Levende Talen. Jaargang 1938
(1938)– [tijdschrift] Levende Talen–De grammofoon bij het onderwijs door dr. N.C. Stalling.Het eerste deel van spr.'s voordracht bevatte meer algemene beschouwingen en vertelde iets over zijn onderwijsmethode met de grammofoon. Spr. gebruikt reeds meer dan 30 jaar dit instrument bij zijn lessen in het Zweeds (niet in het Duits). Hij kan zich trouwens niet voorstellen, hoe men Zweeds zonder grammofoon kan geven. Met onderwijs bedoelt hij zowel privaat- als klassikaal onderwijs. Hij gaat dan uit van een artikel van Dr. W. v.d. Ent, inspecteur bij het M.O., getiteld ‘De grammofoon bij het onderwijs in de vreemde talen’ (Lev. Talen 79, 235-241), dat feitelijk een critiek is op sprekers ‘Zweedse Spraakkunst’ (1931, v. Staal Co, Rotterdam). Inleider last in zijn betoog hier en daar enkele opmerkingen in. Ook de Heer v.d. Ent achtte de grammofoon in het klassikaal onderwijs van grote waarde en herinnerde aan het tweede internationaal congres van leraren in levende talen, dat deze kwestie dieper onder de ogen heeft gezien. Spr. hield zelf bij die gelegenheid een inleiding: ‘L'emploi de disques de grammophone avec ma méthode d'enseignement du suédois’ (vgl. Compte Rendu Général du IIe Congrès International des professeurs de langues vivantes blz. 313 en 322-327). De Heer v.d. Ent betreurde het in zijn artikel, dat de leraren in 't algemeen de grammofoon slechts incidenteel (dus bij wijze van afwisseling) gebruiken, maar dat ze niet, zoals bij den Heer Stalling een essentieel element van hun methode is. Zijn onderwijsmethode neemt de grammofoonplaten als uitgangspunt en is hier helemaal op opgebouwd. Zo geeft Spr. aan de hand van zijn eerste plaat (die alle typische eigenaardigheden van de Zweedse uitspraak bevat) een volledig overzicht van de uitspraak en tevens van het gehele flexie-systeem. Spr. acht juist hierom de grammofoon voor het leren van de grondbeginselen van een vreemde taal van onschatbare waarde, omdat we hierbij de intonatie, de spreekmelodie, die toch zo'n belangrijk element is in het wezen van een vreemde taal, terugvinden. Ook de Heer v.d. Ent noemt dit zeer belangrijk. De intonatie is een integrerend element van de taal. Ze is om zo te zeggen de motor bij het spreken, zegt hij. Spr. acht het ook een voordeel, dat de grammofoon een moeilijke uitdrukking, al zal zij die ook honderdmaal herhalen, steeds op dezelfde wijze, zonder enige afwijking in klemtoon of toonhoogte weergeeft. Dr. v.d. Ent meende, | |||||||||
[pagina 64]
| |||||||||
dat de afwijkingen in de uitspraak bij een goed docent ook miniem zijn, wel vond hij het een voordeel, dat de leerlingen hun leermeester (de platen zijn immers goedkoop, ƒ 2) ook thuis steeds bij zich hebben; eventueel kunnen ze ook na schooltijd op school oefenen. Spr. vertelt dan, dat zijn leerlingen (het aantal is klein) door het laten circuleren van schoolplaten het voordeel hebben thuis te kunnen oefenen. Het succes van het grammofoononderwijs is werkelijk verrassend. Een Zweeds directeur van een handelsinstituut te Stockholm, Dr. Pâhlman woonde enkele van Spr.'s lessen bij; ook hij vond, dat Spr. zeer veel met zijn leerlingen bereikt had. Dr. v.d. Ent schreef, dat het naar zijn mening ‘een groot voordeel is, dat de leerling de nieuwe taal het eerst leert kennen niet uit meer of minder droge boekjes met meer of minder kinderachtige vertaaloefeningetjes en door altijd-die-zelfde stem van altijd-die-zelfde leraar, maar uit mooie gedichten of krachtig proza en met de klank en intonatie van begaafde voordrachtskunstenaars, telkens een andere, maar altijd schoon! Zo ingewijd te worden in een taal, dat betekent: liefde op het eerste gezicht.’ Onwillekeurig leren, zo zegt de Heer v.d. Ent, de leerlingen door het veelvuldig horen zo'n gedicht van buiten en ze zullen het opzeggen met de intonatie van den plaatspreker en ze zullen de voor de taal karakteristieke spreekmelodie dan ook toepassen bij andere, nieuwe stukken, die ze lezen. Ook Spr. klaagt over de meer of minder droge boekjes met meer of minder kinderachtige vertaaloefeningetjes en richt zich hierbij tegen zijn collega Besançon, die in zijn ‘Kantteekeningen bij het werk van Frater Rombouts’ (dit door Spr. sterk aanbevolen boek van den Heer Rombouts heet: ‘Waarheen met ons Vreemde-Talenonderwijs’ en is te Tilburg verschenen) bl. 364 Dec.-nummer van L.T. meent, dat de dwaze zinnen van de oudere leerboekjes niet meer voorkomen. Spr. noemt dan enkele min of meer dwaze, losse zinnen van Duitse boekjes verschenen tussen 1935 en 1937. Hij eindigt het eerste deel van zijn voordracht dan met een geestig citaat uit Jerome K. Jerome (Jerome K. Jerome: The idle thoughts of an idle fellow), welk boek ruim 40 jaar geleden verschenen, maar zijns inziens nog geenszins verouderd is en dat een aardige voorstelling geeft van de dwaze dingen, die de schooljeugd moet leren. Vervolgens gaat Spr. over tot het tweede deel van zijn voordracht, de grammofoonmethoden, wat het onderwijs in het Duits betreft, om dan tenslotte met zijn ‘Wunschbild’ van het onderwijs in de Duitse taal te eindigen. In totaal zijn er vier grammofoonplaten-cursussen. | |||||||||
I. De ‘Linguaphone-Method’ voor het Duits.Deze is een in 1932 verschenen ‘nieuwe cursus’ van de oude ‘Linguaphone Company.’ Verouderde woorden zijn verbeterd, een groot aantal voordrachtskunstenaars en phonetici treden als spreker op (vroeger één spreker), bij de platen is een tekstboekje met afbeeldingen. In het voorwoord worden ook enige ‘essentiële voorwaarden, waaraan een ideaal onderwijs-systeem moet voldoen’ genoemd. Het systeem moet omvatten ‘practische kennis van de omgangstaal over alledaagse onderwerpen en moet de beknopte hoofdpunten van de grammatica en zinsbouw geven.’ De ‘beknopte hoofdpunten van de grammatica’ schijnt de leerling evenwel zelf uit de tekst te moeten afleiden. Wel bestond er bij de oude cursus een boekje ‘German in 30 lessons’. Maar de grammatica hierin hield generlei verband met de tekst. De inhoud van de platen is zo ongeveer hetzelfde als de vroegere (slechts 75 cts kostende) ‘Help Uzelf op reis’-boekjes van Servaas de Bruin. | |||||||||
[pagina 65]
| |||||||||
Ondanks de lof die Prof. Dr. Paul Menzerath in zijn inleiding bij de Linguaphone-methode en die Sinclair Lewis, de nobelprijs-winnaar (met de linguaphone-cursus leerde hij in enkele weken Zweeds!!!) dit systeem dus toezwaait, meent Spr. toch te moeten betwijfelen, of men hier wel werkelijk van een methode voor taalonderwijs kan spreken. Wil men de platen toch gebruiken, dan moet men de methode er zelf bij maken (zulks deed collega Dr. Ch. L. Michelson te Amsterdam voor het Engels, vgl. weekbl. Gymn. en M.O. 16 Mrt. 1932, nr. 29). De platen kunnen dus hoogstens ter ‘opluistering’ dienen, zij zijn geen essentieel element in het onderwijs van de Duitse taal. | |||||||||
II.‘Fry's Phono-Method’ voor het Duits.Deze cursus van de ex-radioleraar Mr. Fry is in vele opzichten beter dan de eerstbesprokene. Na elke grammofoontekst volgen enkele blaadjes grammatica, waarin de verschijnselen van de spraakkunst, die in de tekst voorkomen, worden besproken en verklaard. De leerling krijgt dus met de behandelde teksten tevens een volledig overzicht van de spraakkunst. Wel worden er natuurlijke rijtjes en dergelijke in het tekstboekje toegevoegd, waarvan slechts enkele woorden op de plaat voorkomen. Maar dit acht spreker geen bezwaar. We kunnen hier dus werkelijk spreken van een methode. En nu de voordelen:
De teksten van deze platen zijn gesproken door de Duitser GrünGa naar voetnoot1). | |||||||||
III. Noropa-TaalcursusDuits (door de Professoren Van Dam, Swaen Valckhof voor de drie vreemde talen gegeven). De tekst is gedrukt op de platen en niet in een afzonderlijk tekstboekje. De inhoud van de platen, die voor beginners bedoeld zijn, is niet anders dan die van de oude themaboekjes onderbroken door grammaticaregels. Bovendien is er als ‘Noropa-taalcarsus Duits’ een korte spraakkunst bijgevoegd. Spr. weet niet voor wie deze ‘cursus’, die een handig leerling in enkele dagen onder de knie kan krijgen, eigenlijk bedoeld is. | |||||||||
IV. Polydor-Didakt.Deze cursus is een uitgave van de ‘Organon’ Lehrplatten und Lehrfilm G. m.b. H. Berlijn 1930. Hij is getiteld: Deutsch für Deutsche. Hij is dan ook voor onze beginners veel te moeilijk, maar is voor verdere studie prachtig. Voor het Zweeds bestaat iets dergelijks: Svenskt Uttal. Conclusies van den inleider:
| |||||||||
[pagina 66]
| |||||||||
Spreker geeft tenslotte nog wensen voor een methode van onderwijs in de Duitse taal, die hij de meest geschikte acht.
Aan de gedachtenwisseling namen deel de Heer van Miltenburg (Indië) en de Heer Kroes. Eerstgenoemde informeerde of die op grammofoonplaten opgebouwde grammatica niet erg onsystematisch was en vroeg tevens naar de hoeveelheid toegevoegd oefenmateriaal. Spr. zei, dat 't eerste wel meeviel, de grammaticaregels waren vet gedrukt, 't oefenmateriaal moest men inderdaad zelf aanvullen. De Heer Kroes vroeg, of het geen nadeel was, steeds weer diezelfde stem te horen net als bij den leraar. Spr. antwoordde, dat de platen (hij bedoelde hier blijkbaar de door bem gebruikte Zweedse platen) door de meest verschillende personen gesproken werden en dat hij dit een voordeel achtte.
R.M. DE JONG. |
|