Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Noch vanden voorgaende, Ende ooc van die roepinghe der heydenen

Dat .xviij. Capittel

1

Ga naar margenoot+WEe den lande, dat onder den vliegenden schepen inder schaduwen vaert, aen dese side des waters des Morenlants,

2

dwelcke legaten, oft ambassaten seyndt op den meyre, ende met riet schepen opten water vaert. Gaet hen ghi snelle boden, totten volcke, dat tot verschoren ende plonderen gheneycht is, totten volcke, dat grouwelijcker is, dan ergens eenich andere, totten volcke dat hier ende daer wtgetogen is, om te verderuen, wiens lant met riuieren onderscheyden is, wiens die waterstroomen haer lant in nemen:

3

Alle ghi die opter aerden woont ende inden lande sittet, ghi sult sien, hoe datmen die banier opten berghe verthoonen sal, ende hooren hoe datmen die trompetten blasen sal.

4

Want also spreect die HERE tot mi, Ic wilt stille houden, ende besien in mijnder woninge, Ga naar margenoot+ gelijc als een hitte die den regen wt droocht, ende ghelijc eenen hoydauwe in die hitte des oogst,

5

want door den oogst sullen die vruchten verderuen. Ende die onrijpe vruchten int bloeyen verdorren datmen die stelen met wijnranc messen sal moeten afsnijden ende die rancken afhouwen ende wech werpen,

6

datmen tsamen sal moeten laten ligghen, voor die vogelen opten berge, ende den beesten inden lande. Ia dat des somers die vogelen daer in nestelen. Ende dat des winters alderley ghedierte inden lande daer inne haer onthouden moghen.

7

Tot dier tijt, sal dat verschorende ende roofachtich volc, dwelc grouwelijcker is dan yewaerts eenich ander, dat hier ende daer wtgetogen is om te vertreden oft te verderuen welckes dye waterstroomen sijn lant in nemen, geschencken brengen den HERE der heyrscaren, op die plaetse, daer den name des HEREN der heyrscaren is, opten berghe Zion.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 4


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken