Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat Aaron niet alle tijt en mach int Heylichdom gaen, vanden twee bocken, vanden welcken deene voor die sonde, ende dandere tot eenen brantoffer sijn sal, vant vasten der seuender maent

Dat .xvi. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde die HERE sprac met Mosi, nae dien dat Aarons twee sonen gestoruen waren, doen si voor den HERE offerden, seggende,

2

Segt uwen broeder Aaron, dat hi niet tot allen tijden in dat binnenste heylichdom en gae, achter tvoorhancsel voor den Genaden stoel, die op die arcke is, op dat hi niet en sterue, want ic sal in eender wolcken openbaren, opten genaden stoel.

3

Alleen daer mede sal hi ingaen, met eenen iongen verre, tot eenen sondoffer, ende met eenen ram tot eenen brantoffer,

4

ende den heyligen lijnen rock sal hi aendoen ende een lijnen broecke aen zijn vleesch hebben, ende met eenen lijnen gordel gorden, ende den lijnen hoet op hebben, Want dat zijn die heylige cleederen, ende sal sijn vleesch met water baden, ende hi salse aendoen.

5

Ende sal vander gemeynten der kinderen van Israel, twee bocken nemen tot eenen sondoffer, ende eenen ram tot eenen brantoffer.

6

Ende Aaron sal den verre sijn sondoffer brenghen, ende hem ende sijn huys versoenen.

7

Ga naar margenoot+Ende daer na dye twee bocken nemen, ende voor den HERE stellen, voor die duere der tenten des getuychnis,

8

ende sal dat lot worpen op die twee bocken, eens bocxlot den HERE, dander den vrybock,

9

Ende hi sal den boc op den welcken des HEREN lot valt, offeren tot eenen sondoffer,

10

maer den bock op den welcken dat lot des vrybocx valt, sal hi leuendich voor den HERE stellen dat hi hem versoene, ende laet den vryboc in dye woestine.

11

Ende alsoo sal hi dan den verre zijns sondoffers brenghen, ende hem ende zijn huys versoenen ende sal hem dooden.

12

Ende sal een panne vol gloeyende colen vanden outaer nemen, die voor den HERE staet ende die hant vol gestoten ruecwercx, Ga naar margenoot+ ende binnen in achter dat voorhangsel brenghen,

13

ende dat ruecwerc opt vier doen voor den HERE, dat die neuel vanden ruecwerc, den Genaden stoel bedecke, die opt getuygenis is, dat hi nyet en sterue.

14

Ende sal vanden bloede vanden verre nemen ende met sinen vingher tegen den Genaden stoel sprengen van voren, Seuenmael sal hi voor den Genaden stoel met sinen vingheren van den bloede doen.

15

Daer na sal hi den bock des volcx sondoffer dooden ende van sinen bloede inbrengen achter dat voorhangsel, ende hi sal met sinen bloede doen, so hi met des verren bloet gedaen heeft, ende daer mede ooc besprengen van vore, tegen den Genaden stoel,

16

ende sal alzoo versoenen dat Heylicdom, van der onreynicheyt der kinderen van Israel, ende van haren ouertredinghen, in allen haren sonden. Also sal hi dat oock doen, voor dye tente des getuygenis, die welcke in die woninge bi hen is onder hare onreynicheyt.

17

Gheen mensche en sal in die tente des ghetuygenis zijn, als hi in ghaet om te versoenen inden Heylichdom, tot dat hi wt gaet ende sal also versoenen hem ende zijn huys, ende die gantse gemeynte van Israel,

18

Ga naar margenoot+Ende als hi wt gaet, totten outaer die voor den HERE staet, sal hi hem versoenen, ende sal vanden bloede des vers, ende vanden bloede des rams nemen, ende op des Outaers horenen al om doen,

19

Ende sal met sinen vinger vanden bloede daer op sprenghen seuenmael ende hem heylighen ende wijen vander onreynicheit der kinderen van Israel.

20

Ende als hi volbracht heeft dat versoenen des Heylichdom, ende der tenten des getuygenis, ende des outaers sal hi ooc den leuenden boc daer brengen,

21

Dan sal Aaron beyde zijn handen op sijn hooft te ghader leggen, ende bekennen op hem al dye misdaet der kinderen van Israel ende alle haer ouertredinghen in haren sonden, ende salse den boc opt hooft legghen, ende hem duer een man die daer bereit is, laten lopen in die woestine,

22

dat die boc also al haer misdaet op hem in die wildernis drage, Ga naar margenoot+ ende laten hem in die woestine.

23

Ende Aaron sal in die tente des getuygenis gaen, ende die lijnen cleederen wttrecken, die hi aentrock, als hi in dat Heylichdom ginc, ende salse aldaer laten,

24

ende sal sine vleesch met water baden, in een heylighe stede, ende zijn eygen cleederen aendoen, Ende wt gaen, ende zijn brantoffer, ende des volcx brantoffer bereyden, ende beyde hem, ende dat volc versoenen,

25

ende dat vet vanden sondoffer, opten outaer ontsteken.

26

Mer die gene die den vryboc wtgeleyt heeft, sal zijn cleederen wasscen, ende zijn vleesch met water baden, ende daer na inden leger comen.

[pagina *]
[p. *]

27

Den verre des sondoffers, ende den bock des sondoffers, der welcker bloet in dat Heylichdom, om te versoenen ghebracht wert, Ga naar margenoot+ salmen buyten den leger brengen, ende met viere verbernen, beide haer huyt, vleesch ende mest,

28

Ende diese verbernen sal, die sal sijn cleederen wasschen, ende sijn vleesch met water baden, ende daer nae inden leger comen.

29

Ooc sal v dat een eewich recht sijn, inden tienden dage, der seuender maent, suldy uwe sielen verootmoedigen, ende geen werc doen, hi si ooc een ingheboren, oft een vremdelinc onder v,

30

Want in desen daghe geschiet uwe versoeninghe, dat ghi ghereynicht wort voor den HERE, van alle v sonden,

31

daerom salt v een vry Sabbath sijn, Ga naar margenoot+ ende ghi sult v sielen verootmoedighen, Een eewich recht sal dat sijn.

32

Alsulcke versoeninghe sal een priester doen, dye men ghesalft, ende dyens hant datmen geuult heeft tot eenen priester in sijns vaders stadt, ende hi sal dye lijnen cleederen aendoen, te weten die heylige cleederen,

33

ende sal also versoenen dat heylige Heylichdom, ende dye tente des ghetuygenis, ende den outaer, ende den priester, ende al dat volc der gemeynten,

34

Dat sal v een eewich recht sijn dat ghi die kinderen van Israel versoent, van allen haren sonden, inden iare eens, Ende Moses dede so hem die HERE gheboden hadde.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 12

margenoot+
D vers 18

margenoot+
E vers 22

margenoot+
F vers 27

margenoot+
G vers 31


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken