Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Moses metten volcke Gods singen den HERE eenen lofsanc, si comen tot Marach, daer worde dat bitter water soet.

Dat .xv. Capittel

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+DOen sanc Mose ende die kinderen van Israel dit liet den HERE ende spraken

Ic wil den HERE singen, want hi heeft heerliken gedaen, Ros ende waghen heeft hi om geworpen in die zee.

2

Die HERE is mijn stercheyt ende loue sanc, ende is mijn salicheyt gheworden

Dat is mijn God ic sal hem eeren, hi is mijns vaders God, ick sal hem verheffen.

3

Die HERE is dye rechte crijchsman, HERE is sinen name.

4

Pharaos waghenen, ende sijn macht werp hy om in die zee. Ga naar margenoot+

5

Ga naar margenoot+Sijn wtuercoren hooftlieden sijn versoncken in die roode zee, den afgront heeftse bedect, si vielen ten gronde ghelijck die steenen.

6

HERE, v rechte hant is machtich inder cracht HERE v rechte hant heeft die vyanden verslaghen

7

Ende met uwe groote heerlicheyt hebdy v wederspannige verstooten. Want doe ghi v gramscap wt lietste, verteerde ghijse als stoppelen

8

Inden geest ws torens viel dat water te samen, Die vloeden voeren op eenen hoop, Die afgronden plompten in malcanderen midden in die zee.

9

Ga naar margenoot+Die vyant dacht ic salse iagen ende begripense, ende den roof wt deylen, ende mijnen moet aen hen coelen

Ic sal mijn sweert wt trecken, ende mijn hant salse dooden.

10

Als uwen geest blies, bedectese die zee, ende si soncken onder als loot in machtige wateren

11

HERE, wie is ws gelijc onder die Goden? Wie is so machtich inder heerlicheit, vreeselic, louelic ende wonder doende

12

Ga naar margenoot+Als ghi v rechte hant wt staect, verslondtse dye aerde.

13

Ghi hebt dijn volc in dijnre barmherticheyt geleyt dat ghi verlost hebt, ende hebtse met uwer stercheyt gheuoert tot uwen heylighen huyse.

14

Als tvolc dat hoorde wertet verstoort, anxt quam den Philistijnen aen.

15

Doen verschricten die vorsten van Edom, beuinghe quam den gheweldigen Moab aen. Alle die inwoonders van Canaan werden verstijft.

16

Ga naar margenoot+Laet ouer hen vallen anxt ende vreese, door uwen groten arm dat si onberuerlijc sijn als steenen, tot dat v volc HERE sal door gegaen sijn, tot dat dit volck doorgae, dat welcke ghi verworuen hebt

17

Brengtse in, ende plantse opten gheberchte ws erfdeels tot een besittinge, die ghi HERE tot uwer wooningen gemaect hebt, tot uwen tempel, HEERE die uwe hant bereyt heeft.

18

Die HERE sal coninck sijn altijt ende eewelijck,

19

Want Pharao ginc in, in die zee, met ros, wagenen, ende ruyteren, Ende die HERE liet die zee ouer hen valen, mer die kinderen van Israel ginghen opt drooge, midden door die zee,

20

Ende MirIam die prophetisse Aarons suster nam een luyte in haer hant, ende alle die wijuen volchden haer na, met luyten, in eenen reye Ende MirIam sanc hen voor.

21

Laet ons den HERE singen, Want hi heerlic gehandelt heeft, man ende paert heeft hi in die zee gheworpen.

22

Mose liet die kinder van Israel trecken vander roder zee totter woestijnen Sur, ende si wandelden drye dagen inder woestijnen datse gheen water en vonden

23

Ga naar margenoot+Doen quamen si te Mararath, mer si en consten dat water niet gedrincken ouermits der bitterheit, want het was seer bitter, daer af heetment Mara,

24

doe murmureerde tvolc tegen Mose seggende, wat sullen wi drincken?

25

Ende Mose riep totten HERE, ende die HERE wees Mose eenen boom, ende dien dede Mose int water, siet, doe wert dat water suet. Aldaer stelde hi een insettinge, ende een recht, ende daer proefde hise seggende,

26

Hoordi die stemme des HEREN ws Gods ende doedi dat recht is voor hem, ende vaet ghi in uwen ooren zijn gebot, ende houdi al zijn insettingen, so en sal ic geen van dien crancheden op v brenghen die ic op Egypten gebrocht hebbe, want ic ben die HERE uwe gesontmaker.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
psal. c.iij

margenoot+
B vers 5

margenoot+
C vers 9

margenoot+
D vers 12

margenoot+
E vers 16

margenoot+
F vers 23


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken