| |
Duitse schoollectuur.
Josef Rick, Der feuerrote Ball. Ein Buch der Abenteuer. Herder, Freiburg i. B.M. 3.60.
Deze door Josef Rick samengestelde bundel bevat behalve twee eigen bijdragen zeve verhalen van andere schrijvers van meestal hoog niveau. Daaronder de kostelijke nieuwe ‘Klick’-bijdrage van Schnack: ‘Der Knabe und der Goldschatz’, een paar boeiende verhalen van Walther Bauer (‘Vision’ en ‘Die schwarze Sonne’, dat Stanleys Afrika-reis beschrijft), een paar van Alfons Paquet (‘Die Erwartung’ en ‘Die Wolke’). Iets minder kan ik waarderen het nogal droge relaas over visvangst ‘Der Schatz im Eismeer’ en Wolf Durians ‘Er wollte nach Amerika’, dat het veel be- | |
| |
werkte thema behandelt van den jongen, die naar zee wil, er van door gaat, zich echter in de eerste herberg, waar hij belandt al dadelijk zijn geld afhandig laat maken en naar huis terugkeert, voor hij ook maar op een schip is geweest.
Tussen de tekst in vele foto's, die de gehele bladzijde beslaan, een combinatie, die ik qua aspect van het boek niet bewonderen kan. Tegenover het titelblad de reproductie van een prachtige tekening van piacetta. Zeer geslaagd ook de band.
De voorstellingen der foto's zijn geen directe illustraties bij de verhalen, maar zijn toch als verwant in sfeer daarmee gekozen.
Die sfeer geeft het boek dat aparte, dat dadelijk zo sympathiek aandoet.
Heel goed gekozen b.v. als inleiding Bauers ‘Erinnerung an die Reisebücher von Sven Hedin’ en Schillers ‘Kolumbus’ als motto voorop.
Drang naar avontuur, maar vooral liefde tot de grootse natuur, verbondenheid met de aarde is datgene, wat de jonge mensen van dit boek bezielt en den eigenlijken inhoud uitmaakt.
Een waarlijk prachtig boek voor leerlingen van 4e en hogere klassen.
| |
Joe Lederer, Fafan in China. Ein Roman für Kinder. Wilhelm Frick Verlag. Wien. S. 7.-.
‘Fafan’, de held van dit te Shanghai spelende verhaal is de tienjarige Stefan Müller, zoon van Zwitserse ouders.
Aanvankelijk lijkt het boek wel wat te kinderlijk voor onze leerlingen, maar spoedig wordt de geschiedenis van de vriendschap met den Chinesen jongen Cheng, den roof en de bevrijding van dit kind zo spannend, dat ze onze jongens en meisjes zeker boeien zal.
Joe Lederer vertelt alleramusantst, zeer levendig, met veel humor en ironie.
Voor de beginnelingen is deze in zeer eenvoudige taal geschreven en royaal, niet in Duitse karakters gedrukte roman een kostelijke aanwinst.
| |
Wilhelm von Scholz, Die Gefährten. Neue Erzählungen. Paul List, Leipzig. 1937. 378 blz. M. 6.50.
Deze bundel bevat alle novellen, die na het verschijnen van de ‘Erzählungen’ ontstaan zijn.
De eerste verzameling van het keinere epische werk kon helaas wegens den inhoud van enkele vertellingen als lectuur voor onze jeugdige leerlingen niet worden aanbevolen.
Dit bezwaar geldt voor dezen tweeden bundel gelukkig niet. Wel vindt men ook hier in verreweg het grootste deel der novellen de voor von Scholz zo karakteristieke sfeer van het occulte. Droomgezichten, toeval schijnende lotsbestemming, de dood vormen vaak het essentiële van de vertellingen.
Dit geeft aan het boek wel iets beklemmends en zelfs de vierde afdeling: ‘Das heitere Buch’ heeft dat en verdient dien titel amper, daar ook hier het beangstigende, vreemde van het leven zo sterk spreekt, dat het gevoel van echte blijmoedigheid niet ontstaat.
Ik kan me voorstellen, dat niet iedereen bij voorkeur dit werk aan jonge mensen in handen zal geven. Men zal meer dan bij andere boeken moeten toezien, wien men het geeft.
Maar von Scholz is een in Holland nog steeds te weinig gelezen markante figuur. Zijn taal is prachtig, beeldend vermogen en compositie meesterlijk.
| |
| |
Men vindt hier o.a. de door de jongelui graag gelezen, ook afzonderlijk uitgegeven en in die editie door mij reeds warm aanbevolen vertelling ‘Die Pflicht’ en verder een bijna overstelpenden rijkdom verhalen, spelend in velerlei tijden en landen.
Aanbevolen voor leerlingen der hoogste klassen.
W. JONGEJAN.
Naar aanleiding van de boekenlijst werd door een collega mijn aandacht gevestigd op: Kolbenheyer, Das Lächeln der Penaten als zeer geschikt voor de hoogste klas.
| |
Günther Grell, Schulboot ‘Alte Liebe’ Union Deutsche Verlagsgesellschaft Stuttgart (Berlin) Leipzig. R.M. 2.50.
Dit verhaal leidt ons in de schoolwereld van een kleinsteeds, Duits gymnasium binnen. Een oud-leerling van deze inrichting vermaakt aan zijn vroegere school een wel zeer wrakke zeilboot, die evenwel nog niet zó onbruikbaar is, of twee jongens uit ‘Tertia’ ontfermen zich met toestemming van den rector over dit vaartuigje. Zij krijgen de opdracht moeite te doen er een koper voor te vinden, daar het voor gebruik door de hele schooljeugd natuurlijk toch niet in aanmerking komt. Zij zelf mogen het voorlopig gebruiken, van welke toestemming ze evenwel misbruik maken door een grote tocht te ondernemen. Bij die gelegenheid worden ze 's avonds laat, als ze met moeite pogen weer thuis te komen, door een stoomboot overvaren. Het avontuur loopt nog in zoverre goed af, dat de beide jongens en hun hond het leven eraf brengen. De ‘Alte Liebe’ gaat te gronde. Het relaas van dit avontuur verschijnt in de krant en nu hebben de twee knapen geen leven meer. De andere gymnasiasten menen door beider schuld een prachtige boot verloren te hebben en het komt zover, dat de rector de hele zaak recht moet zetten. Door een en ander is de jeugd op de gedachte gebracht, hoe'n kostelijk bezit een zeilboot zou wezen, waarmee men klassegewijze tochten en tochtjes zou kunnen maken. Dit verlangen rijpt tot een plan en ziet, door de moeite, die ‘Tertia’ zich geeft en dank zij de vrijgevigheid van velen, vooral ook van den schenker van het oude bootje, kan een nieuwe en grote, ‘Alte Liebe’ worden aangeschaft.
Voor jongens uit de tweede klasse kan ik dit verhaal, dat bovendien nog geïllustreerd is, met genoegen aanbevelen. Of meisjes er veel belangstelling voor zullen voelen, betwijfel ik echter.
| |
Weihnachtserzählungen deutscher Dichter der Gegenwart. (Blaue Bändchen 234). Hermann Schaffstein Verlag in Köln. M. 0.45.
De titel zegt genoeg, 't zijn alle kerstvertellingen. Er zijn ware juweeltjes bij en zonder uitzondering geven zij ons het besef, hoe diepgeworteld ‘Weihnachten’ in de ziel van elken Duitser is.
Voor zover men voor de bibliotheek geen bezwaar heeft tegen kerstverhalen, kan ik dit bescheiden boekje zeer aanbevelen voor de klassen II en III.
| |
Carl Bradt, Jungen vom Mühlenweg. Hermann Schaffstein Verlag in Köln. M. 0.18.
Zelfs voor onze jongste leerlingen is dit boekje ongeschikt, daar de schrijver zich op véél jongere lezers heeft ingesteld.
| |
| |
| |
Gert Fauth, Wer hat die Zehntausend? Rütten und Loening Verlag, Frankfurt am Main. M. 2.50.
Een soort detective-verhaal voor de jeugd. Men kent zo langzamerhand het recept. Erg flinke en pientere jongens, ook meisjes, die een verduisterd bedrag (of iets anders van waarde) opsporen. Een paar grote mensen zijn zo vriendelijk hun daarbij assistentie te verlenen. Wanneer zo'n gegeven uitstekend wordt uitgewerkt, is de opzet niet hinderlijk, maar dit experiment moet toch niet te vaak herhaald worden. Bovendien heb ik voor onze Hollandse leerlingen ook enig bezwaar tegen de taal, die, hoewel niet in het minst onvertogen, toch allesbehalve onberispelijk is. Ik wil dit boek dan ook liever niet aanbevelen.
| |
E.O. Plauen, Vater und Sohn. 50 lustige Streiche und Abenteuer gezeichnet von E.O. Plauen. Im Verlag Ullstein, Berlin. M. 2.-.
Als we het goed met onze leerlingen menen, moeten we hun deze tekeningen met onderschriften in handen geven. Véél Duits zullen ze uit dit boek niet leren, maar bij verschillende van de plaatjes zullen ze toch moeten nadenken en combineren, wat ook zijn waarde heeft. En zelfs als ze helemaal niets leren, hebben ze althans vrolijke ogenblikken. Voor welke leeftijd geschikt? Uit opgedane ervaringen zou ik zeggen: voor elke leeftijd, mits de beschouwer met enig gevoel voor humor is toegerust.
M.G. BIEGMAN.
| |
Hans Tolten, Njandú. Von Menschen und Tieren auf einer deutschen Farm in Argentinien. Hermann Schaffstein Verlag in Köln. 80 blz. M. 0.45.
Dit kleine boekje geeft een interessante beschrijving van het leven op een grote farm in Argentinië en is daarom zeer geschikt voor jongens van de 2e en 3e klas. De lof van Duitsland, die de schrijver in het laatste hoofdstuk en in de korte autobiographie aan het eind inschakelt, had ik graag gemist. Dit houdt mij er echter niet van terug, het boekje van harte aan te bevelen. Het is geïllustreerd met tekeningen van Max Bürger.
| |
Karl Bröger, Im Bunker. Hermann Schaffstein Verlag, Köln. 32 blz. M. 0.18.
Een kort, maar aangrijpend relaas van het lot van enige soldaten, die in een ‘Bunker’ (een betonnen schuilplaats in de loopgraaf) een ellendige verstikkingsdood vinden, doordat de ingang tengevolge van een in de nabijheid inslaande granaat versperd wordt. Hoe mooi het boekje ook is, het schijnt mij niet aan te bevelen, het in deze tijd, nu er toch al veel te veel over oorlogsellende gesproken en geschreven wordt, aan onze leerlingen in handen te geven.
| |
Vater und Sohn. Zweiter Band. 50 neue Streiche und Abenteuer gezeichnet von E.O. Plauen. Im Verlag Ullstein, Berlin. M. 2.-.
Van de bekende, onschuldig humoristische getekende verhaaltjes zonder woorden, die regelmatig in de ‘Berliner Illustrirte’ verschijnen, is hier voor de tweede maal een 50-tal bijeengebracht. (De eerste verzameling verscheen, volgens het voorbericht, een jaar geleden). Het is mij gebleken,
| |
| |
dat jong en oud met groot vermaak het boek doorbladeren en in kleine klassen is het erg gezellig om het laatste uurtje voor de vacantie te besluiten, door er samen een beetje van te genieten.
Maar met dat al blijft het toch een plaatjesboek, en plaatjes kijken doet men in een verloren uurtje. Als ‘Duitse schoollectuur’ komt het daarom niet in aanmerking. Men zou het in de schoolbibliotheek kunnen opnemen, maar waarschijnlijk zal het in de wachtkamer van een tandarts een nuttiger functie vervullen.
W. KAPER.
| |
Fritz Heinz Reimesch, Die Landnahme. Hermann Schaffstein Verlag in Köln. M. 0.35.
Dit kleine boekje van 63 bladz. vertelt van de tocht van een paar duizend Duitschers naar Siebenbürgen in 1148. Ik kan het zonder voorbehoud aanbevelen, bv. als lectuur voor een derde klasse.
| |
Hertha von Gebhardt, Bettine. Herm. Schaffstein Verlag Köln. M. 3.20.
Een alleraardist meisjesboek. De uitgever vindt het geschikt voor meisjes van 9 jaar af. Ik denk, dat ook 12 en 13-jarigen de inhoud nog wel aardig zullen vinden Wat taal betreft past het ook wel voor het begin van onze tweede klasse H.B.S.
| |
Wilhelm Matthiessen, Märchen vom Jägerhaus. Herm. Schaffstein Verlag. M. 0.45.
Een klein boekje dat 19 korte sprookjes bevat, alle in de traditionele zoetelijke sprookjestoon, die mij zelfs voor een eerste klas H.B.S. te kinderachtig voorkomt.
J. VALETON.
|
|