Vergadering van de Franse sectie.
Te ruim twee uur wordt de vergadering geopend door den voorzitter, Dr. K.J. Riemens, die de talrijke aanwezigen welkom heet.
De inleiding, die de Heer H.D. Veenstra zal houden over: Het wereldbeeld, zoals men zich dat dacht in de 13e eeuw, staat niet in onmiddellijk verband met het onderwijs, maar de voorz. meent, dat ze toch de belangstelling zal wekken.
Na de inleiding dankt hij den Heer Veenstra voor het gebodene; de zakelijke weergave heeft hem geboeid en hij vindt het beeld niet zo dwaas, als hij gedacht had.
De heren van Bellen, Wiarda en Monseigneur van Gils geven nog enige aanvullingen op de inleiding.
Het is nog vroeg, zodat de voorzitter vraagt, wie van de aanwezigen een of andere kwestie wil bespreken.
De heer van Bellen vraagt het woord. Hij meent, dat op de H.B.S. B geen evenwicht bestaat tussen de talen en de wiskunde, in het bijzonder in de twee hoogste klassen, waar de talen de slag verloren hebben. Wat kan er gedaan worden? Is het goed geweest, de literatuurlijst op het eindexamen af te schaffen?
De heer Mettrop laat een nog somberder geluid horen.
Er zijn bevoorrechte leraren, die veel bereiken zonder mondeling eindexamen. Maar de gemiddelde leraar is niet in staat zijn leerlingen zover te brengen. Voor hem is een examen nodig. De resultaten van het onderwijs in het Frans zijn slechter geworden. Een van de oorzaken is ook de grote aanvoer van leerlingen; het aantal overwint ons. Bovendien neemt in de hoogste klassen de wiskunde, de scheikunde en de natuurkunde alle belangstelling in beslag. Voor de meeste leerlingen is literatuur onzin en de meesten vinden het dwaas zelf ook eens een boek te lezen.
De heer Wiarda is het volkomen eens hiermede en wijst op de tegenstelling tussen de liefde en de ijver, waarmee de leerlingen in de lagere klassen beginnen en het gebrek aan belangstelling in de hogere klassen.
Het gesprokene samenvattend, zegt de voorzitter: Ten eerste, de voorschriften hebben het onderwijs in de letterkunde in gevaar gebracht. Ten tweede, de belangstelling van de leerlingen