Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Iesebel dreycht Eliam ende hi vliet, ende wort door den Enghel ghespijst ende ghesterct. Die HERE spreect met hem opten berch Horeb. Helizeus wert geroepen.

Dat .xix. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde Ahab bootscapte Iesebel al wat Elia gedaen had, ende hoe hi alle die propheten Baal metten sweerde hadde gedoot.

2

Doen seynde Iesebel eenen bode tot Elia, ende dede hem seggen, Die goden doen mi dit ende dat, waer dat ic niet morghen in deser tijt uwer sielen en doe, gelijc deser sielen een.

3

† Doen vreesde hi ende stont op, ende ginc werwaerts hi wilde ende quam tot BerSeba, in Iuda, ende liet sinen knape aldaer.

4

Mer hi ginc henen in die woestine een dachreise ende quam in, ende stelde hem onder eenen Geneuerboom, Ende badt dat sine siele soude steruen, ende seyde, Het is genoech, so neemt nv HERE mijn siele, ic en ben niet beter dan mijne vaders,

5

ende leyde hem neder ende sliep onder den Geneuerboom.

Ga naar margenoot+ Ende siet die Engel des HEREN raecte hem, ende sprac tot hem, Staet op ende etet,

6

Ende hi sach omme, ende siet, tot sinen hoofde lach een gebacken broot ende een canne met water,

7

Ende doen hi geten ende gedroncken had, lach hi weder neder ende sliep, Ende die engel des HEREN quam ten anderen mael weder, ende raecte hem, ende sprac, staet op ende etet, want ghi hebt eenen grooten wech voor v. Ga naar margenoot+

8

Ende hi stont op ende adt ende dranc, Ende hi ginc door die cracht der spijsen veertich dagen ende veertich nachten, tot aenden berch Gods Horeb,

9

ende quam daer in een hol, ende bleef daer ouer nacht.

Ende siet, dat woort des HEREN quam tot hem ende sprac tot hem, Wat maect ghi hier Elia?

10

Hi sprac, Ic heb met ernstiger liefden beroert geweest, om den HERE den God Sebaoth, want die kinderen Israel hebben v verbont verlaten, ende hebben uwe outaren gebroken, ende uwe propheten metten sweerde gedoot, ende ic ben alleen ouerbleuen, ende si staen daer na dat si mi mijn leuen souden nemen

11

Hi sprac, Gaet wt ende terdet opten berch voor den HERE, ende siet, Die HEERE ginc voorbi, Ga naar margenoot+ ende eenen groten stercken wint, die de berghen scoorde, ende de steenen brac, voer voor den HERE henen, Mer die HERE en was niet inden wint Na den wint quam een aertbeuinge, Maer die HERE en was in die aertbeuinge niet.

12

Ende na de eertbeuinge quam een vier, Mer de HERE en was int vier niet, ende na dat vier quam een stille sachte suysinge

13

Doe Elia dat hoorde, doe bedecte hi zijn aensicht met sinen mantel, ende ginc wt ende tradt in de dore des hols, Ende siet daer quam een stemme tot hem, ende sprack Wat hebdi ghi hier te doen Elia? Ga naar margenoot+

14

Hi sprac, ic heb om den HERE den God Zebaoth, met ernstiger liefden beroert geweest, want dye kinderen Israel hebben v verbont verlaten, uwe outaren gebroken, uwe propheten metten sweerde ghedoodet, ende ic ben alleene ouerbleuen, ende si staen daer nae dat si mi dat leuen souden nemen,

15

Ende die HEERE sprac tot hem, gaet wederom ws weechs door de woestijne tot Damascon, ende gaet in, ende salft Hasael tot eenen coninc ouer Sirien,

16

Ende Iehu den sone Nimsi tot eenen Coninc ouer Israel, Ende Elisa den sone Saphat van AbelMehola, tot eenen Prophete in v stede.

17

Ende tsal geschieden, dat so wie den sweerde Hasael ontloopt, dien sal Iehu dooden. Ende so wie dat den sweerde Iehu ontuliedet, dien sal Elisa doden,

18

Ende ic wil laten ouerbliuen seuen dusent in Israel, te weten, alle knyen die hen niet gebuyget en hebben voor Ga naar margenoota Baal, ende alle mont die hem niet gecust en heeft.

19

Ende hi ghinc van daer, ende vant Elisa den sone Sophat, dat hi ploechde met twaelf iocken runderen, voor hem, ende hi was selue onder den twaeluen, Ende Elia ghinc tot hem,

20

ende wierp sinen mantel op hem. Hi liet die runderen ende liep Elia na, ende sprac. Ga naar margenoot+ Laet my mijne vader ende mijne moedere cussen, so wil ic v na volgen. Hy sprac tot hem, gaet henen ende coemt weder, want ic heb wat met v te doen

21

Ende hi liep weder van hem, ende nam een iock runderen, ende offerde, ende koocte dat vleesch metten houtwerc der ploegen aen die runderen, ende gaft den volcke dat sijt aten, ende stont op ende volchde Elia na, ende diende hem.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 5

margenoot+
io. iiij.b

margenoot+
C vers 11

margenoot+
eccle. xxxviij.b.

margenoota
Baal is eenen ghemeynen name van allen vreemden goden. psal. x. ro. x.a.

margenoot+
D vers 20


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken