Kurt Kluge, Die gefälschte Göttin. J. Engelhorn. Stuttgart. Gec. M. 1.80; geb. M. 2.40.
De kleine vertelling verhaalt de wederwaardigheden van twee collega's - museumsbeambten - bij hun pogingen, een pas opgegraven uit de 5e eeuw stammend bronzen Aphroditebeeld voor hun museum te verwerven.
Om beide heren te bevredigen wordt in allerijl door een in het vak geroutineerden Italiaan een copie gemaakt.
Hoe de jonge geleerde, voor wien de eenvoudige Griekse boeren, die het beeld in handen hebben, wegens zijn vurige liefde voor het kunstwerk sympathie hebben opgevat, zodat ze hem het origineel willen geven, dat ze eigenlijk reeds aan den ander hadden verkocht, in zijn groten ijver al te onbedachtzaam tenslotte de copie ontvoert en de oude, die de werkplaats der vervalsers ontdekt, blij, dat hij nog net voor een grote blamage bewaard is gebleven, de antieke Aphrodite weigert, is een geschiedenis, die onze jeugd zeker zal vermaken.
Ik vermoed, dat betrekkelijk weinigen zullen voelen, hoe geforceerd en grof de humor van den schrijver vaak wordt in zijn zucht, steeds maar grappig te willen zijn en comische situaties te scheppen. De beschrijving van land en mensen is wel aardig.
Luchtige, vermakelijke geschiedenissen zijn in de Duitse letteren zeldzaam. In zoverre is het boekje zeker een welkome aanvulling voor onze schoolbibliotheek.
Geschikte amusementslectuur voor de hoogste klassen.
W. JONGEJAN.