Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe Isaac na der belooften gods geboren wort, ende hoe Agar verworpen worde met den kinde Ismahel, ende van dat verbondt Abrahams met Abimelech.

Dat .xxi. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe HERE besocht Saram, also hi ghelooft had, ende dede met haer also hi geseyt hadde. Ende Sara ontfinck

2

ende baerde Abraham eenen sone in zijn oude dagen ter tijt die hem God geseyt hadde,

3

Ende Abraham hiet sinen sone die geboren was Isaac, dye hem Sara baerde

4

ende besneet hem ten achsten daghe, Ga naar margenoot+ so hem God geboden hadde,

5

Hondert iaer was Abraham out doen hem sijn sone geboren wert.

6

Ende Sara sprac. God heeft mi tot eenen gelache gemaect, want wie dat hooren sal, die sal mijnder belachen,

7

noch seyde si, Wie dorstet ooc Abraham selue op seggen dat Sara kint soocht, ende heeft eenen sone gebaert in sijn oude dagen, Ende dat kint wies ende wert gespeent.

8

Ende Abraham bereyde een groot weerschap inden dage doen Isaac gespeent werdt

9

Ende Sara sach den sone Hagar van Egypten dyen si Abraham gebaert hadde, Ga naar margenoot+ dat hi een bespotter was,

10

ende sprac tot Abraham, Verdrijft dat ioncwijf wt met haren sone, want dees ioncwijfs sone en sal niet erfghenaem wesen met mijnen sone Isaac,

11

Dat woort beuiel Abraham qualic om sijns soons wil,

12

Mer god sprack tot hem, En laet v niet qualicken beuallen om des knechtkens ende ioncwijfs wille, Alle wat Sara v gheseyt heeft dat verhoort, Want in Isaac sal v dat saet genoemt worden,

13

ooc sal ic des ioncwijfs sone maken tot eenen grooten volcke, om dat hi uwe saet is.

14

Ende aldus so stont Abraham des morgens vroech op, ende nam broot ende een flessce met water, Ga naar margenoot+ ende leyt op Hagars scouderen, ende tknechten mede, ende lietse gaen Doen troc si wech, ende ghinc in die woestijne dolen bi Bersaba,

15

Als nv dat water wter flessce was, werp si dat knechtken onder eenen struyc,

16

ende ghinc henen ende ginc sitten van verre tegen ouer eenen booschoet verde, Want si seyde, Ic en sal tkint niet mogen sien steruen, ende si sat tegen ouer, ende hief haer stemme op ende weende

17

Ga naar margenoot+Mer God verhoorde die stemme des kints, ende die engel Gods riep vanden hemel tot Agar, ende sprac tot haer, wat is v Agar? en vreest niet, wandt God heeft verhoort die stemme des kints, daert leyt, staet op

18

ende neemt dat kint ende houdet met uwen handen, want ic sal hem tot een groot volc maken.

19

Ende God dede haer oogen open, dat si eene water fonteyne sach, Doen ginc si henen ende vulde die flessce met water, ende gaf den kinde te drincken,

20

ende God was met den kinde, ende wyes

21

ende woonde inder woestijnen, ende wert een meester van schieten, Ga naar margenoot+ ende woonde inder woestijnen Pharan ende sijn moeder nam hem een wijf wt Egypten lant.

22

Ter seluer tijt sprac Abimelech ende Phichol zijn velthooft man met Abraam ende seide, God is met v in alle dat ghi doet,

23

daerom sweert ghi mi bi God, dat ghi mi, noch mijnen kinderen, noch mijnen neuen niet letten en sult, mer dye barmherticheit die ic v bewesen heb, aen mi ooc bewijst, ende aenden lande daer ghi een vreemdelinc in sijt.

24

Doe seyde Abraham, ic sal sweeren

25

Ende Abraham strafte Abimalech om der fonteyn wateren wille dien Abimalechs knechten met gewelt genomen hadden,

26

Doen antwoorde Abimalech, Ic en hebs niet geweten wie dat gedaen heeft. Ooc en hebdijt mi niet geseyt, daer toe en heb ict niet gehoort dan heden.

27

Doen nam Abraham schapen ende runderen, ende gafse Abimalech ende maecten beyde een verbondt met malcanderen

28

ende Abraham stelde daer .vij. lammeren bisondert,

29

Doen seyde Abimalech tot Abraham Wat sullen dese seuen lammeren die ghi daer bisondert gestelt hebt?

30

Hi antwoorde .vij. lammeren suldy van mijnder hant nemen, dat si mi tot een getuychnis sijn dat ick desen put gegrauen heb.

31

Daer af hiet die stede Bersaba, dat si met malcanderen daer gesworen hebben, ende also maecten sijt verbont tot Bersaba.

32

Doen stont Abimalech op ende Phicol sijn velthooftman, ende trocken weder inder Philistinen lant,

33

Mer Abraham plante die

[pagina *]
[p. *]

boomen te Bersaba, ende aenriep aldaer den naem des HEREN, des eewichs Gods,

34

ende was een vreemdelinc inder Philistinen lant een lange tijt

[afbeelding]

margenoot+
A vers 1

margenoot+
Mach. i a

margenoot+
ro. vi.b. ga. iiij.d

margenoot+
ro. ix.b.

margenoot+
C vers 17

margenoot+
D vers 21


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken