Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hy ghaet voort ende vertelt van haerder grooter misdaet, Ende waer henen dat si van Beroth ghetoghen sijn.

¶ Dat .x. Capittel.

1

IN dien tijden sprac dye HEERE tot mi, verhouwet twee steenen tafelen, ghelijc die eerste waren, Ga naar margenoot+ ende coemt tot mi, opten berch ende maect een houten arcke,

2

ende ic sal op die tafelen scrijuen die woorden, die op die eerste waren, die ghi ghebroken hebt, ende ghi sultse in die arcke leggen.

3

Also maecte ic een arcke van vueren houte, ende ic hieu twee steenen tafelen, gelijc die eerste waren, ende ginc opten berch, hebbende die twee steenen tafelen in mijn handen.

4

Ga naar margenoot+Doe schreef hi op die tafelen, gelijc dat eerste gescrift was, die thien woorden die die HEERE tot v gesproken hadde, Ga naar margenoot+ van wten viere opten berch, doen dat volc vergadert was, ende dye HEERE gafse my,

5

Ende ic keerde mi, ende ic ghinc vanden berge, ende ic leyde die twee steenen tafelen in die arcke die ic gemaect hadde, dat die daer sijn souden, so mi die HERE gheboden hadde.

6

Ende die kinderen van Israel reysden van Beroth ende BneIakan, tot Mozera, aldaer sterf Aaron, ende hi is aldaer begrauen, Ende zijn soon Eleazar wert in sijn stede priester.

7

Van daer trocken si tot Gudgod. Van Gudgod tot Iathbath, dat een lant is, daer beken sijn,

8

In dien seluen tijden, afsceyde die HERE wt dat geslacht Leui, om die arcke des verbonts des HEREN te dragen, ende om te staen voor den HERE, om hem te dienen ende om sinen naem te louen, tot op desen dach.

9

Daerom en sullen die Leuiten gheen deel noch erue met haren broederen hebben. Want die HERE is haer erue so die HERE uwe God hem dat geseyt heeft.

10

Ga naar margenoot+Ende ic stont opten berch gelijc te voren, veertich dagen ende veertich nachten, Ende die HERE verhoorde mi ooc die reyse, ende hi en woude v niet verderuen

11

Ende hi sprac tot mi, staet op, ende gaet henen, dat ghy voor den volcke henen trect, dat si daer inne comen ende dat lant besitten, dat ic haren vaderen gesworen hebbe hen te gheuen.

12

☞ Ende nv Israel, Wat heyscht die HERE uwe God van v, Niet dan dat ghi den HEERE uwen God vreest, dat ghi in alle sijn wegen wandelt, ende hem lief hebt, ende dient den HERE uwen God van gantser herten, ende van gantser sielen,

13

ende dat ghi die geboden des HEREN, Ga naar margenoot+ ende sijn seden hout dye ic v heden ghebiede op dattet v wel gae,

14

Siet hemel ende alder hemelen hemel, ende aerde, ende al dat daer in is, dat is des HEEREN ws Gods.

15

Nochtans heeft hi alleen tot uwen vaderen lust ghehadt, ende hi heeftse lief ghehadt, Ende hi heeft haer saedt wtuercoren, na hen v, bouen alle volck ghelijct heden blijct.

16

☞ Hierom besnijdet uwer herten slofkens, ende en weest niet meer hertneckich,

17

want die HERE v God is een God alder goden, Ende HERE bouen alle heeren, een groot God, machtich ende veruaerlic. Die geenen persoon wt en neemt, noch geen giften en neemt

18

Ende hi doet recht den weesen ende den weduwen, ende hi heeft die vreemdelingen lief, Geuende hen spijse, ende cleederen. Ga naar margenoot+

19

Daeromme so suldy oock die vreemdelingen lief hebben, want ghi hebt ooc vreemdelinghen in Egypten lant gheweest.

20

☞ Den HERE uwen God suldy vreesen, ende hem alleen suldy dienen, hem suldy aenhangen, ende by sinen naem sweeren.

21

Hi is uwe lof ende uwe God, dye by v alsulcke groote ende veruaerlike dinghen ghedaen heeft die welcke uwe oogen gesien hebben.

22

Vwe vaderen reysden af in Egypten, in tseuentich sielen, maer nv heeft v die HEERE uwe God vermenichfuldicht ghelijck als die sterren des hemels.

margenoot+
exodi. xxxi.

margenoot+
B vers 4
margenoot+
nu. xxi d

margenoot+
C vers 10

margenoot+
D vers 13

margenoot+
Ge. vi.c


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken