Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van die doot Nadabs ende Abihu, den priesteren wort verboden wijn te drincken, Ende haer deel wert hen bestelt, Vanden verbernende bocke.

Dat .x. Capittel

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+ENde Aarons sonen Nadab ende Abihu namen een yeghelic sijn wieroockuat, ende deden vier daer in, ende leyden wieroock daer op, ende brochten dat vreemde vier voor den HERE, dat hi hen niet geboden en hadde.

2

Doen ghincker een vier vanden HEERE, ende verteerdese dat si storuen voor den HEERE,

3

Doen sprac Mose tot Aaron. Dat ist dat die HEERE geseyt heeft. Ic sal geheylicht worden aenden ghenen die mi ghenaket, ende voor alle den volcke sal ic heerlick worden. Ende Aaron sweech stille.

4

Mose riep Misael ende Elzaphan Vsiels sonen Aarons ooms, ende sprac tot hem, Gaet ende draecht uwe broeders vanden heylichdom buyten voor den leghere,

5

Ga naar margenoot+Ende si ghingen ende droegense buyten met haren lijnen rocken voor den leghere, so Mose gheseyt hadde.

6

Doen sprac Mose tot Aaron ende sinen sonen Eleazar, ende Ithamar, ghi en sult uwe hooft niet ontdecken, noch uwe cleederen niet schueren, op dat ghi nyet en sterft, ende den thoren ouer die ganssche ghemeynte come, laet uwe broederen van alle den huyse van Israel weenen ouer desen brant, want die HERE heuet ghedaen,

7

maer ghy en sult niet wtgaen vander dueren der tenten des getuychnis, ghi mocht steruen, Want die salfolye des HEREEN is op v, Ende si deden soo Moses gheseyt hadde.

8

Die HERE sprac tot Aaron, segghende.

9

Ghy ende v sonen met v, en sult gheenen wijn noch stercken dranck drincken, als ghi in die tente des ghetuyghenis gaet, op dat ghi niet en sterft. Dat sal wesen een eewich recht allen uwen nacomelinghen,

10

Op

[pagina *]
[p. *]

dat ghi condt onderscheyden, wat heylich ende onheylich is, wat onreyn ende reyn is,

11

Ende dat ghy den kinderen van Israel leert al die rechten, die die HERE tot v ghesproken heeft door Mose

12

Ende Mose sprac met Aaron ende met sinen ouerghebleuen sonen Eleazar ende Ithamar, Neemt datter ouergebleuen is, vanden spijsoffere, vanden offere des HEREN, ende etet ongeheeft byden outaer, want het is dat alderheylichste,

13

ende ghy sullet in een heylighe plaetse eten, Want dat is v recht, ende uwer sonen recht vanden offere des HEREN, want so ist my geboden

14

Maer die Weefborst ende die Hefschouder sult ghy ende uwe sonen, ende uwe dochteren met v, eten in een suuer stede,

15

Want alsulcken recht is v ende uwen kinderen ghegheuen aen dat dootoffer der kinderen van Israel, Want die Hefschoudere ende die Weefborst tot den offere des vets, worden in ghebrocht, dat tot eenen Weefoffer gegheuen worde voor den HERE. Daer om ist v, ende uwen kinderen tot eenen eewighen recht, Ga naar margenoot+ so die HERE gheboden heeft.

16

Ende Mose socht den boc des sondoffers ende vanten verbrant, ende hi wert thoornich op Eleazar ende Ithamar Aarons sonen, die noch ouerbleuen waren ende sprac.

17

Waeromme en hebdi dat sondoffer niet gheten, in die heylige plaetse, want het is dat alderheylichste ende hi heuet v ghegheuen dat ghi die misdaet der ghemeynten dragen soudt, dat ghise versoent voor den HERE?

18

Siet, dat bloet en is niet ghecomen in dat Heylichdom, ghi soudet in dat Heylichdom gheten hebben so alst mi gheboden is.

19

Aaron sprack tot Mose, Siet, heden hebben si haer sondoffer ende haer brantoffer voor den HERE gheoffert. Ende het is mi gheschiet alsoo ghi siet. Ende soude ic heden eten vanden sondoffer ende vrolic sijn voor den HERE. Doen Mose dat hoorde, liet hi hem ghenoeghen.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
D vers 15


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken