Levende Talen. Jaargang 1938
(1938)– [tijdschrift] Levende Talen–
[pagina 268]
| |||||
De vergadering voor een definitieve en algemene spellingregeling te Amsterdam op Zaterdag 25 Juni 1938.De ‘demonstratieve protestvergadering tegen de plannen van den Minister van Onderwijs inzake de spelling’ is een succes geworden. Honderden mannen en vrouwen van het Hoger, Middelbaar en Lager Onderwijs, Ouders van schoolgaande kinderen, Kamerleden en andere belangstellenden vulden de grote zaal van het A.M.V.J.-gebouw te Amsterdam en luisterden geboeid toe naar de zeven sprekers, die - ieder op grond van eigen ervaring en inzicht - de stelling verdedigden, dat terugkeer tot de geslachtsregeling van De Vries en Te Winkel een ramp zou zijn voor het onderwijs in de Moedertaal. Het kan nuttig zijn er op te wijzen, dat niemand in deze openbare vergadering zich tegen die stelling heeft verzet. Tal van corporaties en afzonderlijke personen die in deze examen-tijd verhinderd waren de vergadering bij te wonen, zonden adhaesiebetuigingen. Dat er daarbij ook een was van de Nationale Centrale van het Onderwijzend Personeel van België bewijst, dat deskundigen in Zuid-Nederland met ons overtuigd zijn van de noodzakelijkheid van een definitieve en algemene spellingregeling op de basis van de in ons land sedert 1934 overal op de scholen gevolgde spellingvoorschriften. Met algemene stemmen werd ten slotte een motie aangenomen, waarin aan den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen dringend verzocht werd:
Nu de nieuwe cursus op de scholen sedert een paar weken is begonnen, zonder dat de gevreesde maatregel tot herstel van de naamvals-n volgens de oude woordenlijst van De Vries en Te Winkel is afgekondigd, mogen wij wel aannemen, dat de in 1934 bij het onderwijs ingevoerde spellingregeling bestendigd zal worden. Toch zou het van belang zijn, als door een duidelijke uitspraak van regeringswege dit vermoeden werd bevestigd. Nu | |||||
[pagina 269]
| |||||
durven uitgevers van schoolboeken geen herdruk aan, omdat ze niet zeker zijn, dat de oplage niet door een nieuwe spellingwijziging onbruikbaar zal worden en aarzelt het grote publiek de schoolspelling over te nemen, omdat de indruk gevestigd is, dat de in 1934 ingevoerde regeling toch nog niet definitief is. Ook voor de rust op school is deze onzekerheid nadelig. Misschien kan een vraag van een van de Kamerleden aan den Minister hier zekerheid brengen. Nog meer toe te juichen zou 't zijn, als de Regering de nieuwe spelling ook zelf ging toepassen in de van haar uitgaande stukken, en zo 't voorbeeld zou geven, dat dan stellig door de Pers en door het grote publiek gaarne zou worden gevolgd.Ga naar voetnoot1)
Amsterdam, September 1938. A.J. DE JONG. |
|