Volksverhuizingen vinden plaats. Het sprookje van het zuivere ras wordt voorlopig teniet gedaan; uiteengestoven, voorgoed gemixed is het mensdom.
Sommigen hadden niet eens de tijd hun klassieken in te pakken (zie de kinderen Israëls bij hun uittocht uit Egypte, wij eten er vandaagdedag nog matzes van), anderen moesten ze bij de douane laten staan.
Om met Heine te spreken:
Ihr Toren die Ihr im Koffer sucht
hier werdet Ihr nichts entdecken,
die Konterbande die mit mir fährt
die hab' ich im Kopfe stecken.
Dat was de verboden lectuur van 1843. Wij zijn nu honderd jaar verder (van huis). Julius Caesar, Hamlet, Shylock, Nathan der Weise, Faust, Tell, Adam in Ballingschap, Gijsbrecht, l'Avare, Odysseus, Aeneas, Pyramus of hoe deze snaken slechts mogen heten, wij zijn lijkt mij aan ons zelf en ‘dem verdammten Zeug’ na ons, verplicht, te redden wat er te redden is met man en macht.
Ik laat daar de vreugde, die het kan zijn, zich grote partijen van bekende werken eigen gemaakt te hebben, het is een bezit dat ons alleen met ons hoofd kan worden ontnomen; als kenmerk van welken huize wij zijn, zou 't meedragen van eigen en fremdsprachliche Texten al van waarde kunnen zijn.
Er is in Nederland op dat terrein niet te veel geschied, ofschoon - men moet het met dankbaarheid constateren - tot in de allerhoogste regionen interesse voor goed spreken en voordragen bestaat. Voordragen in de eigen taal - in de eerste plaats - maar voordragen, althans paraat hebben van Texten in vreemde talen met hetzelfde recht, zou ik menen.
Wij zijn, lijkt mij, inderdaad op weg daar naar toe. Eloquentia is van de oudste tijden een vak geweest dat aan hoge scholen en daar beneden werd onderwezen.
Tot het mondeling Nederlands op het Eindexamen Gymnasium zijn wij genaderd.
In het Octobernummer Levende Talen hoort men er de lof van zingen.
De volgende stap zal ongetwijfeld zijn:
Mondeling moderne talen ook op 't eindexamen gymnasium.
Men begint wel - geleerd door de ijzeren noodzakelijkheid - in te zien, dat ook moderne talen mondeling gehanteerd