Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Dye coninghinne Hester verthoont haer voor den coninck, ende vermaent hem den noot haers volcx.

Dat .xv. Capittel.

1

Ga naar margenoot+HEt is geschiet op den derden dach heeft Hester die roucleederen wt getoghen ende heeft aenghedaen hare heerlijcke ende eer cleederen, ende heeft haer costelijcken toe gemaect na den mael als si God hadde aengeroepen dye een aenschouwer ende salichmaker is aller dingen, so nam si met haer twee dienstmaechden, op deene leende si als die ghene dye teeder was, dye ander volchde haer, ende droech den sleype haers cleets,

2

Dat schijnsel haerder schoonheyt maecte haer aensichte roosenverwich, Die ghedaente haers aensichts was vrolijc ende lieflick, mer haer herte was beancxt van grooter vreesen.

3

Si ghinc in door alle die doren, ende quam voor den coninck. Ga naar margenoot+ Die coninck sadt opten stoel sijns rijcx, ende had aengedaen sijn costelijcke schoone ghewaet, gheheel guldene, ende verchyert met edele ghesteente, ende was seer ontsienlijc,

4

Hi hief op sijn aensichte dat van claerheyt blincte, ende in sine toornicheyt sach hy haer aen. Doen viel die coninghinne neder, si wert bleec ende onmachtich, ende leende opt hooft der maghet die met haer ghinc,

5

Mer God verkeerde dat herte des Conincx dat hi saechtmoedich wert, dat den ancxt hem wt sinen stoel dreef, ende haer in sinen armen omfinck, ende hiefse tot dat si weder tot haer selfs quam,

6

Hy sprackse ooc aen met vriendelijcken woorden, ende seyde tot haer, Hesther wat ist? Ic ben dijn broeder, sijt goets moets ghi en sult niet steruen,

7

want ons ghebot gaet die gemeynte aen, niet v, Coemt herwaerts,

8

Ende met dyen hief hi op sinen ghuldenen staf, ende leyde dien op haren hals, ende omuincse vriendelijc, ende sprack, Spreect met my.

9

Doen seyde si, Ic hebbe v gesien ghelijck als een Engel Gods, ende mijn herte is mi verscrict, van vreese dijnre heerlicheyt ende claerheyt,

10

Want hooch ende wonderlijc bistu o heere, ende dijn aensicht is vol van vriendelijcheyt.

11

Als si also met hem sprac, so viel si weder in onmachte,

12

waeromme die coninck veruaert wert, ende alle die dienaers troosten haer.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 3


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken