Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Samuel saluet Saul tot eenen coninc, hi propheteert oft voorseget hem, dwelc hem gemoete. Samuel roept dat volc ende geeft haer den coninc

Dat .x. Capittel.

[afbeelding]

1

Ga naar margenoot+DOen nam Samuel een olye glas, ende goot op sijn hooft, ende custe hem, ende seyde, Ga naar margenoot+ Siet ghi wel, dat v die HERE tot eenen prince ouer zijn erfdeel gesalft heeft

2

Als ghi nv van mi gaet, soo suldy twee mannen vinden biden graue Rahel, inden pale BenIamin tot Zelsah, die sullen tot v seggen, Die ezelinnen zijn geuonden, die ghi zijt gaen soecken, ende siet v vader, heeft dye ezels wt der achtinge gelaten, ende sorget om v, ende seit Ga naar margenoot+ Wat sal ic om mijnen soon doen

3

Ende als ghi v van daer wat voorder keert, so suldy comen totter eycken Thabor, daer sullen v drye mannen aencomen, die op gaen tot Godt te BethEl, deene draecht drie bocxkens, Die ander drie stucken broots. Die derde een flesch met wijn,

4

ende si sullen v groeten ende v twee brooden geuen, dat suldi van haren handen nemen.

5

Daer na suldi comen op den hoeuel Gods, daer der Philisteen sciltwachter is, Ende als ghi aldaer in die stadt comt, so sal v eenen hoop propheten ontmoeten, vander hoochten, ende voor hen een psalter spele, ende tamberien, pijpen ende harpen gaen, propheterende

6

ende die gheest des HEREN sal verdich oft spoedich worden ouer v, dat ghi met hen sult propheteren. Daer suldi een ander man worden.

7

Als v nv dese teekenen comen, so doet wat v voorhanden coemt, want God is met v,

8

Ghi sult voor my afgaen tot Gilgal, Siet daer wil ic tot v comen, dat ghi brantoffer ende dootoffer offert? Seuen dagen suldi verbeyden, tot dat ic tot v come, ende v te kennen geue, wat ghi doen sult.

9

Ende doen hi sine scouderen keerde, dat hi van Samuel soude gaen, veranderde hem God in een ander herte, ende al dese teekenen quamen op den seluen dach

10

Ende als si aenden hoeuel quamen, Siet, doen ontmoete hen eenen hoop propheten, ende den geest Gods wert veerdich ouer hem, also dat hi onder hen propheteerde.

11

Mer doen si hem sagen, die hem te voren gekent hadden, dat hi metten propheten propheteerde seyden si al onder malcanderen. Wat is den soon Kis gesciet,

12

Is Saul ooc onder die propheten? Ende een antwoorde daer, ende sprac. Wie is haer vader? Daer wt is dat segwoort gecomen, Is Saul ooc onder die propheten.

13

Ende doen hi wt gepropheteert hadde, so quam hi op die hoochte

14

Sauls oom sprac tot hem ende tot sinen knape. Waer sidi henen gheghaen, si antwoorden, die ezels soecken, ende doen wi saghen, dat si daer niet en waren, soo quamen wy tot Samuel,

15

Doen sprack die oom Sauls, Segget mi wat seyde Samuel?

16

Saul antwoorde sinen oom. Hi seyde ons dat die ezelinnen vonden waren, Maer vanden Conincrijcke en seyde hi hem niet wat Samuel gheseyt hadde.

17

Ga naar margenoot+Samuel riep het volc te samen totten HERE tot Mispa,

18

ende sprac totten kinderen Israel, dus seyt die HERE, die God Israel

Ic heb Israel wt Egipten gheleyt ende v vander Egiptenaers hant verlost, ende vander hant alder conincrijcken die v dwongen,

19

Ende ghi hebt nv uwen God verworpen, die v wt allen uwen oeuele ende tribulatien geholpen heeft, ende segt tot hem, settet eenen coninck ouer ons. Wel aen, so gaet nv voor den HEERE na uwe stammen ende maechscappen.

20

Doen nv Samuel alle stammen Israhel daer toe bracht, so werdt den stam BenIamin geraect,

21

Ende doen hi den stamme BenIamin daer toe bracht met sinen geslachten, so wert dat gheslacht Matri geraect, ende Saul die soon Kis wert geraect, Ende si sochten hem, maer si en vonden hem niedt,

22

daerom vraechden si voorder den HERE, oft hi noch derwaerts comen soude, die HERE antwoorde, Siet hi heeft hem thuys verborgen.

23

Doen liepen si henen, ende haelden hem, ende doen hi onder dat volc terde, was hi thooft langer dan allet volck.

24

Ende Samuel sprac tot alle den volcke

Daer siet ghi, Ga naar margenoot+ den welcken die HEERE vercoren heeft. Want sijns en is gheen ghelijcke, in alle den volcke. Doen iuychten allet volck ende sprack. Geluc totten nyeuwen coninc.

25

Samuel seyde den volcke, alle trecht des conincrijcx, ende screeft in eenen boec ende leyde dat voor den HERE.

26

Ende Samuel liet allet volc gaen, elc in sijn huys. Ende Saul ginc ooc thuys tot Gibea, ende des heyrs ginc een deel met hem, der welcker herten God raecte,

27

mer die kinderen Belial spraken wat soude ons dese helpen? ende verachten hem, ende en brachten hem geen giften, mer hi dede, als of hijs niet en hoorde

[pagina *]
[p. *]

[afbeelding]

margenoot+
A vers 1
margenoot+
In deser tijt so namen Hector van Troiens sonen dat verdoruen Troyen wederom in ende verdreuen die nestorinen die vanden griecken daer in ghesedt waren. dye werelt had ghestaen iiij.m. iaren voor Cristus gheboorte .M.xxxiiij. iaer.

margenoot+
B vers 2

margenoot+
C vers 17

margenoot+
Ontrent dees tijt quamen die ruesen ende ruesinnen dye van. Brutus wt engelant verdreuen waren in een ongewoont lant datmen nv Hollant noemt ende bewoonden dat, ende wt dyen volck is oock ghesproten, ende eerst bewoont dat lant van Gelre, ende die landekens ontrent der Iselen ende der Masen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken