raad het Hoofdbestuur elke medezeggenschap over Levende Talen zou verliezen en de voorgestelde Redactieraad volledige beschikking zou krijgen over het tijdschrift, werd het ten slotte met 11 stemmen vóór verworpen. Gereleveerd moge worden, dat in de loop der debatten nog eens bleek, dat de algemene opvatting van het karakter van Levende Talen meebrengt, dat artikelen geplaatst zullen worden op didactisch en methodologisch gebied en letterkundige, die voor het onderwijs van belang kunnen worden geacht.
Ook in de secties werden belangrijke inleidingen gehouden (L.T. no. 93).
Of het Congres 1937 van de Fédération internationale te Parijs beantwoord heeft aan de verwachting, is ons nog onbekend. De deelname uit ons land is stellig zéér minimaal geweest. Aan het verzoek rapporten te willen schrijven en opzenden, voorkomend in L.T. 93 en 94, is door geen enkel lid voldaan; op de herhaalde aansporing bewijzen van instemming te zenden of bericht van deelname (L.T. 93, 94, 95) om de vorming van een reisgroep te overwegen, werd door slechts vijf leden gereageerd. Zéér stellig wordt deze schijnbaar weinig belangstellende houding verklaard of mede beïnvloed door de omstandigheid, dat het Congres werd gehouden van 16 tot en met 19 Juli, terwijl de vacanties in Holland aan de Rijks- en vele Gemeentescholen begonnen den 24en Juli en nergens vroeger aanvingen dan 17 Juli, zodat de grote meerderheid der leden nog les gaf, eind- of toelatingsexamens afnam, toen het Congres reeds was begonnen. Het Hoofdbestuur heeft over deze data met de leiding van het Congres enige keren gecorrespondeerd.
Naar algemene opvatting is de rubriek Boekbespreking één van de zéér gewaardeerde van Levende Talen gebleven. De leiding van het onderdeel Schoollectuur bleef in de vertrouwde handen van Mej. Dr. Snitslaar en de Heren Dr. Franssen en Jongejan, waarmede de Vereniging zich gelukkig kan prijzen.
Er werden drie Hoofdbestuursvergaderingen gehouden. Het zou te ver voeren een uitvoerig résumé te geven van de daar behandelde onderwerpen. Hier moet volstaan worden met enkele mededelingen.
In zake de samenstelling van een Zangbundel voor de M.S. kwam het H.B. tot de conclusie, dat het uitgeven van een dergelijk werk toch niet op de weg der Vereniging ligt.