Zeven hoofdstukken heeft dit boek, zeven medaillons om zo te zeggen, waarin de mens geplaatst is in zijn tijd, kring, getrouw aan het beginsel, dat hij een product van de geschiedenis is en slechts goed begrepen worden kan, dank zij deze. Met bijzondere aandacht las ik ‘de Renaissance’ en ‘de XVIIIe eeuw’. Deze hoofdstukken boeiden mij zeer door het beeldende, kleurige van de verhaaltrant: één enkel gezegde kenmerkt soms een heel tijdperk, een helen mens. Men doorleeft bijvoorbeeld, met de Fransen der Renaissance, de geschiedkundige periode waarin zij evolueren, men kent hun stoffelijke en intellectuele wereld, hun staatkundig stelsel en hun manier van denken. Men krijgt een overzicht van de gebeurtenissen, waaruit die wereld geboren is, leert de grote mannen kennen, die de geschiedenis maken, daar zoals overal, en ziet de geest des tijds zich openbaren in werken van literatuur en kunst.
De lezer die zich verdiept in een afzonderlijk hoofdstuk en een tijdvak afzonderlijk bestudeert zou de indruk kunnen krijgen, dat de Fransman van dat ogenblik alles aan zijn tijd verschuldigd is en erdoor volkomen verklaard kan worden. Maar, vele hoofdstukken achtereenvolgens lezende, ziet hij ‘achter het wisselend costuum, achter de geest van verschillende eeuwen, iets anders verschijnen, iets dat, op hoger niveau, die schijnbaar zo uiteenlopende geesten tot éénheid terugvoert: dat zijn de diepe, blijvende krachten van de franse geest. Onder de roerige oppervlakte der historische vormen, onder het wisselend kleurenspel van leven en gedachte, kunst en wetenschap, maatschappij en staat, zijn, in de diepte, krachten verborgen, die aan het franse volk zijn gelaat gegeven hebben, zijn zin voor maat, orde, evenwicht, klaarheid en redelijkheid, zijn natuurlijke gave voor beminnelijke en verlokkende vorm, zijn poging om zijn invloed te doen gevoelen op de ganse beschaafde wereld in Europa, zijn onderwerping van het individu aan regels van maatschappelijk verkeer, zijn liefde voor geboortegrond, vaderland en vrijheid’.
‘Kathedralen van de Middeleeuwen, klassieke tragedie, impressionnistische schilderkunst van de XIXe eeuw, eeuwenoude worstelingen tussen Bourbons en Habsburgers, grondbeginselen der Revolutie, socialisme der moderne tijden, allen, die over deze problemen heen trachten door te dringen tot de gemeenschappelijke kern, die ze alle bevat, tot die fractie der mensheid die “Frankrijk” heet’, vinden in dit werkje een richtsnoer. In de schoolbibliotheek zou het geplaatst kunnen worden, maar alleen door de rijperen gevraagd worden, in onze eigen boekerijen is het zijn plaatsje wel waard.
J. FRANSEN.