Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Hoe dat ooc ghestraft worden die dat volck Gods straffen ende verweldigen, met een ghebet aen Gods goedertierenheyt, ende toesegghinge sijnder hulpe.

Dat .xxxiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+WEe v O ghi verdestrueerders. Meynt ghi dat ghi ooc niet en sult verdestrueert worden? Ga naar margenoot+ ende v verachters. Meynt ghi datmen v ooc niedt en sal verachten? Wanneer ghi dat verstooren voleyndt hebt, dan sult ghi ooc verdestrueert worden. Ende als ghy des verachtens een eynde gemaect hebt, dan salmen v weder verachten.

2

O HERE weest ons ghenadich, want op v verwachten wy. Laet doch uwen arm vroech comen, ende daer toe onse salicheit inder tijt des bedroefheits

3

Laet vlien die volcken voor dat geruchte der stemmen Ende laet die heydenen verstroyt worden, als ghi v verheft,

4

dan salmense v op rapen als eenen roof, gelijc alsmen die sprinchanen op raept, ende gelijc die coolspringhers gheiaecht worden alsmense ouerualt.

5

Die HERE is verheuen, want hi woont inder hoochte. Hy heeft Syon vol gherechts, ende gherechticheyts gemaect.

6

Ende daer sal tot dijner tijt sijn gheloue ende macht, salicheyt, wijsheyt, cloecheyt, vreese des HEREN, die sullen sijn schatten sijn.

7

Siet dijne boden roepen voor wt. Ende dye Engelen des vredes weenen bitterlijck.

8

Die straten sijn

[pagina *]
[p. *]

woest, daer en wandelt nyemant meer opten wege. Hi laet dat verbont varen, hi veracht die steden, ende en rekenet die lieden nergens voor.

9

Dat aertrijc leghet clagelic ende iammerlic, den Libanus staet scandelijcken afgehouwen, ende Saron is eender wildernissen ghelijck Baschan ende Charmel sijn woest gheworden

10

Daerom seyt die HERE, ick wil my nv op maken. Nv wil ic mi verheffen, nv wil ic mi oprechten

11

Hi gaet met stroo beurucht, ende stoppelen sal hi baren

12

Het vier sal v met uwen moet verteren, want dye volcken sullen tot kalc verbrant worden, ende ghelijck alsmen die afgehouden doornen metten viere aensteect.

13

Daeromme hoort ghi, die verre sijt wat ic ghedaen hebbe, ende ghi na bi mercket mijne stercte

14

Die sondaers tot Zion sijn verbaest, Ga naar margenoot+ dat beuen is den geueynsden heyligen aengecomen. Wie is onder ons dye bi den verterende viere can ghewonen, wie is onder ons die bi der eewiger hitten mach blijuen?

15

Die inder gerechticheit wandelt, ende spreeckt dat recht is, die onrecht hatet tsamen metter giericheyt, ende sijn handen aftrect dat hi geen gescencken en neemt. Die sine ooren toestopt dat hi den raet tegen die ontsculdige niet en hooret. Ende die sijn oogen toe hout, dat hi gheen boosheydt en siet, die ist,

16

die inder hoochten woonen sal, ende sijn vasticheyt ende beschutsel sal inder steenrootsen zijn, dien wort sijn broot gegeuen die heeft zijn water sekerlic,

17

sine oogen sullen den coninc sien in sijnder scoonheyt. Dan sult ghi dat lant gebreet sien,

18

also dat dijn herte hem seer verwonderen sal, ende seggen, waer sijn nv die scriftgeleerde? waer sijn die voochden?

19

waer sijn dye Canceliers? Daer toe so en sult ghi tstercke volc niet sien, dat volc van dieper sprake, diemen niet verstaen en can, van een vreemde tonge, diemen niet begripen en mach.

20

Ga naar margenoot+Aenscouwet Sion, onse bereede stadt, uwe oogen sullen Hierusalem sien, Ga naar margenoot+ die heerlike woninge, een tente die niet veruoert en wort, welcker nagelen nemmermeer wt getogen en sullen worden, noch haerder seelen geen veruuylen en sal,

21

want die HERE sal aldaer selue bi ons machtich zijn, ende daer sullen brede Ga naar margenoota water grachten zijn also dat daer geen scepen met roederen en varen noch galeyen daer henen scepen en sullen,

22

want die HERE is onse richter, die HERE is onse meester, die HERE is onse coninc, die helpt ons

23

Laet haer hare stricken spannen, si en sullen niet houden, also en sullen si ooc dat vaenken opten mastboom niet wtsteken, dan sullen veel costelijcke roouen wt gedeelt worden, ia dat die cruepelen ooc roouen crijgen sullen.

24

Ende gheen inwoonder en sal seggen, ic ben cranck want dat volck dat daer binnen woont, dat sal vergeuinge der sonden hebben

margenoot+
A vers 1
margenoot+
exo. x Le. xxi d mat. vij.

margenoot+
B vers 14

margenoot+
C vers 20
margenoot+
i.Cor. e.

margenoota
Water grachten, dat sijn hulpe ende vertroostinghe metoueruloedige gratie des heyligen geests psalmo. xxxv.b.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken