Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[afbeelding]

¶ Hier begint dat ghebet van Manasse den coninck Iuda, als hi in Babilonien geuanghen lach.

1

O HERE almogende God onser vaderen Abraham, Isaac, ende Iacob,

2

die ghemaect hebt hemel ende aerde, met al haer cieringhe,

3

ende gheuesticht hebt dye zee met dat woort dijns ghebots, dye besloten hebt die diepte, ende hebtse beteykent met dijnen vreeselijcken ende looflijcken naem,

4

den welcken alle menscen ontsien ende vreesen, vant aensicht ws machts.

5

Onuerdraechlic is den toorn ws dreygens op die sondaren, maer onmatelijck ende niet ondersoeclijc is dye bermherticheit uwer beloftenisse.

6

Want ghi zijt die HEERE ende alderhoochste God des geheel aertrijcx, lancmoedich ende seer barmhertich, berou bewisende ouer die boosheit der menschen. Mer ghi HEERE na die grootheit uwer beloften, hebbet belooft vergheuinge der sonden,

7

ende ghy HERE der rechtueerdigen, en hebt den rechtuerdigen Abraham, Isaac, ende Iacob geen penitencien geset, die v nyet gesondicht en hebben.

8

Want ic heb ghesondicht bouen tgetal des sants der zee, mijn ongerechticheden zijn vermenichfuldicht ic ben gecromt met eenen grooten bant des ysers, ende ic en heb geen verasemen,

9

want ic heb v gramscap verwect, ende heb quaet voor v gedaen, instellende afgriselicheden, ende vermenichfuldighende die misdaden.

10

Ende nv buyge ic die knien mijns herten, biddende v goetheyt HERE

11

ic heb gesondicht, HERE ic heb ghesondicht, ende bekenne mijn boosheyt.

12

Ic beghere biddende v HERE vergheuet my, vergheuet my.

13

En verdoet mi niet met mijn ongerechticheden, noch en behout mi geen quaet inder eewicheit,

14

want ghi sult my onweerdighe salich maken, na v groote ontfermherticheyt, ende ick sal v louen alle dye daghen mijns leuens.

15

Want alle die cracht der hemelen looft v, ende v is glorie van eewicheit tot eewicheit. AMEN


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken