Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat die BenIamiten wijuen trouden, die welcke nochtans die Israeliten verlooft ende gesworen hadden hen niet te gheuen

Dat .xxi. Capittel

1

Ga naar margenoot+DIe mannen van Israel hadden tot Mizpa gesworen ende geseyt, Nyemant en sal sijn dochter den BenIamiten tot eenen wiue geuen,

2

ende dat volc quam totten huyse Gods, ende bleef daer tot tsauonts toe voor God, ende hieuen haer stemme op, ende weenden seer ende spraken,

3

O HERE God van Israel, wareomme is dat gesciet in Israel, dat heden eenen stamme min geworden is van Israel?

4

Des ander morgens maecten hen dat volc vroech op, ende timmerden daer eenen outaer, ende offerden brantoffer, ende dootoffer.

[pagina *]
[p. *]

5

Ga naar margenoot+Ende die kinderen Israel seyden, Wie is yemant vanden stammen Israel die niet metter gemeynten op en is gecomen totten HERE? Want daer was eenen groten eedt geschiet, dat wie niet op en quame totten HERE te Mizpa, die soude den doot steruen.

6

Ende de kinderen Israel hadden rouwe ouer BenIamin haren broedere, ende seyden. Heden is eenen stam in Israel min geworden.

7

Hoe willen wi doen, dat die ouergebleuen, wiuen mochten hebben? want si hebben gesworen biden HEERE dat wi hen van onsen dochteren geene wijuen geuen en sullen,

8

ende seyden, Wie isser vanden stammen Israel, die niet op comen en sijn totten HERE te Mizpa? Ende siet daer en was nyemant geweest wt den borgheren van Iabes in Gilead.

10

Doen seynde die gemeynte twaelf duysent mannen derwaerts van strijtbaer mannen, ende geboden hen ende spraken, gaet henen ende slaet met der scerpten des sweerts die borgers tot Iabes in Gilead, met wijf ende kinderen,

11

nochtans so suldi haer doen. Al wat manlick is, ende allen wiuen die bi eenen man gelegen hebben sijn verbant. Ga naar margenoot+

12

Ende si vonden bi de borgers tot Iabes in Gilead vierhondert deernen die maechden waren, ende bi geenen man gelegen en hadden, die brachten si inden leger tot Silo, die daer leyt inden lande Canaan.

13

Doen seynde die gantse gemeynte henen, ende liet spreken metten kinderen BenIamin, dye inden steen Rimmon waren, ende riepen hen vriendelic.

14

Also quamen de kinderen BenIamin weder tot dier tijt, ende gauen hen dye wijuen, die si hadden vanden wijuen Iabes tot Gilead, ende en vonden geen meer also.

15

Ga naar margenoot+Doen had dat volck rouwe ouer BenIamin, dat dye HERE een rete ghemaect hadde inden stammen Israel,

16

Ende de ouders der gemeynten spraken, wat willen wi doen, dat die ouergebleuene ooc wijuen crijgen, want dije wijuen in BenIamin zijn vernielt, ende spraken,

17

Dat erue moet ymmer blijuen der geenre die ontgaen sijn van BenIamin, op dat niet een stamme wtgedaen en worde van Israel

18

ende wi en mogen hen onse dochteren niet tot wiuen geuen Want die kinderen Israel hebben gesworen ende gheseyt Ga naar margenoota veruloect si die, die den BenIamin een wijf geeft

19

Ende si seyden, Siet, het is een iaerlicxsce feest des HEEREN tot Silo, die noortwaerts leget des Gods huys, tegen der sonnen opganc, opter straten, daermen opgaet, Ga naar margenoot+ van BethEl tot Sichem, ende zuytwaert leget si tegen Libona,

20

Ende si geboden den kinderen BenIamin, ende spraken. Gaet henen ende loeret inden wijnbergen

21

Als ghi dan siet dat die dochteren Silo wt met reyen totten dansse gaen, so vaert voorwaerts wt den wijnberge, ende elc neme hem een wijf vanden dochteren Silo, ende gaet henen int lant BenIamin.

22

Mer als hare vaders oft broeders comen, om tegen ons te rechten so willen wi tot hen seggen, Sijt hen genadich, want si en hebbense niet genomen met strijdt, maer ghy en gaefse hen niet, ende tis v schult.

23

Die kinderen BenIamin deden alsoo, ende namen vrouwen na haren getal vanden Reyen, dye si roofden ende trocken wech, ende woonden in haren erfdeele, ende timmerden steden, ende woonden daer inne.

24

Die kinderen Israel maecten hen ooc van daer op die tijt, elc tot sinen stamme, ende tot sinen geslachte, ende trocken van daer wt, elc tot sinen erfdeele.

25

In die tijt en was geen coninc in Israel, Elck dede dat hem recht dochte.

Hier eyndt dat boeck der Rechteren.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
numeri. xxxi.

margenoot+
C vers 15

margenoota
Veruloeckt dat is met ons inden ban sijn.

margenoot+
D vers 19


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken