soms geweld aangedaan worden. Op blz. 9 zin 7 had men toch liever voor ‘banden’ delen gelezen. Met ‘stofzuigfabriek’ is wel stofzuigerfabriek bedoeld. Verder valt op blz. 19 zin 11 ‘Ik ben dat gezeur zat’ uit de toon. Blz. 21 zin 9, blz. 26 zin 8, blz. 47 zin 4, blz. 73 zin 18, 19 zijn niet geslaagd. Op blz. 67 zin 3 is: ‘De eis van den rechter, die drie jaar gevangenisstraf eist’ zinstorend, waarmee ook weer de vertaling van Strafantrag verband houdt.
Aan de meeste van deze oefeningen gaan, zoals de schrijver in zijn ‘Vorwort’ meedeelt ‘einige idiomatische Ausdrücke, Synonyme u.s.w.’ vooraf. Door de onoverzichtelijkheid en door de al te grote beknoptheid zullen deze soms bij den studerende verwarring stichten. Men lette hiervoor b.v. op ‘der Bezugspreis = abonnementsprijs’, ‘die Verbündeten = De Gealliëerden’, ‘die Grenzsperre = verbod van in- en uitvoer’, ‘schlicht = bescheiden’, ‘sich lagern - gaan liggen’, ‘das Scheit (Scheiter) = blokhout’, ‘abgezehrt = vermagerd’, ‘der Küchenzettel = spijslijst’, ‘der Abklatsch = de copie (ongunstig)’, ‘bescheinigen = betuigen, verklaren’, ‘verweisen = verwijten’, ‘handhaben = 1. hanteren, 2. handhaven (z. B. das Gesetz)’.
Gelukkig komen enige er van in zinnen voor, maar andere moeten, zoals ze er staan, tot den studerende spreken.
Ook onnauwkeurigheden ontsieren de woordenlijsten, zoals b.v.:
‘erkennen = eisen van een rechter’, ‘der Strafantrag = eis van een rechter’, ‘beförderen = bevorderen (ook van leerlingen)’, ‘der Vorwurf, der Verweis = het verwijt’, ‘den Brunnen trinken’, ‘einem etwas heinleuchten = betaald zetten’, ‘eine schwere Frage = belangrijk’.
Voor studerenden lijkt me de uitdrukking op blz. 3 ‘Ich habe kein Gefallen daran = vind er geen behagen in’, misleidend. Men vergelijke daarmee Keinen Gefallen an etwas finden en andere uitdrukkingen, waarin Gefallen mannelijk genomen wordt. Hier leidt de beknoptheid weer tot een gevaarlijke onvolledigheid (zie blz. 3 zin 2). Op blz. 38 staat ‘schneidig = kranig, flink = besonders in Bezug auf Militäre’. Komt deze meervoudsvorm in 't Duits voor? In ‘der Zoll = Längemass’ is wel Längenmass bedoeld. Hier en daar zijn vóór de zelfstandige naamwoorden de lidwoorden weggelaten. Drukfouten, uitgezonderd dan ‘Konjuktion’, ‘blokhout’ (of
| |
| |
is het bewust in één woord geschreven?). ‘Beleidsbesuche’, ‘of’ voor oft, komen weinig voor.
Met dit werkje is de rij van boeken ten gebruike bij de studie voor de acte Duits L.O. weer met een vermeerderd. De opmerking in het ‘Vorwort’ als zou hiermee ‘einem Mangel abgeholfen sein’, kan ik niet onderschrijven.
H.J.W. SEVENHUYSEN.
| |
Erich Kästner, Das fliegende Klassenzimmer, herausgegeben von J.H. Schouten. Meulenhoffs Sammlung, geb. ƒ 1,25.
Een voortreffelijke uitgave voor de lagere klassen, deze ‘Roman für junge Leute’. De geschiedenis speelt zich af in een groot Duits internaat in de dagen, die onmiddellijk aan de Kerstvacantie voorafgaan. Wij hebben kunnen constateren, dat 't door onze jongens (en meisjes!) met spanning gelezen werd. De paedagogische strekking is ook te waarderen. Daarom en om het moderne Duits neemt men graag sommige onwaarschijnlijkheden (het leven van den ‘Nicht-Raucher’) op den koop toe. De voetnoten zijn uitstekend verzorgd.
G. RAS.
| |
O.F. Heinrich: Fahrt frei für FD 122, geannoteerd door J. Uittenbogaard. (Unsre Jugendbibliothek). ƒ 0,70. J.B. Wolters - Groningen, Batavia.
'n Fris verhaal van 'n jongen, die door zijn flink optreden 'n groot spoorwegongeluk voorkomt en daarvoor 'n welverdiende beloning ontvangt. Voor de lagere klassen (I, II) 'n welkome aanwinst, niet alleen voor de bibliotheek, maar ook als klasselectuur zeer geschikt. De volgende opmerkingen kunnen misschien van nut zijn bij 'n herdruk, die ik 't boekje gaarne toewens. Ik beperk me tot 't voornaamste:
Drukfouten: bl. 13 dreisig i. pl. v. dreissig; bl. 28 Mut i.pl.v. Wut; bl. 42 furren i.pl.v. surren; bl. 61 ober i.pl.v. ob; blz. 49 Wucht ontbreekt in de woordenlijst; auffordern wordt pas blz. 68 opgegeven in plaats van blz. 44.
Onjuist verklaard lijkt mij: op bl. 16 hält auf freier Strecke (stopt op de vrije baan; beter is toch: hoewel de baan vrij is), op bl. 21 eben (dat is toch hier: ‘nu eenmaal’ en niet: ‘juist’); bl. 22 feste, feste (betekent hier zoveel als: ‘loop wat je kunt’ en niet: ‘toe maar’), op bl. 31 in de noot: er pennt (dat is heel gewoon voor: ‘hij slaapt’ en niet: ‘hij is’).
Bl. 38 anjejeben (= uitgevoerd) wordt niet verduidelijkt door ‘angegeben’ aan de voet van de blz. te zetten. De dialectalinea aan 't eind van Tippelbrüder blz. 41 heeft verklaring nodig. Woorden als bl. 22 der Sportsachverständige, 24 das Gespräch aufgreifen, 36 das Erdgeschoss, 51 selbstverständlich; allmählich, 65 die Sachlage; unbedingt; zumal, 70 umfangreiche Absperrungen sind vorgenommen worden, 75 wir können uns wieder ein Mittagessen leisten, 77 der Polizeistreif enz. mochten wel in de woordenlijst zijn opgenomen, terwijl men dan woorden als: bl. 7 die Scheibe, 9 der Hausflur, 12 die Fahne, 13 bräunlich; der Blitz, 45 die Welle, 52 der Tunnel kon laten vervallen.
| |
| |
| |
Niklaus Bolt: Svizzero! geannoteerd door J. Uittenbogaard. (Unsre Jugendbibliothek). ƒ 1,-. J.B. Wolters - Groningen, Batavia.
Christel, 'n Zwitserse jongen, loopt van huis weg, omdat hij anders kleermaker moet worden, 'n beroep, waar hij niet 't minst voor voelt: ‘Lieber mauern, als auf einem Tisch hocken mit den Beinen und sticheln.’ In Chiasso vindt hij 'n troep Italianen, die werk zullen krijgen bij 't bouwen van de Jungfrautunnel. Wel wat heel toevallig ontmoet hij daar ook 'n bekende van zijn moeder, die in Chiasso als ‘Bahnhofsagentin’ aangesteld is. Deze geeft hem 't geld voor de reis naar Interlaken, waar hij - hoewel Zwitser en Protestant - in dienst genomen wordt als ‘boccia’ bij de tunnelbouw. In 't begin gaat alles best onder de arbeiders. Maar dan komt er 'n anarchist, die ze opruit tegen hun directeur. Christel is zowat de enige arbeider die niet meedoet aan de staking. 'n Groot verlies is voor hem de dood van zijn besten vriend Albertelli. Later wordt Christel zelf gewond door eigen onvoorzichtigheid, maar herstelt gelukkig weer, zodat hij het zo lang verwachte moment van de ‘Durchschlag’ meemaken kan.
In 't verhaal is voor andersdenkenden misschien wat veel nadruk gelegd op 't protestantse element, maar de geschiedenis is zo fijn verteld, eenvoudig en vol warm gevoel, dat deze tendenz niemand behoeft te ergeren.
Bij 'n herdruk kunnen enkele kleinigheden verbeterd worden (bl. 18 fagte, 24 weinerhisster, 27 erkönte, 113 fühlte heissen, knochigen Finger, enz.), enkele aangestipte woorden ontbreken in de woordenlijst (bl. 92 verstört, 134 Mutz, 137 bin ich gestanden). Met 't annoteren kon men wat royaler zijn geweest; de Italiaanse termen zijn lang niet alle verklaard. Ook mocht er wel 'n aantekening worden gegeven bij verschillende woorden en technische termen (bv. Spazzetti-Stangen bl. 38, Ladestock 39, Bretterverschlag 44, der Gneis 79, es war ihm nicht mehr ums Rebellieren zu Hause 80, die Pranke 83, Boiana 90, l'ingegnere 124 enz.).
't Boekje kan in iedere schoolbibliotheek worden opgenomen en is als klasselectuur voor de tweede of derde klas 'n welkome aanwinst.
| |
Sofie Schieker-Ebe: Was tun, Sibylle? geannoteerd door A. Lobstein. (Unsre Jugendbibliothek). ƒ 0,80. J.B. Wolters - Groningen, Batavia.
Op zeer spannende wijze vertelt ons de schrijfster dit verhaal van 'n jong modern meisje van vijftien jaar. In de klas van 'n meisjesschool is geld gestolen; de verkeerde wordt verdacht. De hoofdpersoon van dit boek. Sibylle, vermoedt dat en strijdt uit alle macht tegen dit onrecht. Maar ook de leraar, onder wiens les de diefstal gepleegd moet zijn, Dr. Fromann, gelooft niet, dat men de ware schuldige gevonden heeft. Tenslotte weet Sibylle samen met haar vriend Peter Kurre 't raadsel op te lossen; hun conclusie is, dat eigenlijk niemand schuldig is. Dank zij Dr. Fromann wordt niemand gestraft.
De annotaties bij 't boekje zijn goed. Het vergoelijken van verkeerde daden (diefstal, valse handtekening) acht ik niet paedagogisch. Bovendien stelt de schrijfster 'n vrijheid van omgang tussen jongens en meisjes als heel natuurlijk voor, die maakt, dat ik persoonlijk 't boek liever niet aan mijn leerlingen in handen zou geven. Voor collega's biedt dit verhaal meer dan één interessant punt ter overdenking en ter vergelijking van Nederlandse en Duitse schooltoestanden.
Utrecht.
R.M. DE JONG.
| |
| |
| |
Carl Haensel, Der Kampf ums Matterhorn. Meulenhoffs Sammlung deutscher Schriftstellen, herausgegeben von J. Pleyter.
Bij het lezen van de verkorte uitgave van de bij Engelhorn verschenen volledige ‘Tatsachenroman’ krijgt men de indruk, dat er met gelukkige hand besnoeid is.
Het spannende werkje lijkt mij geschikte lectuur voor de 4e, misschien voor de 3e klasse.
Men make uit de titel ‘Tatsachenroman’ niet op, dat inhoud zou bestaan uit een opsomming van feiten alleen.
Dit is volstrekt niet het geval.
Boven alle feiten staat de persoon van den wilskrachtigen Engelsman, die in weerwil van tegenspoeden en verwikkelingen zijn plan, de top van de Matterhorn te bereiken, met ijzeren volharding ten uitvoer brengt.
Een opmerking ten slotte: het lijkt mij niet overbodig, om bij een event. herdruk ten dienste van leraar en leerling een korte inleiding over bergsport en een kaartje van de Matterhorn en omgeving op te nemen.
Haarlem.
C. BROUWER.
|
|