Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat rijc Salomons met sinen officiers wert bescreuen, Ende hoe wijs hi oock gheweest is.

Dat .iiij. Capittel.

[pagina *]
[p. *]

1

Ga naar margenoot+ALsoo was Salomo Coninck ouer gheheel Israel,

2

Ende dit waren sijn princen AsarIa die sone Sadoc des priesters

3

Eliphoreph ende AhiIa de soon Sisa waren scrijuers, Iosaphat die sone Ahilud was cancellier,

4

Benaia die soone Ioiada was velthooftman, Zadock ende AbIathar waren priesters,

5

AsarIa de sone Nathan was ouer de officiers Sabud die sone Nathan des priesters, was des conincx vrient

6

Ahizar was hoofmeester, Adoniram die sone Abda was rentmeester.

7

Ende Salomo hadde twelf officiers ouer geheel Israel, die den coninc ende sijn huys besorchden.

8

Ga naar margenoot+Deen hadde tsiaers een maent lanc te besorgen, ende hieten also,

9

Die sone Hur opt geberchte Ephraim, die sone Deber te Makaz ende te Saalbim ende te BethSemes, ende te Elon, ende BethHanan,

10

de sone Hesed te Arubot, ende hadde daer toe Socho, ende dat geheele lant Hepher,

11

de sone AbiNadab die geheele heerscapie Dor, ende hadde Thaphat Salomos dochter teenen wijue,

12

Baena die soone Ahilud te Thaenach, ende te Megiddo, ende ouer geheele BethSean, het welck neffens Sarthana leget onder Iesreel van BethSean totter pleynen Mehola toe, tot ouer geen side Iakmeam,

13

die sone Geber te Ramoth in Gilead, ende hadde die placken Iair des soons Manasse in Gilead, ende hadde dat lantscap Argob die in Basan leget, tsestich groote steden bemuert, ende met metalen grendelen.

14

Ga naar margenoot+AbiNadab die sone Iddo, te Mahanaim,

15

Ahimaar in Naphthali, ende hy nam Salomos dochter Basmath ooc tot eenen wiue,

16

Baena de sone Husai in Asser ende te Aloth,

17

Iosaphat de sone Paruha, in Isaschar,

18

Simei, de sone Ela in BenIamin,

19

Geber die sone Vri inden lande Gilead, int lant Sihon des conincx der Amoriten ende Og des Conincx in Basan, Een amptman was inden seluen lande,

20

Mer Iuda ende Israel dier was vele, gelijc dat zant aen die zee, ende aten ende droncken, ende waren vrolic.

21

Aldus was Salomo een heer ouer allet conincrijc, vanden water aen inder Philisteen lant, tot aen die frontieren Egipti, die hem giften brachten, ende dienden hem sijn leefdage lanc.

22

Ende Salomo moeste dagelicx ter spisinge hebben dertich Chor bloemen van semel meel, tsestich Chor ander meels,

23

thien gemeste runders, ende .xx. weyde runders, ende hondert scapen, wtgenomen hyrten, ende rheen, ende steenbocken, ende watmen aen die cribben houdt

24

Want hi heerschapte int gheheele lant aen dese side des waters, van Thiphsach tot Gaza toe, ouer alle coninghen ouer dees side des waters, ende had vrede van alle sijn onderdanigen rontomme,

25

Alsoo dat Iuda ende Israel seker woonden, elck onder sinen wijnstock, ende onder sinen vijgeboom, van Dan tot BerSeba toe, so lange als Salomo leefde.

26

Ende Salomo hadde veertich dusent wagenpeerden, ende twaelf duysent reyseger peerden,

27

Ende de officiers besorchden den coninc Salomo, ende allet wat totter tafelen des conincx behoorde, elcken tot sinen monde ende en lieten niet faelgeren oft gebreken.

28

Ooc gherste ende stroo voor de peerden, ende loopers, brachten si totten plaetsen daer hi was, elc na sinen beuele.

29

Ende God gaf Salomo seer grote wijsheyt ende verstant, ende vry gemoet, Ga naar margenoot+ alst zant dat aenden oeuer der zee leyt,

30

also dat die wijsheit Salomo meerder was dan alder kinderen van oosten, ende dan alder Egipteriers wijsheyt,

31

ende was wijser dan alle menschen ooc wijser dan die dichters Ethan, die Esrahiten, Heman, Chalchal ende Darda, ende was vermaert onder allen Heydenen rontomme,

32

Ende hi sprack drye duysent byspraken, ende sijnder liedekens waren dusent ende vijf,

33

ende hy sprac van boomen, vanden Cederboom aen tot Libanon tot aenden Isope, die wter want was,

34

Ooc sprack hi van vee, van vogelen, van gewormte, van visscen, Ende wt allen den volcke quamender om te hooren die wijsheyt Salomo, van allen coningen opter aerden, die van sijnder wijsheyt gehoort hadden.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 14

margenoot+
D vers 29


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken