Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Dat volc breect het outaer wt beuel des conincx, die beelden des boskens.

Dat .xxxi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde doe dat altemael bescict was, Ga naar margenoot+ trocken wt alle Israeliten, die onder die steden Iuda geuonden werden, ende braken die stilen oft calomnen, ende hieuwen die boskens af, ende braken die Hoochten ende die outaers af, ende wt geheel Iuda, BenIamin, Ephraim ende Manasse, tot dat sise vernielden, ende die kinderen Israhel trocken alle weder tot haren goede in haren steden.

2

Hiskia stelde priesters ende Leuiten in haer oordine, elcken na sine officie, beyde der priesters ende der Leuiten, tot brantofferen, dootofferen, dat si souden dienen, dancken ende louen inder poorten des leghers des HEEREN,

3

ende die coninc gaf sijn deel van sinen goede tot brantofferen, des morgens ende des auonts, ende tot brantofferen des Sabbaoths, ende nieuwen maenden ende feesten soot ghescreuen staet inder wet des HEREN.

4

Ende hi sprac totten volcke dat te Ierusalem woonde dat si deelen souden gheuen den priesteren ende Leuiten, Ga naar margenoot+ op dat si des te neerstiger souden sijn, in die wet des HEREN. Ga naar margenoot+

5

Ende doen dat woort wt quam, gauen dye kinderen Israel, veel eerstelingen van grane, most, olye, honich ende alderhande incomens vanden velde, ende alderley thiende brachten si vele inne.

6

Ende die kinderen Israel ende Iuda, die in dye steden Iuda woonden, brachten oock thienden van runderen ende schapen ende thienden vanden geheyligden dat si den HERE haren God gheheylicht hadden,

7

ende maecten hier eenen hoop, ende daer eenen hoop Inder derder maent begonsten si hoopen te leggen ende inder seuender maent volbrachten sijt

8

Ga naar margenoot+Ende doen Hiskia metten ouersten daer in ghinc, ende sagen die hoopen loofden si den HERE, ende sijn volc Israel

9

ende Hiskia vraechde den priesters ende Leuiten om die hoopen.

10

Ende Asaria die priester, die principaelste inden huyse Zadok sprac tot hem. Sint ter tijt datmen begonst heuet Heffe te bringen int huys des HEREN hebben wi geten, ende zijn sadt gheworden, ende daer is noch veel ouer gebleuen, Want die HERE heeft zijn volc gheseegent, daerom is dezen hoop ouer gebleuen.

11

Doe beual dye coninc, datmen kisten gereet soude maken aent huys des HEEREN, ende si maecktense bereet

12

ende deden die Heffe daer in, ende die thiende, ende dat geheylichde op gelooue

Ende ouer dat selue was vorst Canania die Leuijt, ende Simei sine broeder die anderde,

13

Ga naar margenoot+ende Iehil Asasia, Nagat, Asael, Ierimot, Iosabad, Eliel, Iesmachia Mahat ende Benaia, geordineert vander hant Canania ende Simei sijns broeders, na dbeueel des conincx Hiskia,

14

Mer Asaria was vorst inden huyse Gods. Ende Kore die sone Ienna, dye Leuiten duerwachter tegent oosten, was ouer die vriwillige gauen Gods, die den HERE totter Heffe gegeuen werden, ende ouer den alderheylichsten.

15

Ende onder sijn hant waren Eden Munamin, Iesua, Semaia, Amaria, ende Zacharia, inde steden der priesters op geloue, dat si gheuen souden haren broederen, na haer ordine die cleynsten als den grootsten.

16

Daer toe die gene die gherekent worden voor mans personen, van .iij. iaren out, ende daer ouer, onder alle die int huys des HEREN gingen, elc in sinen dage, tot hare officie in haer hoede na haer oordine,

18

daer die toe gerekent worden onder haer kinderen, wiuen, sonen ende dochteren onder die geheele gemeynte, Want si heylichden op haer geloue dat geheylichde.

19

Ooc waren mannen met namen genoemt onder den kinderen Aaron, den priesteren op den velden der voorsteden in allen steden, dat si deelen souden gheuen allen mans personen onder die priesteren, ende allen die onder die Leuiten gherekent worden.

20

Also dede Hiskia in gheheel Iuda, ende dede dat goet recht ende warachtich was, voor den HERE sinen God,

21

ende in allen doene dat hi begonst aenden dienste des huys Gods, na die wet ende geboden om te soecken sinen God, dat dede hi wt gheheelder herten. Daerom gheluckedet hem ooc wel.

margenoot+
A vers 1
margenoot+
Die stat van Siracusen in Sicilien wert gesticht. Die stat Epthinam oock in Sicilien wert gesticht.

margenoot+
B vers 4
margenoot+
Thales een Philosoophe vant eerst den eclipsis der sonnen ende der manen te voorsegghen.

margenoot+
C vers 8

margenoot+
D vers 13


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken